Een bijzonder gebouw vraagt om een bijzondere
bekistingsoplossing. Dat geldt zeker voor Depot
Boijmans Van Beuningen. Voor de dubbelgekromde
gevel, uitgevoerd in ter plaatse gestort
beton, bedacht BAM Materieel een uitgekiend
bekistingsconcept (foto 2). Met als bijkomstigheid
een knap staaltje rekentechniek.
auteur Sjors Tullemans BAM Materieel
Uitgekiende bekistingsoplossing voor Depot Boijmans Van Beuningen
De cirkel is rond
Een bijzonder gebouw vraagt om een bijzondere
bekistingsoplossing. Dat geldt zeker voor Depot
Boijmans Van Beuningen. Voor de dubbelge-
kromde gevel, uitgevoerd in ter plaatse gestort
beton, bedacht BAM Materieel een uitgekiend
bekistingsconcept (foto 2). Met als bijkomstigheid
een knap staaltje rekentechniek. N
aast het museum Boijmans Van
Beuningen, in het Museumpark in
Rotterdam, verrijst het Depot Boijmans
Van Beuningen. Het is het eerste open-
baar toegankelijke depot ter wereld en
herbergt een complete collectie kunst-
objecten. Het gebouw heeft een opper-
vlak van 40.000 m
2 en kent een ronde
plattegrond die naar boven in omvang
toeneemt. De diameter aan de onder-
zijde is 40 m en aan de bovenzijde
60 m. Het gebouw telt zes verdiepin-
gen en is 39 m hoog.
De betonnen gevel wordt bekleed met
spiegelglas, waardoor het gebouw
minder opvalt en er van buitenaf een
1
Bekisting voor de
ronde gevel van het
Depot Boijmans Van
Beuningen
24 VAKBLAD I 3 2018
PROJECTGEGEVENS
Project Depot Boijmans Van Beuningen
Opdrachtgever Gemeente Rotterdam, Museum Boijmans Van
Beuningen, Stichting de Verre Bergen
Aannemer BAM Bouw en Techniek
Bekisting BAM Materieel
Leverancier betonmortel Cementbouw
Architect MVRDV
Constructeur IMd Raadgevende Ingenieurs
P24_Boijmans van Beuningen.indd 24 08-10-18 13:29
mooi beeld ontstaat van wat er zich
allemaal afspeelt in het park (fig. 3).
Op het dak bevindt zich een beelden-
tuin en een dakopbouw met restaurant
en technische ruimten.
Gevel
Door de variërende diameter ontstaat
een dubbelgekromde gevel. De gevel
van de onderste twee verdiepingen
(2 × 6 m hoog) is in het werk gestort.
Die van de vier lagen erboven is uitge-
voerd in prefab beton (fig. 4). Er is
overwogen ook de onderste verdiepin-
gen in prefab beton uit te voeren om
zo tijdwinst te kunnen boeken, maar constructief bleek dat niet haalbaar.
De gevel rust op een zware ringvor-
mige fundering op schroefpalen.
De wanddikte van het in het werk
gestorte deel van de gevel varieert van
450/500 mm op de begane grond tot
350 mm op de eerste verdieping. De
gevel is in twee delen gestort; eerst de
onderste en vervolgens de tweede
bouwlaag. Ook hier is eerst een andere
oplossing overwogen: voor de bouw-
snelheid had het aanvankelijk de voor-
keur de wand van 12 m hoog in één keer
te storten. Maar dat bleek niet haalbaar.
Het zou leiden tot een zeer complexe aansluiting met de eersteverdiepings-
vloer. Die vloer heeft bovendien een
functie in de stabiliteit van de gevel en
moest dus aanwezig zijn nog voordat de
gevel op de eerste verdieping zou wor-
den gestort. Tot slot zou ook de stortbe-
lasting op de hulpconstructie bij het in
een keer storten wel erg groot worden.
Bekisting
Voor de bekisting hebben diverse vari-
anten de revue gepasseerd. Twee
oplossingen van externe bekistingsle-
veranciers gingen uit van een rechte,
gesegmenteerde achterconstructie
voor de bekisting (fig. 5a en 5b). Uit-
2
Schaaldelen met
vakwerkconstructie
3
Artist impression van
Depot Boijmans Van
Beuningen
4
De gevel van de
onderste twee
lagen is ter
plaatste gestort en
daarboven uitge-
voerd in prefab
beton
5b
Oplossing met
bekisting in meer-
dere hoeken
5a
Oplossing met
rechte bekisting
25 VAKBLAD I
3 2018
P24_Boijmans van Beuningen.indd 25 08-10-18 13:29
eindelijk is door BAM Materieel een
eigen variant ontwikkeld (fig. 6). De
aangeboden oplossingen bleken
namelijk te moeilijk uitvoerbaar.
Bovendien zouden ze te veel ruimte in
beslag nemen. De variant van BAM
Materieel volgt de dubbelgekromde
contouren volledig. Bijkomend voor-
deel van deze oplossing was dat een
regelmatig centerpenpatroon eenvou-
diger was te realiseren, doordat de
centerpennen overal haaks op de
gevel stonden.De bekisting voor de eerste bouwlaag is
opgedeeld in 64 segmenten (schaalde-
len). Deze segmenten kwamen min of
meer toevalligerwijs exact overeen met
de stramienen in het ontwerp. Voor elk
segment is voor de buitenkist (stelkist)
een afzonderlijk bekistingselement toe-
gepast. 64 elementen dus, die slechts
eenmaal zijn ingezet. Ze moesten
immers blijven staan, onder meer om
de belasting uit de vloer en de schaal
van de tweede verdieping op te kun-
nen nemen.
Voor de binnenkist (sluitkist) op de eer-
ste verdieping zijn twee keer 16 ele-
menten toegepast: 16 voor het deel
van de wand van 500 mm dik en 16
voor het deel met wanddikte 450 mm.
Deze elementen zijn dus elk tweemaal
gebruikt.
De wanden zijn in vier kwarten gestort.
Voor de wanden op de tweede laag zijn
ook 64 stelkisten toegepast. Voor de
sluitkist zijn hier 16 elementen
gebruikt, die allemaal dus vier keer zijn
ingezet. Opbouw elementen
De bekistingselementen zijn zoals
gezegd dubbelgekromd en lopen naar
boven toe iets taps uit. Er zijn speciale
elementen voor ontwikkeld. Uitgangs-
punten waren: de mogelijkheid tot
assemblage op de bouwplaats, beper-
king materiaal, beperking gewicht, hijs-
baarheid, voldoende draagkracht,
mogelijkheid tot bevestiging aan de
fundering, mogelijkheid tot koppeling
met de vloer en de bekisting erboven
en tot slot zo min mogelijk
ruimtebeslag.Alle elementen zijn op dezelfde manier
opgebouwd. Belangrijkste onderdeel
zijn twee verticale, stalen, gekromde
spantbenen. Voor deze spantbenen is
een speciaal samengesteld profiel ont-
wikkeld. Dit profiel heeft twee lijven,
waartussen de centering kon worden
aangebracht. De bovenflens loopt iets
breder uit dan de onderflens, waardoor
er ruimte was de bekisting op de spant-
benen te bevestigen (fig. 7).
Dwars op de spantbenen bevinden zich
schenkels die de gekromde vorm van
de wand volgen (foto 8). Daartoe zijn
ze exact op maat gefreesd. De schen-
kels zijn in lengterichting verstevigd
met baddinghout. Dwars op de
schenkels zijn verzonken latjes (tengels)
aangebracht om het betonplex op te
kunnen bevestigen.
Zo ontstond een constructie waarbij de
spantbenen de verticale kromming
volgde, de schenkels de horizontale en
het betonplex de kromming in beide
richtingen.
Het betonplex had enige overmaat.
Met behulp van een mal zijn ze exact
op maat gezaagd. Dit luisterde bijzon-
der nauw; zo speelde ook het type zaag
een rol. De 64 elementen moesten
goed op elkaar aansluiten. Dat was
zeker bij de sluitkist belangrijk. Daar
golden namelijk strenge eisen voor het
betonoppervlak (schoonbeton
CUR100, klasse B9). De naden moesten
goed dicht zijn, temeer omdat een zelf-
verdichtend betonmengsel is toege-
past. Een dergelijk vloeibaar mengsel
was nodig vanwege de vorm van de
wand die mechanisch verdichten
onmogelijk maakte.
6
Definitieve
oplossing met
gekromde bekisting
F7
Opbouw sluitkist (binnenzijde)
bekistingsplaat schenkel
baddinghout
spantbeen
tengels
26 VAKBLAD I
3 2018
P24_Boijmans van Beuningen.indd 26 08-10-18 13:29
Om wisselingen tussen te platen tegen
te gaan en om een dichting te creëren,
is achter de elementnaden een latje
bevestigd en zijn de naden afgekit. De
passing was vooral bij het plaatsen van
het laatste element spannend, maar
het bleek precies te passen.
De elementen zijn in de fabriek
gemaakt en in zijn geheel naar de
bouwplaats vervoerd. Belangrijk voor-
deel was dat ze goed stapelbaar waren.
De schaaldelen met de spantbenen zijn
op de bouwplaats samengesteld tot
een vakwerkconstructie, die deels uit
standaard kokervormige profielen
bestond, deels uit samengestelde
u-profielen. Om de spantbenen aan de
kokers te kunnen bevestigen, is er op
de juiste posities in het spantbeen een
sparing aangebracht, waarin de koker
kon worden geschoven. Deze koker
werd door middel van een pen beves-
tigd. Dankzij deze oplossing bevond de
knoop zich exact op de systeemlijn.
Het staal dat voor de sparing in de flen-
sen van de spantbenen moest worden
weggelaten, is gecompenseerd door
rond de sparing extra staal aan te bren-
gen (fig. 9). Het snijden van de onder-
delen voor het spantbeen gebeurde
overigens volledig computergestuurd.
Ondersteuning vakwerk
Het vakwerk werd op drie posities
ondersteund. De belangrijkste is de
aansluiting aan de binnenzijde van de
schaal, op de overgang van de funde-
ring naar de vloer. Hier komen grote (spat)krachten vrij. Daarom moest die
koppeling degelijk worden uitgevoerd.
In het beton zijn ankers ingestort,
waarop per element twee schoenen
zijn bevestigd (een ter plaatse van elk
spantbeen). Op die schoen is de bekis-
ting vastgemaakt (fig. 10). Omdat op deze schoen ook het horizontale been
van het vakwerk werd aangesloten,
moest die heel nauwkeurig worden
gemaatvoerd. Daarmee kon worden
uitgegaan van 'gedwongen positione-
ring'. De positie van het hele element
hing ervan af. De constructie werd via
Foto 8
Opbouw bekisting in
fabriek met spantbeen
schenkels en verstevi-
gend baddinghout
9
Koppeling spantbeen met vakwerk
pen
spantbeen sparing
spantbeen
verbreding
flens
centering vakwerkstaaf
10
Aansluiting bekisting op fundering
27 VAKBLAD I
3 2018
P24_Boijmans van Beuningen.indd 27 08-10-18 13:29
stelbouten op de schoen bevestigd en
de ruimte achter de schoen werd later
aangegoten (foto 11).
Ter plaatse van de twee andere steun-
punten rustte het vakwerk door middel
van een ontkistingsmechanisme (ont-
kistingspot) op stelconplaten. De
grond is op deze plaatsen verdicht.
Om de krachten en de vervorming van
de elementen te kunnen bepalen, is in
de berekening uitgegaan van een aan-
tal verschillende veerstijfheden van de
ondergrond: van volledig star tot rede-lijk slap. Zo ontstond een beeld van de
marges waarbinnen de vervorming van
de ondersteuning zich zou bewegen.
De constructie bleek uiteindelijk stijf
genoeg en de vervorming bleef ruim
binnen de marges.
Vloer en tweede bouwlaag
Toen de wand op de eerste bouwlaag
voldoende was verhard en de binnen-
kist was verwijderd, kon worden
begonnen aan de vloer en de bekisting
van de tweede laag. Omdat er enige
vertraging in de planning van de vloer
zat, is eerst de stelkist van de tweede
bouwlaag aangebracht. Dit bleek con-
structief haalbaar.
De bekistingselementen voor de tweede
laag zijn op een vergelijkbare manier
opgebouwd als die voor de eerste laag.
Alleen de ondersteuning was een stuk
eenvoudiger. In plaats van een vakwerk-
constructie bestond die uit een welis-
waar zware maar wel enkele schoor.
De koppeling van de bekisting en de
schoor met de onderliggende bekis-tingsconstructie was wel weer een
flinke puzzel. Er is een koppeling
gemaakt waarmee het mogelijk was de
bekisting onafhankelijk van de eerste
schaal opnieuw te stellen, met juiste
ronding en ongeacht de vervormingen
van de eerste schaal (fig. 12).
Vervolgens werd de vloer gestort. Deze
is volledig uitgekist. De kromming van
de schaal is dermate groot dat de vloer
deels op die schaal moest worden afge-
stempeld. Daarvoor zijn schoenen ter
plaatse van de centeringen toegepast
(fig. 13 en foto 14).
Nadat de vloer was gestort, moest men
de bekisting eerst laten schrikken om
ervoor te zorgen dat de constructie
zelfdragend werd en de belasting op
de hulpconstructie werd gereduceerd.
Dit is gerealiseerd met behulp van ont-
kistingspotten onder aan het vakwerk.
Berekening bekisting
Belangrijk vertrekpunt in het bekistings-
ontwerp was de positionering van de
11
Aansluiting bekisting
op fundering via een
schoen
12
Aansluiting wand-
bekisting tweede
bouwlaag op bekis-
ting eerste bouw-
laag
28 VAKBLAD I
3 2018
P24_Boijmans van Beuningen.indd 28 08-10-18 13:29
centerpennen. De exacte positie was
niet voorgeschreven door de architect.
Wel moest het een regelmatig patroon
zijn. Op basis van ervaring is een
patroon gekozen met in de hoogte om
de 1,5 m een centering, verticaal
gemeten. De bovenste centering
bevond zich vlak boven de eerstever-
diepingsvloer, de onderste helemaal
onderin en drie ertussen. Overigens
zorgde die posities af en toe wel voor
de nodige clashes met de wapening,
waardoor de positie op een aantal pun-
ten moest worden gewijzigd. Gelukkig
betrof dit geen cruciale punten in het
zichtwerk.
De bekistingsdruk was een belangrijk
aspect in het ontwerp. Deze is zeer
nauwkeurig berekend. Uitgangspunten
daarbij vormden onder meer het con-
sistentiegebied, het opstijfgedrag, de
stortsnelheid en de beton- en omge-
vingstemperatuur. Zolang het beton
niet is verhard, oefent het een druk uit
in alle richtingen, de zogenoemde
hydrostatische druk. Bij een normale vloeistof neemt deze druk naar onder
toe lineair toe. Dat geldt niet voor
beton. Vanaf een bepaald punt blijft hij
gelijk (fig. 15, zie ook artikel 'Bekis-
tingsdruk berekend', Betoniek
2017/4).
De bekisting is zeer gedetailleerd bere-
kend met behulp van SCIA Engineer.
Het vaststellen van de juiste belastin-
gen was, vooral vanwege de dubbel-
gekromde vorm van de bekisting,
behoorlijk complex.
De bekisting is in het model opgeknipt
in delen van 0,5 m in de hoogte. Voor
elk stuk is de hydrostatische druk lood-
recht op de bekisting bepaald. Deze
was afhankelijk van de helling van de
bekisting, de diameter van de gevel en
de effectieve lengte van het betref-
fende deel. Daaruit volgde een q-last
loodrecht op het vlak. Van beneden
naar boven neemt die eerst toe
vanwege de toenemende diameter,
dan weer af omdat de druk afneemt
(fig. 16). De druk is met een spread-
sheet voor elk punt berekend.
Naast de bekistingsdruk golden als
14
Ondersteunings-
constructie vloer
afgesteund op schoe-
nen t.p.v. centeringen;
afwijkende positie ter
plaatse van kolommen
29 VAKBLAD I 3 2018
13
Ondersteunings-
constructie vloer afge-
steund op schoenen
t.p.v. centeringen;
reguliere positie
P24_Boijmans van Beuningen.indd 29 08-10-18 13:29
belastingsgevallen ook het eigen
gewicht van het beton (op de vakwerk-
constructie), het gewicht van de bekis-
ting (bekisting, spanten en vakwerk,
vlonders) en de vloer, de windbelasting
en de stortbelasting. Al met al waren er
enorm veel belastingsgevallen, temeer
omdat er ook rekening is gehouden
met verschillende bouwfasen. Omdat
er veel repetitie zat in de elementen
was het aantal berekeningen alsnog te
overzien.
Voor de belasting door het beton is
gerekend met een belastingsfactor
= 1,35, conform CC1. In het werk zijn
de drukken gemeten, om zeker te
weten dat er geen overschrijdingen
plaatsvonden en om kennis te vergaren
over het gedrag van dit specifieke mengsel bij deze vorm van bekisting.
Uit deze metingen bleek dat de belas-
ting op de centerpennen onder de toe-
laatbare waarde van 150 kN bleef.
Behalve het betonplex en de center-
pennen zijn ook alle verbindingen bere-
drukopbouw in de praktijk
hydrostatische
betondruk
betonhoogte [m]
Pmax
bekistingsdruk P [kN/m 2]
15
Principe opbouw
bekistingsdruk
kend. Aan de vervormingen zijn extra
zware eisen gesteld, in verband met de
gewenste uitstraling van het schoon-
beton (foto 17).
Tot slot
Samen vormen alle bekistingselemen-
ten een prachtig symmetrisch geheel.
Dan te bedenken dat het alleen maar
om hulpconstructies gaat. Wel wordt
het materiaal waar mogelijk herge-
bruikt. Dat geldt bijvoorbeeld voor het
staal uit de vakwerken. De spantbenen
en het betonplex kunnen helaas niet
opnieuw worden ingezet.
BAM Bouw en Techniek is tot de
tweede helft van 2019 bezig met de
bouw van het Depot. Daarna moet het
gebouw een halfjaar opdrogen zodat
het klimaat in het gebouw optimaal is
voor de kunst die erin komt. Als het
eenmaal zover is, worden de kunstwer-
ken naar het gebouw verhuisd. Depot
Boijmans Van Beuningen opent naar
verwachting in 2020.
16
Verloop
bekistingsdruk
17
Binnenzijde van de gevel is schoonbeton
30 VAKBLAD I 3 2018
P24_Boijmans van Beuningen.indd 30 08-10-18 13:29
Nieuwsbriefabonnees lezen dit artikel gratis!
Leden van de nieuwsbrief van Betoniek krijgen dit artikel cadeau. Nog geen abonnee op de nieuwsbrief van Betoniek? Via deze link kun je lid worden; een wachtwoord kun je aanmaken door op 'wachtwoord vergeten' te klikken.
Reacties