BIM wordt in de bouw op brede schaal gebruikt. Voor een succesvolle toepassing bij tijdelijke voorzieningen ligt er echter nog wel een uitdaging. De eerste stappen worden
momenteel gezet.
VSB WERK T A AN BIM-PROTOCOL VOOR TIJDELIJKE CONSTRUCTIES
BIM wordt in de bouw op brede schaal gebruikt. Voor een
succesvolle toepassing bij tijdelijke voorzieningen ligt er
echter nog wel een uitdaging. De eerste stappen worden
momenteel gezet.
BIM voor tijdelijke
voorzieningen
tot tijd, fasering en veiligheid.
Voor deze onderdelen is er een relatie met de
uiteindelijke constructie, bijvoorbeeld waar een
ondersteuning op een bestaande constructie
staat. Voor een brug of normale verdiepings-
vloer is het misschien nog niet eens zo span-
nend, maar wanneer bijvoorbeeld een vide over
meerdere verdiepingen wordt dichtgezet of lijn-
lasten moeten worden opgevangen, dan kan
deze informatie van grote waarde zijn. Ook
belangrijk zijn afspraken over de opdeling in
verschillende slagen bij steigers, de onder ver-
deling tussen stelkist en sluitkist bij wandbekis-
tingen of de mogelijke status waarin een
vloerondersteuning zich bevindt. Zo staat een
vloerondersteuning als deze wordt gebouwd
eerst in de 'systeemfase', maar na het schrikken
(het spanningsloos losdraaien en daarna weer
vast zetten van de onderstempeling, t.b.v. het
op spanning brengen van de vloer) volgt de
'door- en/of herstempelingsfase'. Dit leidt tot
twee IFC-modellen voor dezelfde ondersteu-
ning, omdat IFC-modellen niet tijdgebonden
kunnen veranderen en elk IFC-model zijn eigen
tijdsfasering heeft. Het kan zijn dat er nog een
derde IFC-model nodig is voor onderdelen zoals
ankers, center voorzieningen, sparingen. Hierbij
speelt clashdetectie (opsporen van con icten
en ontwerpfouten in het model) een extra grote
rol.
Ook het tijdsaspect is voor de ruwbouw zeer
belangrijk. Invloedfactoren daarbij zijn inzet-
grootte, uitvoeringskeuze, betonsamenstel-
ling etc. Het type wandkist in combinatie met
de betonsamenstelling is bijvoorbeeld bepa-
lend voor stortsnelheid, verhardingstijd en
tijdstip van ontkisten.
I
n de bouw
wordt volop ingezet
op digitalisering en het gros van de bouwers
in Nederland heeft BIM (Building Information
Modelling) inmiddels omarmd. Daarbij is
dataoverdracht met IFC-bestanden gemeen-
goed (IFC is een neutraal en open bestandsfor-
maat voor het uitwisselen van BIM-speci eke
informatie). Bijna alle betrokken partijen leve-
ren hun gegevens aan en de aannemer maakt
daar een samenhangend model van en levert dit
uiteindelijk op aan de opdrachtgever.
TIJDELIJKE VOORZIENINGEN
Lang niet altijd maakt alles wat in een bouw-
werk wordt toegepast deel uit van het model.
Dat geldt vooral voor producten en diensten
die niet in bouwwerken blijven zitten, zoals
ondersteuningsconstructies en bekistingen.
Dat terwijl deze gegevens wel bepalend zijn
voor een succesvolle ruwbouw, mede in relatie
28 VAKBL AD 4 2021
Auteur John van A sten, Safe
BV 4 2021-6 BIM.indd 28BV 4 2021-6 BIM.indd 28 20-12-21 14:1020-12-21 14:10
Het uitwerken van projecten 'in de tijd'
gebeurt al zo lang er digitaal wordt getekend,
maar met de komst van 3D-modelleren is dit
nog mooier zichtbaar te maken, het zoge-
noemde 4D. Maar deze 4D-informatie meene-
men in de IFC-modellen staat nog in de kin-
derschoenen.
JUISTE DATA
Als deze puzzels met BIM moeten worden
gemanaged, moeten de juiste data in het model
worden verwerkt, zodat alles door diverse par-
tijen te controleren is. Pas als ook de tijdelijke
elementen worden meegenomen, kan met BIM
de juiste planning worden bepaald en gesimu-
leerd. Om dat mogelijk te maken moeten er de
nodige afstemmingen plaatsvinden. De wil en de behoefte zijn er, ook vanuit de aannemerij.
Maar we staan duidelijk aan het begin.
WERKGROEP
Vanuit de VSB-sectie Betonbekistingbedrijven
is er een BIM-werkgroep samengesteld die
duidelijkheid wil verscha en en uniformiteit
wil creëren over de aan te leveren informatie in
BIM-modellen met betrekking tot tijdelijke
voorzieningen. De werkgroep werkt aan een
document waarin een protocol is opgenomen
dat rekening houdt met het eenmalige en tijde-
lijke karakter van tijdelijke constructies tijdens
het bouwproces. Met het protocol wil de ver-
eniging een transparante en eenduidige over-
dracht van informatie over tijdelijke construc-
ties tot stand brengen, die aansluit op de in de bouw veel toegepaste BIM Basis IL S (informa-
tieleveringsspeci catie), die zich vooral richt
op permanente constructies. Hierbij kan onder
meer worden gedacht aan informatie over de te
gebruiken NL-SfB code, de hoeveelheid infor-
matie die een model moet hebben en hoe het
model van de tijdelijke constructies moet wor-
den gepositioneerd.
De Bimwerkgroep werkt aan een
protocol dat rekening houdt met
het eenmalige karakter van
tijdelijke constructies
Na enkele pilotprojecten hopen we in de nabije
toekomst te kunnen BIM'men zoals BIM'men is
bedoeld. Dan kunnen we niet alleen de gebouw-
gebonden objecten controleren, maar ook de
objecten die het bouwen mogelijk maken.
Pas als ook de tijdelijke elementen worden meegenomen, kan met
BIM de juiste planning worden bepaald en gesimuleerd
29 VAKBL AD 4 2021
BV 4 2021-6 BIM.indd 29BV 4 2021-6 BIM.indd 29 20-12-21 14:1020-12-21 14:10
In de bouw wordt volop ingezet op digitalisering en het gros van de bouwers in Nederland heeft BIM (Building Information Modelling) inmiddels omarmd. Daarbij is dataoverdracht met IFC-bestanden gemeengoed (IFC is een neutraal en open bestandsformaat voor het uitwisselen van BIM-specifi eke informatie). Bijna alle betrokken partijen leveren hun gegevens aan en de aannemer maakt daar een samenhangend model van en levert dit uiteindelijk op aan de opdrachtgever.
Lang niet altijd maakt alles wat in een bouwwerk wordt toegepast deel uit van het model. Dat geldt vooral voor producten en diensten die niet in bouwwerken blijven zitten, zoals ondersteuningsconstructies en bekistingen. Dat terwijl deze gegevens wel bepalend zijn voor een succesvolle ruwbouw, mede in relatie tot tijd, fasering en veiligheid. Voor deze onderdelen is er een relatie met de uiteindelijke constructie, bijvoorbeeld waar een ondersteuning op een bestaande constructie staat. Voor een brug of normale verdiepingsvloer is het misschien nog niet eens zo spannend, maar wanneer bijvoorbeeld een vide over meerdere verdiepingen wordt dichtgezet of lijnlasten moeten worden opgevangen, dan kan deze informatie van grote waarde zijn. Ook belangrijk zijn afspraken over de opdeling in verschillende slagen bij steigers, de onderverdeling tussen stelkist en sluitkist bij wandbekistingen of de mogelijke status waarin een vloerondersteuning zich bevindt. Zo staat een vloerondersteuning als deze wordt gebouwd eerst in de ‘systeemfase’, maar na het schrikken (het spanningsloos losdraaien en daarna weer vast zetten van de onderstempeling, t.b.v. het op spanning brengen van de vloer) volgt de ‘door- en/of herstempelingsfase’. Dit leidt tot twee IFC-modellen voor dezelfde ondersteuning, omdat IFC-modellen niet tijdgebonden kunnen veranderen en elk IFC-model zijn eigen tijdsfasering heeft. Het kan zijn dat er nog een derde IFC-model nodig is voor onderdelen zoals ankers, centervoorzieningen, sparingen. Hierbij speelt clashdetectie (opsporen van confl icten en ontwerpfouten in het model) een extra grote rol.
Ook het tijdsaspect is voor de ruwbouw zeer belangrijk. Invloedfactoren daarbij zijn inzetgrootte, uitvoeringskeuze, betonsamenstelling etc. Het type wandkist in combinatie met de betonsamenstelling is bijvoorbeeld bepalend voor stortsnelheid, verhardingstijd en tijdstip van ontkisten.Het uitwerken van projecten ‘in de tijd’ gebeurt al zo lang er digitaal wordt getekend, maar met de komst van 3D-modelleren is dit nog mooier zichtbaar te maken, het zogenoemde 4D. Maar deze 4D-informatie meenemen in de IFC-modellen staat nog in de kinderschoenen.
Reacties