In de discussie over het terugdringen van de CO2-uitstoot in de bouw gaat veel aandacht uit naar cement. Niet zo vreemd, want wereldwijd draagt cement naar schatting circa 7% bij aan de totale CO2-uitstoot. In Nederland is het beeld een stuk positiever; de CO2-uitstoot door cement bedraagt hier slechts 1,2%. Toch doet de cementindustrie er veel aan om de uitstoot verder omlaag te krijgen. Een van de recentste ontwikkelingen is het hergebruik van fijngemalen cementsteen uit bouw- en sloopafval, eventueel met een proces waarbij ook nog eens CO2 kan worden opgenomen.
TOEPASSING GERECYCLED CEMENT BEL ANGRIJK
ONDERDEEL IN STR ATEGIE CO
2-REDUCTIE
Binding CO 2 bij
HERGEBRUIK
cementsteen
In de discussie over het terugdringen van de CO 2-uitstoot in de bouw
gaat veel aandacht uit naar cement. Niet zo vreemd, want wereldwijd
draagt cement naar schatting circa 7% bij aan de totale CO
2-uitstoot.
In Nederland is het beeld een stuk positiever; de CO
2-uitstoot door
cement bedraagt hier slechts 1,2%. Toch doet de cementindustrie er
veel aan om de uitstoot verder omlaag te krijgen. Een van de recentste
ontwikkelingen is het hergebruik van fijngemalen cementsteen uit
bouw- en sloopafval, eventueel met een proces waarbij ook nog eens
CO
2 kan worden opgenomen.
12 VAKBL AD 3 2023
Auteur Marcel Bruin, Heidelberg Materials
Binding CO2 bij hergebruik cementsteen.indd 12Binding CO2 bij hergebruik cementsteen.indd 12 16-10-23 08:4716-10-23 08:47
W
ereldwijd de meest toegepaste
cementsoort is portlandcement, met
als belangrijkste bestanddeel port-
landcementklinker. Bij de productie hier van
komt relatief veel CO
2 vrij, met verschillende
oorzaken (fi g. 2). In de eerste plaats is energie
nodig voor het verwarmen van de ovens waarin
de klinker wordt gemaakt. De tweede, meest
belangrijke oorzaak is dat er CO
2 vrijkomt bij de
calcinatie van kalksteen.
GEGR ANULEERDE HOOGOVENSL AK EN
POEDERKOOLVLIEGAS
Een eerste, voor de hand liggende strategie is
om de CO
2-uitstoot door het energieverbruik
bij de productie van cement te beperken. Op
dat gebied vinden diverse ontwikkelingen
plaats, waarbij wordt ingezet op het gebruik
van alternatieve brandstoff en in plaats van
fossiele en niet-hernieuwbare brandstoff en.
Het terugdringen van de CO
2-uitstoot als
gevolg van calcinatie is een complexer vraag-
stuk. In het chemische proces bij de productie
van portlandcementklinker komt CO
2 vrij, dat is
niet te vermijden. Een mogelijkheid om dat
deel van de CO
2-uitstoot bij de cementproduc-
tie te verminderen, is het verlagen van het aan-
deel portlandcementklinker in cement. Dit kan
door andere grondstoff en te gebruiken, die
door portlandcementklinker worden geacti-
veerd, ook wel Supplementary Cementitious
Materials (SCM's) genoemd. De activatie van
alternatieve grondstoff en vindt plaats dankzij
de hoge alkaliteit die ontstaat dankzij de
calciumhydroxide (CH), samen met calcium-
hydraatsilicaat (CSH) het belangrijkste
reactieproduct van de calciumsilicaten uit de
portlandcementklinker met water.
cementmaling 10%
calcinatie
61%
CEM I 52,5 CEM II / B-V 42,5 N CEM III / A 42,5 CEM III / B 42,5 N CEM III / B 42,5 L
kg CO
2 / ton
CEM III/B 40%
fossiele brand-
stoen 29%
CEM II10% CEM I
35%
CEM III/A 15%
2 Oorzaak CO 2-emissies cement, bron: Heidelberg
Materials België/Nederland
1 Cementfabriek LEIL AC (Low Emissions Lime And Cement Industr y) in Lixhe
(België), waar een succesvol pilotproject is uitgevoerd met het afvangen van CO
2
Er wordt gezocht naar andere materialen dan gegranuleerde
hoogovenslak en poederkoolvliegas, waarmee portland-
cementklinker kan worden vervangen
13 VAKBL AD 3 2023
Binding CO2 bij hergebruik cementsteen.indd 13Binding CO2 bij hergebruik cementsteen.indd 13 16-10-23 08:4716-10-23 08:47
De bekendste alternatieve grondstof voor
cement is gegranuleerde hoogovenslak, een
latent-hydraulisch product dat vrijkomt bij de
productie van ruwijzer. De CO
2-footprint van
het op slak gebaseerde hoogovencement (CEM
III/A of CEM III/B) is veel lager dan portlandce -
ment (fig. 3).
Een andere ver vanger voor klinker is poeder -
koolvliegas, dat vrijkomt uit kolengestookte
e
lektriciteitscentrales. Daarmee wordt port -
landvliegascement (CEM II/A-V of CEM II/B-V)
g
emaakt. In Nederland zijn er momenteel echter
nauwelijks nog kolengestookte elektriciteits -
centrales actief. In centrales die wel nog produ-
ceren, wordt een deel van de kolen ver vangen
door alt
ernatieven zoals houtpellets en bio -
massa. Dat levert biokoolvliegas op, die niet is
t
oegelaten en veel minder geschikt is als grond -
stof in cement of als reactieve vulstof in beton.
Toepassing van alternatieve grondstoffen voor
cement is verre van nieuw. Hoogovencement
(en tot voor kort portlandvliegascement)
wordt in Nederland al decennialang op grote
schaal toegepast. Hoogovencement is zelfs
veruit het meest toegepaste bindmiddel (fig.
4). Dat is ook de reden dat de CO
2-uitstoot bij
de cementproductie in ons land aanzienlijk
lager is dan wereldwijd.
ALTERNATIEVE BINDMIDDELEN
Naast gegranuleerde hoogovenslak en poe -
derkoolvliegas wordt gezocht naar andere
materialen (SCM's) waarmee portlandce -
mentklinker kan worden ver vangen. Dit is nodig omdat de verwachting is dat het aanbod
gegranuleerde hoogovenslak de
komende jaren sterk afneemt.
Bekende alternatieven zijn kalk
-
steen, natuurlijke puzzolanen en
gecalcineerde klei.
Ook worden nieuwe cementsoorten ontwikkeld
met een alternatief voor portlandcementklinker,
met een lagere CO
2-footptint dan portlandce -
ment. Voorbeelden zijn calciumsulfoaluminaat -
cement (CSA), belietcement (bij HeidelbergMa-
terials heet een combinatie van beide
T
ernocem), wollastonietcement (bijvoorbeeld
Solidia van Holcim) en Celitement.
Een andere ontwikkeling zijn de alkalisch geac -
tiveerde bindmiddelsystemen, ook wel geopo-
lymeren genoemd. Geopolymeerbeton, bestaat
in de ba
sis uit dezelfde grondstoffen als traditi -
oneel beton, namelijk een bindmiddel, toeslag -
materiaal (zand en grind), water en eventuele
hulp- en v
ulstoffen. Het bindmiddel wordt ech -
ter niet geactiveerd door portlandcementklin-
ker, maar door sterk alkalische stoffen (zoge -
noemde activatoren, zoals natriumsulfaat,
na
triumhydroxide en waterglas (natrium -
silic
aat). De activator wordt toegepast op
bestaande SCM's, met name gegranuleerde
hoogovenslak. Maar andere SCM's (zoals poe -
derkoolvliegas, natuurlijke puzzolanen en
g
ecalcineerde klei) kunnen ook alkalisch wor -
den geactiveerd, al dan niet in combinatie met
hoog
ovenslak. De alkalisch te activeren mate -
rialen worden precursors genoemd.
Voor het verder beperken van de CO 2-footprint van beton is het belangrijk dat de schaarse
hoogovenslak wordt ver vangen door andere
precursors. Hoogovenslak wordt in Nederland
immers al grotendeels toegepast in hoogoven-
cement, waardoor er geen milieuwinst is bij het
gebruik in geopolymeerbeton. Er zijn ontwikke
-
lingen om geopolymeerbeton ook op basis van
andere precursors te produceren, zoals gecalci-
neerde klei en natuurlijke puzzolanen (en even-
tuele combinaties met elkaar), die al zijn toege -
laten volgens de Europese cementnorm EN
197-1. Daarnaast wordt er ook gewerkt aan de
ontwikkeling van nieuwe SCM's, zoals staalslak,
koperslak, bauxietresiduen, AEC-vulstoffen,
historische vliegassen en biokoolvliegassen.
Een andere ontwikkeling is de toepassing van
een combinatie van alkalische activatie van
precursors met een klein aandeel portland -
c
ementklinker, zogenoemde hybride systemen
(zie hier voor het artikel 'Balans tussen snel-
heid en CO
2', elders in dit nummer).
Al deze cementsoorten en alternatieven zijn
nog in ontwikkeling en vragen meer onder -
zoek. Vooralsnog is er niet één alternatief dat
qua beschikbaarheid en kwaliteit
portlandcement(klinker) en gegranuleerde
hoogovenslak volledig kan ver vangen.
De alternatieve bindmiddelen worden in dit
artikel verder niet in detail beschreven. Meer
hierover is te vinden in eerder verschenen
Betoniek-artikelen (zie kader 'Meer lezen').
cementmaling 10%
calcinatie 61%
CEM I 52,5 CEM II / B-V 42,5 N CEM III / A 42,5 CEM III / B 42,5 N CEM III / B 42,5 L
kg CO
2 / ton
CEM III/B 40% fossiele
brand-
stoen 29%
CEM II 10% CEM I
35%
CEM III/A 15%
cementmaling 10%
calcinatie 61%
CEM I 52,5 CEM II / B-V 42,5 N CEM III / A 42,5 CEM III / B 42,5 N CEM III / B 42,5 L
kg CO
2 / ton
CEM III/B 40%
fossiele brand-
stoen 29%
CEM II10% CEM I
35%
CEM III/A 15%
3 CO2-footprint cement (in kg CO 2 / ton) 4
G
ebruik cement in Nederland
MEER LEZEN
Meet over alternatieve cementsoorten staan
in de artikelen:
?
CO
2-reductie: opties voor cement
?
Ont
wikkelingen grondstoffen in beton
Door carbonatatie worden RCF's gemineraliseerd
en krijgen ze puzzolane eigenschappen
14 VAKBL AD 3 2023
Binding CO2 bij hergebruik cementsteen.indd 14Binding CO2 bij hergebruik cementsteen.indd 14 16-10-23 08:4716-10-23 08:47
HERGEBRUIK 'FINES'
Bij het slopen en breken van zuiver beton uit
bestaande constructies komt materiaal vrij dat
goed te hergebruiken is. Er is al veel er varing
met het hergebruik van het grove en fijne toe-
slagmateriaal bij de productie van nieuw
beton. Dankzij de ontwikkeling van innova-
tieve, extra selectieve breektechnieken, wordt
de kwaliteit van die gerecyclede producten,
zoals betongranulaat, alleen maar beter. Zo is
het bij die technieken mogelijk het aan het toe -
slagmateriaal aangehechte cementsteen gro-
tendeels te verwijderen, wat de kwaliteit van
het toeslagmateriaal bevordert. Hierbij is het
de uitdaging net voldoende kracht op het al
gebroken beton los te laten, zodat de cement -
steen bezwijkt en de toeslagmateriaaldeeltjes
in tact worden gelaten.
Bij dat proces komt het verwijderde cement -
steen als fijn materiaal vrij. Afhankelijk van de
scheidingstechniek zal deze fijne fractie voor
een groot deel uit cementsteen (gehydrateerd
cement) bestaan, met daarnaast mogelijk
ongehydrateerd cement en fijne delen toeslag-
materiaal (silica).
In het verleden wist men niet zo goed wat men
met dit fijne materiaal aan moest, maar dankzij
recente ontwikkelingen is het mogelijk het
gerecyclede cementsteen (Recycled Concrete
Paste, RCP) te gebruiken als zogenoemde
Recycled Concrete Fines (RCF) bij de productie
van portlandcementklinker als CO
2-vrije
grondstof. Hierbij hoeft er vanwege het in de
cementsteen aanwezige calcium minder kalk -
steen te worden gebrand en vindt er dus een
reductie van de CO
2-emissie plaats. Ook kun-
nen deze fines direct worden gebruikt als SCM
in cement, al dan niet na volledige carbonatatie
(zie verderop).
Regelgeving
Voor de toepassing van RCF in cement is sinds
kort nieuwe regelgeving beschikbaar. Zo is
sinds 1 juni 2023 de EN 197-6 ? Cement with
recycled building materials van kracht. Deze
norm is opgezet door CEN/TC 51, de commissie
verantwoordelijk voor Europese regelgeving op
het gebied van cement en bouwkalk. Deze com-
missie heeft de norm opgesteld op basis van
een technisch dossier, gemaakt door de Euro-
pese brancheorganisatie voor cement: CEMBU-
RE AU. CEMBURE AU heeft een werkgroep
geformeerd, omdat vanuit de leden (industrie)
de wens is geuit ook circulaire materialen te
hergebruiken in cement en beton. Het dossier
bevat er varingen van de toepassing van RCF uit
Zwitserland, Frankrijk, Duitsland en Nederland.
Nu EN 197-6 beschikbaar is, zal deze ook wor -
den opgenomen in de nationale annex van EN
206 (de Europese betonnorm), NEN 8005.
Cement met RCF als bestanddeel kan echter pas
worden toegepast in met name constructief
beton, wanneer minimaal gelijkwaardigheid is
aangetoond volgens CROW-CUR Aanbeveling
48. In de Europese norm heeft RCF de afkorting
F (RCF (F)) gekregen.
RCF kan mogelijk ook inzetbaar zijn als inerte
(type l) of reactieve vulstof (type ll) recht -
streeks in beton. EN 197-6 beschrijft een
tweetal cementtypen CEM II en CEM VI die in
combinatie met de andere SCM's uit de
cementnorm kunnen worden samengesteld.
EN 197-6 zou een basis kunnen zijn voor uit -
breiding van de vulstofrichtlijnen voor toepas -
sing in beton.
CARBONATATIE
Als cementsteen is verhard, start een fase
waarbij met name calciumhydroxide kan car -bonateren. Dit is een natuurlijk proces waarbij
CO
2 wordt gebonden: CO 2 reageert met calci-
umhydroxide (Ca(OH)
2) tot calciumcarbonaat
(CaCO
3). Het is in feite een omgekeerde reac -
tie van de eerdergenoemde calcinatie. Dit is
het mechanisme dat leidt tot een verlaging van
de pH in het poriesysteem van beton, waarbij in
geval van gewapend beton de corrosie
-
be
scherming van de wapening vermindert.
Het RCF dat vrijkomt bij het breken kan met CO
2
reageren, waarbij naast calciumcarbonaat
door carbonatatie van de CSH, bij hoge druk en
temperatuur een silica-aluminiumgel ontstaat
die puzzolane eigenschappen heeft. Dus door
carbonatatie van de RCF's worden deze gemi-
neraliseerd en krijgen puzzolane eigenschap-
pen. Hier wordt ook wel gesproken van [c]RCF.
Dit materiaal kan als bestanddeel worden toe -
gepast in cement.
GEFORCEERDE CARBONATATIE
Er zijn verschillende aspecten die invloed heb-
ben op de carbonatatie van RCF. Zo is vochtig-
heid van belang; het kan droog, semi-nat of nat
plaatsvinden (foto 6). Daarnaast zijn ook tem-
peratuur en druk van invloed op de mate en de
snelheid van carbonatatie. Uit recent onder -
zoek is gebleken dat ook fijne silicadeeltjes uit
het toeslagmateriaal bij hoge temperatuur en
druk puzzolaan kunnen worden. Behandeling
bij hoge druk en met stoom wordt ook wel
autoclaveren genoemd en is ook bekend als
techniek om hydratatiereacties en sterkte
-
ont
wikkeling in beton te versnellen.
Omdat de carbonatatie van RCF interessant is
bij het hergebruik, wordt gekeken hoe dit pro-
ces kan worden geoptimaliseerd. Hoewel de
carbonatatiereactie spontaan verloopt en exo-
therm is (geen energie nodig), is er wel ener -
gie nodig om dit proces op industriële schaal
effectief uit te voeren, bijvoorbeeld in een wer -
velbed. Er wordt aangenomen dat er 10 kWh
elektriciteit nodig is om 1 ton RCF te fluïdiseren
gedurende 30 minuten, ongeacht de chemi-
sche samenstelling. Omdat de RCF al fijn is, is
er geen verdere maalenergie nodig. Carbona-
tatie op industriële schaal wordt ook wel
geforceerde carbonatatie genoemd.
In het ideale plaatje kan bij de carbonatatie van
RCF gebruik worden gemaakt van CO
2 die vrij-
komt bij de productie van portlandcementklin-
ker. Bij Heidelberg Materials is deze techniek al
tweemaal op industriële schaal getest. In Brevik
(Noorwegen) is dit semi-droog gebeurd en in
cementmaling 10%
calcinatie 61%
CEM I 52,5 CEM II / B-V 42,5 N CEM III / A 42,5 CEM III / B 42,5 N CEM III / B 42,5 L
kg CO
2 / ton
CEM III/B 40% fossiele
brand-
stoen 29%
CEM II 10% CEM I
35%
CEM III/A 15%
5 Van links naar rechts: portlandcement, gemalen gegranuleerde hoogovenslak, kalksteenmeel, poederkoolvliegas
(op de achtergrond een betonprisma)
15 VAKBL AD 3 2023
Binding CO2 bij hergebruik cementsteen.indd 15Binding CO2 bij hergebruik cementsteen.indd 15 16-10-23 08:4716-10-23 08:47
Ribblesdale (Groot-Brittannië) onder natte
omstandigheden. In deze testen is het CO
2-hou-
dend gas van de oven direct gebruikt. Hierbij is
vastgesteld dat het proces robuust is en e? ci-
ent qua opname van CO
2. Momenteel wordt in
een fabriek in Polen een selectieve recycle-
installatie voor beton geïnstalleerd, waarbij een koppeling wordt gemaakt met de gassen die
vrijkomen uit de klinkeroven. De materialen uit
de recycle-installatie, met name de RCF, zullen
in een soort reactor in contact worden gebracht
met de afgassen die CO 2 bevatten en waarbij de
RCF zal carbonateren. Deze installatie zal in
2024 operationeel zijn en het gecarbonateerde
materiaal zal in deze fabriek als bestanddeel in
cement worden toegepast.
De hoeveelheid CO
2 die kan worden gebonden
is sterk afhankelijk van de scheidingstechniek,
ofwel het aandeel cementsteen in de RCF.
Deze factor is dominant ten opzichte van de
andere genoemde factoren vocht, druk en
temperatuur. Verwacht wordt dat een RCF met
een hoog aandeel cementsteen tot 200 kg aan
CO
2 per ton aan materiaal kan opnemen.
EIGENSCHAPPEN GECARBONATEERD RCF
Gecarbonateerde betonfi nes ([c]RCF) zijn een
zeer reactieve puzzolaan met een hoog specifi ek
opper vlak. Uit onderzoek is gebleken dat, in
vergelijking met andere puzzolanen, [c]RCF
extreem snel kan reageren, sneller dan bijvoor-
beeld poederkoolvliegas (fi g. 8). In vergelijking
met kalksteen zijn positieve resultaten bekend
bij 40% ver vanging van portlandcement door
[c]RCF (fi g. 9). Op laboratoriumschaal is al
onderzoek gedaan met 60% [c]RCF resulterend
in een goed presterend cement in de 32,5-klasse.
AFVANGEN, GEBRUIKEN EN OPSL A AN CO 2
Bij het geforceerd carbonateren van RCF snijdt
het 'CO
2-mes' aan twee kanten. Enerzijds
wordt gerecycled cement geschikt gemaakt
voor toepassing in nieuw cement, wat het
gebruik van de relatief CO
2-onvriendelijke
portlandcementklinker beperkt. Anderzijds
wordt CO
2 dat vrijkomt bij de productie van
cement afgevangen en gebonden.
Demolishing
Mineralization
substrate New SCM
Fresh
concrete Old concrete
Recycled a ggregates and sand
1
2
3
1
2
3
? Disintegration of old concrete i nto constituents:
aggregates, sand and cement paste (RCP)
? 100 % mechanical process: low energy / costs
? CO2 mineralization from raw fue gas using RCP
= Carbon Capture and Storage tec hnology
? Thermodynamically favorable: fast, low energy
demand, robust
? RCP becomes pozzolanic upon carbonation
? Highly reactive Si - Al gel allows high
replacementlevels
6 Labopstelling carbonatatie cementsteen
7 Schematische weergave mogelijkheden RCP
16 VAKBL AD 3 2023
Binding CO2 bij hergebruik cementsteen.indd 16Binding CO2 bij hergebruik cementsteen.indd 16 16-10-23 08:4716-10-23 08:47
Dat laatste past in een van de belangrijke stra-
tegieën van Heidelberg Materials: het afvangen,
gebruiken en opslaan van CO
2. Dit is beter
bekend onder de Engelse term Carbon Capture,
Utilisation and Storage, ofwel CCUS . De over-
tuiging is dat de doelstelling ? het reduceren van
de CO
2-footprint tot 0 in 2050 ? alleen mogelijk
is door ook op deze strategie in te zetten.
Het gebruik van CO
2 bij de mineralisatie van
cementsteen is een van de voorbeelden van
utilisation. Daar zijn diverse andere manieren
voor. Zo kan de afgevangen CO
2 worden
gebruikt bij de productie van brandstoff en en
het kweken van algen. Recent heeft Heidel-
berg Materials een contract afgesloten met
Linde voor de verkoop van afgevangen CO
2 uit
de cementfabriek in Lengfurt voor toepassing
in de chemische en voedingsindustrie.
Ook kan CO
2 worden gebruikt voor zoge-
noemde CO
2-verharding. Hier van is sprake bij
het al eerdergenoemde wollastoniet. Maar ook
andere materialen kunnen met CO
2 verharden.
Staal- en roestvaststaalslakken kunnen als
fi jngemalen product worden gebruikt bij de
productie van bouwblokken, waarbij CO
2- ve r-
harding plaatsvindt onder de juiste omstandig-
heden (druk, vocht en temperatuur). Een voor-
beeld hier van is Carbstone.
Als CO
2 niet wordt gebruikt kan het worden
opgeslagen. Deze storage kan bijvoorbeeld in
oude gasvelden, maar wellicht ook in minera-
len (zoals in olivijn). 's Werelds eerste groot-
schalige carbon capture and storage-project
bij een cementfabriek komt te staan in Brevik in
Noorwegen, waar jaarlijks 400.000 ton CO
2 zal
worden afgevangen (foto 10). Die techniek
wordt inmiddels op meerdere plekken toege-
past, zoals bij een cementfabriek in Mitchell in
de Verenigde Staten, waar jaarlijks 2 miljoen
CO
2 wordt afgevangen en opgeslagen.
1 d 2 d7 d28 d 90 d
0
10 20
30 40 50
60
70
)aPM( htgnerts evisserpmoC
Time (Days)
L-2 L-4 cRCP-d-2 cRCP-d-4 cRCP-w-2 cRCP-w-4
SCM: L=limestone, cRCP =carbonated RCP
Clinker
replacement
2=20 %
4=40 %
Carbonation
method
d=semi - dry
w=wet
EN 197 - 2
M. Zajac, Efect of semi-dry carbonated paste on cement hydration a nd performance. Submitted to Cement a nd Concrete Research
DOELSTELLINGEN
Samenvattend zijn er drie pijlers in de strategie
van Heidelberg Materials om de CO
2-uitstoot
te verminderen:
1 het ontwikkelen van alternatieve innova- tieve bindmiddelen met andere SCM's,
waarbij circulariteit (van met name beton)
een van de speerpunten is; 2 het gebruik van alternatieve brandstoff en bij
de productie van portlandcementklinker;
3 Carbon Capture, Utilisation and Storage.
Met deze drie pijlers is Heidelberg op weg naar
een reductie van CO
2-emissies (wereldwijd)
met 47% in 2030 2030 en naar 'net zero' in 2050
(fi g. 11).
8 Gecarbonateerde RCF reageert sneller dan andere puzzolanen
9 Gecarbonateerde betonfi nes presteren goed als SCM bij 40% ver vanging van portlandcementklinker in vergelijking met kalksteen
11 Verlaging van CO
2-footprint van cement tot 2050 door alternatieve bindmiddelen (optimise products),
alternatieve brandstoff en (optimise process) en Carbon Capture, Utilisation and Storage (CCUS)
10 Cementfabriek in Brevik, de eerste grootschalige
cementfabriek waar CO
2-afvang en -opslag plaatsvindt
17 VAKBL AD 3 2023
Binding CO2 bij hergebruik cementsteen.indd 17Binding CO2 bij hergebruik cementsteen.indd 17 16-10-23 08:4716-10-23 08:47
Wereldwijd de meest toegepaste cementsoort is portlandcement, met als belangrijkste bestanddeel portlandcementklinker. Bij de productie hiervan komt relatief veel CO2 vrij, met verschillende oorzaken (fig. 2). In de eerste plaats is energie nodig voor het verwarmen van de ovens waarin de klinker wordt gemaakt. De tweede, meest belangrijke oorzaak is dat er CO2 vrijkomt bij de calcinatie van kalksteen.
Reacties