De kwaliteit van beton in diepwanden blijkt vaak minder te zijn dan die van gewoon ter plaatse gestort beton. Veel gehoorde problemen zijn onvoldoende dekking en insluitingen van bentoniet. Minder bekend zijn holten rond wapening en een te poreuze dekking. Deze problemen worden vooral veroorzaakt door slechte verwerkbaarheid en stabiliteit van de specie. Er is nu een innovatief mengsel ontwikkeld, genaamd X10, gebaseerd op een nieuwe hulpstof, dat veel betere resultaten geeft. De eerste resultaten zijn opvallend positief.
Onderzoek en praktijkervaring met X10, een betonmengsel
voor diepwanden met betere stabiliteit en verwerkbaarheid
Betonmengsel voorkomt
problemen diepwanden
De kwaliteit van beton in diepwanden blijkt vaak
minder te zijn dan die van gewoon ter plaatse
gestort beton. Veel gehoorde problemen zijn
onvoldoende dekking en insluitingen van bento-
niet. Minder bekend zijn holten rond wapening en
een te poreuze dekking. Deze problemen worden
veroorzaakt door onvoldoende verwerkbaarheid
en stabiliteit van de specie. Er is nu een innovatief
mengsel ontwikkeld, genaamd X10, gebaseerd op
een nieuwe hulpstof, dat veel betere resultaten
geeft. De eerste resultaten zijn opvallend positief.
auteur dr. Michel Boutz SGS INTRON
Verantwoording
Dit artikel is een vertaalde bewerking
van de paper X10 concept to improve
quality and durability of diaphragm
walls voor de DFI-EFFC International
Conference on Deep Foundations and
Ground Improvement in 2018 in Rome,
geschreven door M.M.R. Boutz (SGS
INTRON), B.J. Admiraal (Volker Staal
en Funderingen), R. van Berkel (BAM
Infraconsult) en P.R.B. van der Werff
(Volker Staal en Funderingen)
1
Met zowel het basisre-
ferentiemengsel als het
X10-mengsel (X10-4
WP) is een praktijk-
proef uitgevoerd op de
Tweede Maasvlakte
met twee aaneenslui-
tende, gewapende
diepwandpanelen
18 VAKBLAD I 1 2019
3 X10.indd 18 12-04-19 14:56
Tabel 1 Eigenschappen en samenstelling
referentiemengsel
sterkteklasse C28/35
milieuklasse XS2
water-cementfactor 0,46
cement (CEM III/B 42.5 N) 360 kg/m
3
vulstof (vliegas) 40 kg/m 3
zand 0-155 kg/m 3
zand 0-4751 kg/m 3
grind 4-16955 kg/m 3
water169 kg/m 3
Betonmengsel voorkomt
problemen diepwanden
D
iepwanden worden in Nederland
veelvuldig toegepast maar de
kwaliteit ervan is vaak niet constant.
Die kwaliteit hangt nauw samen met
de verwerkbaarheid en stabiliteit van
de specie, temeer omdat verdichten
met trilnaalden niet mogelijk is. Een
belangrijk risico vormt bleeding. Dit
risico wordt nog eens versterkt door de
hoge hydrostatische druk in de diepe panelen. Deze wordt veroorzaakt door
de bovenstaande kolom betonspecie in
de plastische fase.
Het gevolg van overmatige bleeding
kan zijn de vorming van watervoerende
kanaaltjes langs de verticale wapening
en in de dekking.
Er is dus veel behoefte aan een beton-
mengsel met een juiste en constante
verwerkbaarheid, waarmee een dichte
en voldoende grote betondekking kan
worden gerealiseerd. Dat zou de toe-
pasbaarheid van diepwanden sterk kun-
nen vergroten, met name in agressieve
milieus (XD3, XS3). Volker Staal en Fun-
deringen (VSF), BAM Infra en SGS
INTRON zijn in 2017 een samenwer-
king aangegaan om een dergelijk
betonmengsel te ontwikkelen.
Aanpak
laboratoriumonderzoek
Er zijn diverse betonsamenstellingen
onderzocht in het laboratorium. De
samenstellingen zijn afgeleid van een
referentiemengsel, zoals dat in Neder-
land veel wordt toegepast in diepwan-
den (tabel 1).
Om het mengsel te verbeteren, is een
nieuwe minerale hulpstof toegepast
met veelbelovende prestaties onder
laboratoriumomstandigheden. Met
deze hulpstof is het zogenoemde
X10-betonmengsel ontwikkeld, dat
een hoge vloeibaarheid, goede stabili-
teit en een hoge thixotropie heeft.
Ideaal dus voor lastige stortomstandig-
heden. Bij de ontwikkeling van het
mengsel is uitgegaan van NEN-EN 1538
'Diepwanden'.
Het onderzoek naar het mengsel is
onderverdeeld in twee delen: stabiliteit
en verwerkbaarheid.
Stabiliteit
Om de stabiliteit de beïnvloeden, is
gekeken naar de hoeveelheid fijn zand,
andere hulpstoffen en vulstof. De
nadruk lag hierbij op het vaststellen van
bleeding, met name onder verhoogde
hydrostatische druk. De volgende para-
meters zijn daarbij onderzocht:
? initiële verwerkbaarheid via de schud-
maat en vloeimaat;
? Ontmenging en bleeding, gebruik- makend van een 1,0 m hoge
perspex-standpijp;
? bleeding, gebruikmakend van een API-filterpers (foto 2) met een
gasdruk van 5 bar gedurende
5 min (testmethode voor
cement-bentoniet mengsels);
? bleeding, gebruikmakend van een Oostenrijkse filterpers (foto 3) met
een gasdruk van 3 bar gedurende 60
min (volgens Oostenrijkse Merkblatt
'Weiche Betone').
2
API-filterpers
3
Oostenrijkse filterpers
19 VAKBLAD I 1 2019
3 X10.indd 19 12-04-19 14:56
Verwerkbaarheid
Voor de verwerkbaarheid is gekeken
naar mengsels met de minste bleeding
en die het meest lijken op in de markt
beschikbare mengsels. De nadruk lag
op (de ontwikkeling van) de verwerk-
baarheid en het vloeigedrag rond de
wapeningsstaven.
De volgende testen zijn uitgevoerd (ver-
gelijkbaar met zelfverdichtend beton, gezien de hoge vloeibaarheid van het
mengsel):
?
behoud van verwerkbaarheid, gedu-
rende 2 uur na mengen;
? J-ring-test (t.b.v. vermogen om wape-
ning te passeren); aangepaste J-ring
met staven Ø32;
? L-box-test (t.b.v. vermogen om
wapening te passeren);
? V-trechtertest (t.b.v. viscositeit).
Resultaten
laboratoriumonderzoek
Er zijn zes mengsels onderzocht, waar-
van één referentiemengsel, vier varian-
ten daarop en een X10-mengsel. Van
alle mengsels zijn twee varianten
gemaakt, A en B (tabel 2). Zoals gezegd
is zowel de stabiliteit als de verwerk-
baarheid bekeken.
Stabiliteit
De stabiliteit van het X10-mengsel was
aanzienlijk beter dan die van de overige
mengsels, zo bleek uit de testen met de
filterpersen. De test met API-filterpers
liet zeer goede resultaten zien. Het
duurde twee- tot vijfmaal langer voor-
dat waterverlies optrad en de totale
hoeveelheid waterverlies was ook een
stuk lager. Ook de Oostenrijkse filterper-
stest liet duidelijk betere resultaten zien
voor het X10-mengsel (fig. 4). Die test
had ook een heel verschillende uitwer-
king op de consistentie na afloop. De
traditionele mengsels waren ontwaterd
over de volle hoogte, terwijl de
X10-mengsels nog plastisch waren na
de test (foto 5 en 6).
Verwerkbaarheid
Voor het testen van de verwerkbaar-
heid, en met name het vloeigedrag
rond de wapeningsstaven, is een aantal
varianten gebruikt van de eerderge-
noemde mengsels. Deze staan
genoemd in tabel 3.
Voor alle mengsels geldt: wcf= 0,45 en
k-factor vliegas = 1,0.
Zelfs met toepassing van een PCE-
superplastificeerder kon de consistentie
van het referentiemengsel niet verder
worden verhoogd dan F5 (schudmaat
560 ? 620 mm). Voor de X10-mengsels
kon een consistentie van F6 worden
bereikt (schudmaat > 630 mm), waar-
door de consistentie met de vloeimaat
moest worden bepaald. In figuur 7 staat
de vloeimaat van beide X10-mengsels
afgezet tegen de tijd.
Door de hoge vloeibaarheid van de
X10-mengsels lieten zij ook betere
resultaten zien in de J-ring-test (foto 8
Tabel 2 Onderzochte mengsels
mengsel kenmerk variant
AB
0 referentie
1 hoger percentage zand + 3% + 9%
2 extra vliegas +10 l +30 l
3 toepassing vertrager -0,39% (8 u vertraging)
4 toepassing PCE-superplastificeerder 0,27% 0,40%
5 X10 0 kg vliegas +40 kg vliegas, -40 kg cement
Tabel 3 Variantenonderzoek verwerkbaarheid
mengsel kenmerk / toevoeging bindmiddel
1 referentiemengsel 360 kg cement + 40 kg vliegas
2 referentiemengsel PCE-superplastificeerder 360 kg cement + 40 kg vliegas
3 referentiemengsel PCE WP 320 kg cement + 80 kg vliegas
4 X10-4-mix X10 360 kg cement
5 X10-4 WP-mix X10 + PCE 320 kg cement + 40 kg vliegas
5
Conventionele mengsels na de Oostenrijkse filter-
perstest 6
X10-mengsel (5B) na de Oostenrijkse filterperstest
waterverlies [ml]
mengsel nr.
900
800
700
600
500
400
300
200
100
0 0 1a 3a 3b 4a 4b 5a 5b 60 min
15 min
1b 2a 2b
4
Waterverlies na 15
en 60 minuten in de
Oostenrijkse filterpers
20 VAKBLAD I 1 2019
3 X10.indd 20 12-04-19 14:56
mengsel nr.
28dg56dg
RCM-waarde [10-
12 m
2/s]
1
80
60
40
20
0 2 3 4 5
en 9). Dit zou dus leiden tot een volle-
dige omsluiting van de wapeningssta-
ven, hetgeen bij de referentiemengsels
zeker niet het geval zou zijn.
Op basis van deze resultaten is het
X10-4 WP-mengsel geselecteerd voor
een praktijkproef. Dit mengsel voldoet
weliswaar niet aan het minimum
cementgehalte zoals genoemd in de
norm voor diepwanden, NEN-EN 206,
maar volgens deze norm mag het op
basis van geschiktheidsonderzoek (equi-
valent concrete performance concept)
worden toegepast.
Druksterkte en RCM-waarde
Van de vijf mengsels (3? referentie en
2 ? X10-mengsels) zijn in het laborato-
rium ook de ontwikkeling van de kubus-
druksterkte bepaald en de ontwikkeling
van de weerstand tegen chloride-
indringing. Deze laatste is gemeten met
de Rapid Chloride Migration (RCM)-
test, conform NT Build 492.
Na 28 en 56 dagen was de kubusdruk-
sterkte van beide X10-mengsels hoger
dan de referentiemengsels (fig. 10).
Ook de weerstand tegen chloride-
indringing van de X10-mengsels was
hoger (lagere RCM-waarde, fig. 11).
Praktijkproef
Met zowel het basisreferentiemengsel
als het X10-mengsel (X10-4 WP) is een
praktijkproef uitgevoerd. Hiertoe zijn op
de Tweede Maasvlakte twee aaneenslui-
tende, gewapende diepwandpanelen
vervaardigd. Deze panelen hebben een
'landzijde' en een 'waterzijde'; de
wapening aan de landzijde is anders
dan aan de waterzijde.
De breedte van het referentiepaneel
was 3 m (1-gangspaneel), het X10-
paneel 7,5 m (3-gangspaneel). Beide
panelen waren 1,2 m dik en 22 m diep
en gescheiden door een voeg.
Verwerkbaarheid
Tijdens het storten zijn diverse parame-
ters bekeken. Een daarvan is de ver-
werkbaarheid, die zowel op de beton-
centrale als op de bouwplaats is
gemeten om de terugloop ervan te
8
Referentiemengsel in
de J-ring
9
X10-mengsel in de
J-ring
11
Ontwikkeling RCM-
waarde
vloeimaat [mm]
700
600
500
400
300
200
100 00 20 40 60 80 100
tijd [min]
X10 ? 4
X10 ? 4 WP
10
Ontwikkeling
druksterkte
21 VAKBLAD I 1 2019
3 X10.indd 21 12-04-19 14:56
kunnen vaststellen. De vloeimaat van
het X10-mengsel was 570 ? 640 mm
na aanmaak en 590 ? 655 mm bij
aankomst op de bouwplaats (na 30
minuten rijden; het is niet ongebruike-
lijk dat bij toepassing van PCE-super-
plastificeerders de vloeimaat tijdens het
eerste halfuur tot uur nog toeneemt.
Pas hierna loopt de vloeimaat terug).
De verwerkbaarheid van het referentie-
mengsel was F5 bij aankomst.
De storthoogte is op drie posities in
het X10-paneel bepaald (links, midden
en rechts). Er werd slechts een klein
verschil in hoogte waargenomen bij
het X10-mengsel tussen de twee uit-
einden (0 ? 40 mm).
Oppervlaktekwaliteit
Na ontgraven tot NAP -1 m zijn de
panelen visueel geïnspecteerd, aan
beide zijden (waterzijde (foto 12) en
landzijde (foto 13)). Vóór de inspectie
is een uitstulping aan de bovenzijde
verwijderd. Opvallend was dat het
oppervlak van het X10-mengsel veel
strakker was dan van het referentiepa-
neel. Voor beide panelen zijn verder
aan de buitenzijde geen gebreken
zoals grindnesten geconstateerd. Dekking
De dekking op de wapening is geme-
ten in horizontale sleuven die zijn
opengehakt op NAP -1 m. De resulta-
ten staan in tabel 4. De dekking aan de
landzijde van beide panelen is duidelijk
groter dan ter plaatse van de water-
zijde en valt zelfs buiten de toegestane
tolerantie (120 ± 50 mm). Ook is bij
het X10-paneel een iets grotere dek-
king waargenomen, vooral aan de
waterzijde. Deze grotere dekking is niet
te wijten aan het mengsel maar wordt
veroorzaakt door het feit dat dit een
3-gangspaneel betreft. Ter plaatse van
de overlap vinden meer graafbewegin-
gen plaats waardoor de maatafwijkin-
gen groter zijn.
Trekstaven
In de panelen zijn trekstaven opgeno-
men om de invloed van de kwaliteit
van de dekking op de verankering te
testen. De capaciteit van de ankers in
de X10-panelen komt overeen met de
maximale capaciteit (vloeispanning
staal). Voor de staven in het referentie-
paneel ligt die een stuk lager (200 kN
voor de X10-panelen versus 100 ? 170
kN voor het referentiepanelen). Proeven op betonkernen
Uit het tot NAP -3 m ontgraven deel
zijn kernen Ø100 mm geboord voor
druksterkte en kernen Ø145 mm voor
betonpetrografie. De kernen voor
druksterkte zijn tussen de wapening
geboord en de kernen voor betonpe-
trografie óp de verticale wapening.
In totaal zijn 26 kernen Ø145 mm
geboord, 10 uit de landzijde en 16 uit
de waterzijde.
Druksterkte
De druksterkte van de boorkernen is
getest op 27 ? 28 dagen. De voorge-
schreven sterkteklasse bedroeg
C28/35. De daadwerkelijke druksterkte
was echter veel hoger. De gemiddelde
druksterkte was voor beide mengsels
ongeveer hetzelfde en bedroeg
52 ? 53 MPa.
Petrografie
De kernen zijn allemaal visueel onder-
zocht. Van 16 kernen is de buitenste
200 mm geïmpregneerd met een fluo-
rescerende hars die alle van buitenaf
bereikbare poriën en holten vult.
Nadat ze zijn geïmpregneerd, zijn de
kernen in lengterichting doorgezaagd
en gefotografeerd onder uv-licht. Hier-
door worden eventuele defecten goed
zichtbaar gemaakt.
De kwaliteit van de dekking en de
omhulling van de wapening bleek voor
het X10-mengsel veel beter dan de
12
Waterzijde van de testpanelen; het donkergrijze deel is de plek waar de uit-
stulping is verwijderd 13
Landzijde van de testpanelen
Tabel 4 Gemiddelde betondekking op de buitenste verticale staven
referentie X10 referentie X10
landzijde landzijde waterzijde waterzijde
betondekking (mm) 185190115145
Referentie Referentie
X10 X10
22 VAKBLAD I 1 2019
3 X10.indd 22 12-04-19 14:56
referentie (fig. 14a). Ook foto's van de
kernen zonder hars laten dit beeld zien
(fig. 15a en 15b). In deze figuren is de
linkerzijde van de kern steeds gelijk aan
het wandoppervlak.
Toepassing in de praktijk
Zowel de laboratoriumproeven als de
praktijkproef laten een sterke verbete-
ring zien van de kwaliteit van de dek-
king van het beton. Wapening wordt
goed omsloten, de permeabiliteit van
de dekking is beperkt en het aantal
onvolkomenheden verwaarloosbaar.
Ook de verwerkbaarheid, de stabiliteit
en de weerstand tegen bleeding, ook
onder druk, zijn uitstekend. Al deze
resultaten maken het mengsel zeer
geschikt voor toepassing in de praktijk.
De toepassing van de minerale hulp-
stof X10 en de vereiste dosering super-
plastificeerder voor het verkrijgen van
de hoge verwerkbaarheid, leiden wel
tot een verhoging van de kostprijs in
vergelijking met normaal diepwandbe-
ton (F5). Andere toepassingen dan
diepwanden zijn ook denkbaar. Een
nadeel ten opzichte van traditioneel
zelfverdichtend beton is echter dat
eenzelfde hoge oppervlaktekwaliteit
niet haalbaar is.
Dijkversterking in Krimpen a/d Lek
In 2015 is het X10-mengsel voor het
eerst toegepast in een project van Vol-
ker Staal en Funderingen. In totaal is
4500 m
3 X10-beton toegepast voor 24
m diepe diepwanden voor een dijkver-
sterking in Krimpen a/d Lek.
De vloeimaat van het mengsel op de betoncentrale bedroeg 680 ± 40 mm
(consistentieklasse SF2) en op de bouw-
plaats (reistijd 45 min) 620 ± 45 mm
(consistentieklasse SF1). De eigenschap-
pen van de betonspecie zijn uitvoerig
getest bij de betoncentrale door de TU
München als onderdeel van een DFI
EFFC R&D-programma naar diepfunde-
ringen. De belangrijkste resultaten van
dit onderzoek waren:
?
verwerkbaarheid vergelijkbaar met
ZVB;
? goed behoud van deze
verwerkbaarheid;
? goede stabiliteit;
? uitstekend waterbehoud onder druk;
? uitstekende vloei-eigenschappen
(L-box).
Uit een van de panelen zijn kernen
geboord en onderzocht door SGS
INTRON. Het beton in de dekking en
ook van de kern was erg dicht en er
werden geen onvolkomenheden
geconstateerd.
Zeesluis IJmuiden
De positieve eigenschappen van het
X10-beton maken het mogelijk diep-
wanden toe te passen in agressief
milieu, zoals de spat- en getijdezone
(milieuklasse XS3). Dit heeft erin gere-
sulteerd dat X10 is toegepast bij de
Nieuwe Zeesluis in IJmuiden (door
combinatie OpenIJ, bestaande uit BAM
en VolkerWessels). Hier is 90.000 m
3
X10-beton verwerkt in de kolkwanden
van de sluis en de zogenoemde tussen-
dam (fig. 16). De gewenste levensduur
is 100 jaar.
16
De Zeesluis in IJmuiden, impressie: Fotostudio Honging Beverwijk
14a
Betonkern met
fluorescerende hars van
het X10-mengsel
(landzijde, NAP +1,5 m)
14b
Betonkern met
fluorescerende hars van
het referentiemengsel
(landzijde, NAP +1,5 m)
15a
Betonkern van het
X10-mengsel (water-
zijde, NAP +1,0 m)
15b
Betonkern van het
referentiemengsel
(waterzijde,
NAP +1,0 m)
23 VAKBLAD I 1 2019
3 X10.indd 23 12-04-19 14:56
Reacties