Een maandelijkse uitgave van deVereniging Nederlandse Cementindustriepostbus 3011, 5203 DA 's-Hertogenboschtelefoon 073-150150 (abonnementen 150231) januari 1983De rol vanchlorideChloride is zo'n woord dat er vreemder uit gaatzien naarmate je er langer naar kijkt. Het is in debetonwereld bovendien een nogal beladenbegrip. Niet ten onrechte, wanneer recenteschadegevallen waar chloriden bij betrokkenwaren voor de geest worden gehaald. Hetisdaarom merkwaardig dat het nog niet zo lang isgeleden dat calciumchloride in de betonwereldals een nuttige (en goedkope!) hulpstof werdbeschouwd.Het is de moeite waard om eens na te gaan hoemen zo'n jaar of 20 geleden over chloriden dachten welke ontwikkelingen sindsdien hebbenplaatsgevonden.1962In 1962 verscheen het nog steeds zeer lezens-waardige boekje 'Calciumchloride in beton'. Hetbevat twee degelijk uitgewerkte en goedgedocumenteerde bijdragen van de hand van deprijswinnaars van een Enci-prijsvraag. Opvallendis de genuanceerde behandeling van hetonderwerp.De meningen in 1962worden goed geschetstdoor de conclusies die de auteurs aan hunonderzoek ontleenden. Daarbij moet wordenbedacht dat conclusies in wetenschappelijkepublikaties meestal aan de veilige kant blijven.Enkele zinsneden uit de conclusies van de eersteauteur:'Toepassing van meer dan 2 à 3% calcium-chloride in beton is in het algemeen niet aan tebevelen, omdat de sterkte, de vorstbestendigheiden de duurzaamheid van beton bij hogere zout-gehalten belangrijk achteruitgaan'.'Noch laboratoriumonderzoekingen noch prak-tijkervaringengeven tot nu toe veel aanleiding totbijzondere vrees voor corrosie door de aan-wezigheid van 1 à 2% calciumchloride ingewapend beton van goede kwaliteit en metvoldoende betondekking op de wapening'.En van de tweede schrijver:'Toepassing van calciumchloride, tot eenmaximum van 1,5%, kan zonder bezwaargeschieden mits aan de eisen, die de beton-technologie stelt voor het maken van een goed,dicht beton wordt voldaan'.'Vooropgesteld dat aan de uitvoering van hetwerk alle zorg is besteed: bestaat er bij gebruikvan maximaal 1,5% zuiver calciumchloride geengevaar voor corrosie van het wapeningsstaal, bijde normaal gebruikelijke cementsoorten'.De aangegeven percentages calciumchloridehebben betrekking op het cementgewicht.Eigenlijk zou het beter zijn om niet de hoeveel-heid calciumchloride aan te geven ten opzichtevan de hoeveelheid cement, maarde hoeveelheidchloride ten opzichte van de hoeveelheid water inhet beton. De reden daarvoor is dat het calcium-aandeel van calciumchloride niet schadelijk is.Beton zit er vol mee. Het is het chloride waar hetom draait. Bepalend is daarbij de chloride-concentratie in het poriewater van het beton, enniet zozeer de verhouding van chloride totcement.Chloriden zijn zeer goed oplosbaar; bijvermindering van de hoeveelheid poriewaterdoor hydratatie of verdamping zal de chloride-1Proetstuk van een corrosie-onderzoek, waarbij derelatie tussen verschillende invloedstactoren werdonderzocht, zoals wet, pH en chloridegehalte.Na breken van de prisma 's werden de ingestortestaafjes onderzocht op mate van corrosie, o.a. doorbeitsen en meten van het gewichtsverliesfoto's: Centraal Laboratorium Bredere, Maarssenconcentratie in het resterende water dustoenemen. Aan de andere kant kan cementsteenbepaalde hoeveelheden chloride fysisch ofchemisch binden. Het is dus uiteindelijk nog nietzo simpel om op een bepaald moment in delevensduur van beton de werkelijke concentratieaan vrij chloride in het poriewater vast te stellen.De vertaling van calciumchloride naar chloridegaat als volgt: 2% calciumchloride (in de vormvan watervrije schilfers) komt overeen met 1,5%zuiver calciumchloride en met 1% chloride. Devoornoemde schrijvers achtten dus eenhoeveelheid van ongeveer 1% chloride (tenopzichte van het cementgewicht) toelaatbaar.Ten opzichte van water in beton is dat ca. 2%chloride ofwel 20 g/1.Dat is ongeveer dechlorideconcentratie van zeewater.De uit deze conclusie'sblijkende opvatting overde betrekkelijke onschadelijkheid van calcium-chloride komt ook tot uiting in de betonnorm vandie tijd: in de GBV 1962worden in het geheelgeen eisen gesteld aan het chloridegehalte vanbeton, aanmaakwater of toeslagmateriaal.Toch betekende het uitschrijven van de prijsvraageen zekere kentering: men begon zich af tevragen of calciumchloride wel zo onschadelijkwas.Tien jaar laterZo'n 10jaar later beginnen de meningen echterteveranderen.In de 'Eisen Rijkswaterstaat' van 1972staat nogdat water voor de bereiding van cementbeton tenhoogste 15 g/I aan chloride mag bevatten. In denorm NEN3542,Zand en grind voor gewapend envoorgespannen beton (september 1973),verschijnt evenwel een eis voorhet chloride-gehalte van zand en grind dat uit zee- of brak2(grond)water afkomstig is. Voor gewapend betonmag zulk zand niet meer dan 0,1% en grind nietmeer dan 0,05% chloride bevatten. Voor voor-gespannen beton zijn deze percentagesbelangrijk lager: respectievelijk 0,015en 0,007%.Zand en grind mogen dus in gewapend beton totca. 7 g/I chloride aan het water toevoegen en invoorgespannen beton tot ca. 1 g/1.In het begin 1976 verschijnende deel F van de VB1974, Aanvullende bepalingen voorvoorge-spannen beton, wordt dit laatste nog wat aan-.gescherpt door de eis van maximaal 1 g/I tebetrekken op het totaal aan chloride.In het eind 1976verschenen deel C, Aanvullendebepalingen voor vooraf vervaardigd beton, beginthet serieus te worden. Voor het eerst wordtchloridetoevoeging verboden: 'Het is niettoegestaan chloriden of chloriden bevattendehulpstoffen toe te voegen aan betonmengsels'.Eenzelfde eis wordt in 1978gesteld voor desamenstelling van lichtbeton.In het in 1982verschenen ontwerp 'Tussentijdsewijziging VB 1974' blijkt de ontwikkeling zichvoort te zetten. Als maximum chloridegehaltevoor gewapend beton wordt nu 0,15% tenopzichte van het cementgewicht voorgesteld,dus op water berekend een grens van ongeveer2,5 g/I, terwijl voor eventueel gebruikt bronwaterals aanmaakwaterhet chloridegehalte wordtbeperkt tot 0,5g/1.Geleidelijk aan is er dus een aanzienlijkeverscherping van de eisen gekomen, al zal delaatste wijziging wat soepeler uitvallen dan in hetontwerp werd voorgesteld: de percentagesworden 0,30 voor gewapend beton en 0,10voorvoorgespannen beton.Vanwaar die toenemende vrees voor chloride?2Staaf uit niet-geearbonateerd beton16maanden expositie, bij 75% RVwef= 0,50, chloridegehalte 4%3Staaf uit geearbonateerd beton14maanden expositie, bij 50% RVwef= 0,50, chloridegehalte 4%Wat is chloride?Laten we eerst maar eens kennis maken met deboosdoener. Misschien kunnen webeter zeggen,de kennismaking hernieuwen. Wantiedereenisvan kinds af aan vertrouwd met chloriden:natriumchloride heet in de huishoudingkeukenzout en ammoniumchloride salmiak. Depittige smaak is niet afkomstig van het natrium ofhet ammonium, maarvan het chloride.Het isbekend dat keukenzout niet zo goed isvoorde mens. Dat komt echter niet door het chloride,maar door het natrium. Chloride doet de mensgeen kwaad.Waarom is chloride wel kwalijk voor beton? Omdat in te zien moeten we even letterlijk heel kleingaan denken.Beton wordtsamengesteld uit grind (4-30 mm),zand (0,1-4 mm), cement(0,1 00-0,001 mm) enwater. Cement plus water vormt cementsteen,een harde, poreuze massa.Op die poriën moetenwe letten, want daarin vindt alles plaats. Zekunnen worden onderscheiden in capillaireporiën, die 10 tot 1000 maal zo klein zijn als defijnere cementkorreltjes en verder gelporiën dienog weer eens 10 tot 100 maal zo klein zijn. Degelporiën en een min of meer groot deel van decapillaire poriën zijn gevuld met water.Gezien op de schaal van de gelporiën bestaatwater uit moleculen, bolletjes met ongeveerdezelfde afmetingen als de gelporiën. Onderdezelfde vergroting bekeken blijken chlorideneveneens uit kleine deeltjes te bestaan; ze zijniets groter dan watermoleculen, en hebben een(negatieve) elektrische lading; de chemicusnoemt dergelijke deeltjes ionen.Zeewater bevat ongeveer 1 chloride-ion op 100watermoleculen, drinkwater ongeveer 1 op de10000; het chloridegehalte van het poriewatervan beton zal daar over het algemeen ergenstussen liggen.Over liggen gesproken, dat poriewater ligt er nietzo rustig bij als men wel zou kunnen denken.Integendeel, het is een ware heksenketel. AI dieminiscule deeltjes schieten heen en weer metongelofelijke snelheden; gemiddeld met zo'n2000 km/u. Omdat ze zo dichtop elkaar gepaktzitten veranderen ze echter ondanks al dat heenen weer gevlieg toch maar nauwelijks van plaats.We zullen nog zien dat dit een gelukkige bij-komstigheid is.Naast watermoleculen en zo hier en daar eenchloride-ion, bevat het poriewater nog allerleiandere stoffen. Voor ons vanbelang zijn o.a.zuurstofmoleculen en negatief qeladenhydroxyl-ionen, ook weer deeltjes met ongeveer dezelfdeafmetingen als de watermoleculen. Hydroxyl-ionen zijn verantwoordelijk voor de hogealkaliteitvan het poriewater; hoe meer hydroxyl-ionen, hoe hoger de alkaliteit. Om exact te zijn:wanneer de hoeveelheid hydroxyl-ionen tienmaal zo groot wordt, neemt de pH met ééneenheid toe.Bij de normale pH van poriewater, 12,5,bevat hetruim 500 mg/I van deze ionen.CorrosieErgens in dat poriesysteem bevindtzich tenslottede wapening. Weer met de supermicroscoop vanonze fantasie bekeken (want al die deeltjesblijven ook bij de sterkste vergroting onzichtbaar)bestaathet staaloppervlak uit ijzer-ionen. Zehebben elk een positieve lading, die twee maal zogroot is als die van de chloride- en hydroxyl-ionen. Wat menselijk gesproken zou je kunnenzeggen dat ze het niet zo naar de zin hebben.Staal wordt, met behulp van veel energie,34Betondoorsnede, ware grootte-wapeningcementsteen + fijn toeslagmateriaalgrover \toeslagmateriaal1cm5Doorsnede, 100x vergrootwapeningfijncementsteen0,1 mmgemaakt uit ijzererts. Die energie wil het staalweer kwijt, het wil weer terug naar zijnoorspronkelijke vorm: ijzeroxide, dat wil zeggeneen verbinding van ijzer en zuurstof.In het poriewater zit misschien niet zoveelzuurstof, maar wel vrij veel hydroxyl-ionen, dievoor 95% uit zuurstof bestaan. Het staal reageerter gretig mee; na korte tijd ishet staaloppervlakbedekt met een laag hydroxyde, die door water-afsplitsing en verdere oxydatie overgaat in ijzer-oxide, de stabiele eindtoestand.De staalionen aan het oppervlak hebben hun zin,maar de wat dieper gelegen ionen zitten nogsteeds met hun overmaat aan energie. Hetgevormde oxidehuidje isdun, maarwel erg dicht.Het sluit verder contact tussen het staal en hetporiewater Mocht er hier of daar nog eenzwakke plek zitten, waar nog contact mogelijk is,dan wordt door de onmiddellijk volgende reactie4ter plaatse oxide gevormd en wordt de zwakkeplek automatisch verder gedicht. Een tegenvallervoor het instabiele staal, maar een ideaalmechanisme uit een oogpunt van corrosie-bestrijding. Men noemt dit mechanismepassivering.Bij lage pH zijn er onvoldoende hydroxyl-ionenom zo'n mooie, dichte laag te vormen. Hetijzerionis meestal al een eindje de oplossing in voor hetkan reageren. Het oxide ontstaat dus wel, maarvormt zo een poreuze massa die verdereomzetting niets in de weg legt. Het staal is nu dusniet tegen corrosie beschermd.Zuurstof speelt hierbij een dubbelrol: aan enekant zorgt het voor een beschermende laag ophet staaloppervlak, die het metaal voor verdereaantasting beschermt, aan de andere kant kanhet volumineuze roest veroorzaken.6Doorsnede, 10000 x vergrootwapeningcapillaire porieIgeldeeltjeongehydraleerd deel van eencementkorreltje10 nm7Doorsnede, 1000000 x vergrootDe snelheid waarmee het corrosieprocesverloopt hangt uiteindelijk af van de snelheidwaarmee zuurstof wordt aangevoerd. Die aan-voer kan snel zijn in poreus, uitgedroogd beton,maar is in dicht beton, waarvan de poriën gevuldzijn met water, zeerlangzaam.De snelheid hangt ook af van de hoeveelheidchloride die zich in de buurt van de wapeningwatermoleculenchloride-ionveroorzaken. Het chloride-ion wordt dus nietverbruikt; het werkt als een katalisator.Hydroxyl-ionen worden wel verbruikt, maar ookweer gevormd wanneer voldoende zuurstofaanwezig is. Als dat laatste hetgeval is, groeit deroestlaag steeds verderaan. en alsde ruimte voorverdere groei ontbreekt wordt het omringendebeton stukqedrukt. De eerst nog onzichtbarewerking van zuurstof, water en chloride wordtzichtbaar.oxidehuidwapeninggel porieDe rol van chlorideWat nu de rol van de chloriden in ditspel? Zoalsgezegd zijn chloriden, netals hydroxyl-ionen,negatief geladen deeltjes met ongeveer dezelfdeafmetingen. Ze kunnen daardoor in debeschermende laag de plaats van hydroxyl-ioneninnemen. Helemaal passen doet het echter niet;in plaats van een dichte laag ontstaat een laagmet onregelmatigheden. Daar komt nog bij, datijzerhydroxide, het in eerste instantie door dehydroxyl-ionen gevormde produkt, onoplosbaaris in water. De overeenkomstige verbindingtussen ijzer en chloride is daarentegen zeer goedoplosbaar. In feite trekken daardoor de chloride-ionen ijzer-ionen in de oplossing. In het wateraangekomen splitst de zaak weer; het ijzerreageert alsnog, maar nu op de verkeerde plaatsmet hydroxyl-ionen en het chloride kan weerverdere zwakke plekken in de passiverende laag5SEM-opname van een (Iucht)porie in beton, vergrotingrespectievelijk 730x en 2200 xbevindt. Deze bepaalt hoe snel er gaten in depassiverende oxidehuid worden geslagen.De snelheid hangt tenslotte af van de alkaliteitvan het poriewater. Een hoge alkaliteit betekentdat de concurrentiestrijd tussen chloride enhydroxyl-ionen in het voordeel van de laatstenwordt beslist en dat er alsnog een beschermendehuid wordt gevormd.In gaaf, niet gecarbonateerd beton is de alkaliteitzo groot, dat zelfs een chlorideconcentratie van20 g/I geen corrosie veroorzaakt. Carbonatatievermindert echter de alkaliteit; zie BETON/EK3/26. Is het beton tot op de wapening gecarbona-teerd, dan is zelfs de chlorideconcentratie ingewoon drinkwater al voldoende om hetcorrosieproces op gang te brengen.Daar men mag aannemen dat in tot op dewapening gecarbonateerd beton ook zuurstof vrijtoegang heeft, zal de corrosiesnelheid bovendiengroot zijn.Kwaliteit van het betonNiet ten onrechte maakten de in de inleidinggenoemde auteurs van het boekje 'Calcium-chloride in beton' enig voorbehoud, toen zij 1 à2% van deze stof toelaatbaar achtten. Het betonmoet van goede kwaliteit zijn en voldoendedekking op de wapening hebben. En onder goedbeton verstaat de eerste auteur dan beton meteen minimum cementgehalte van 350kg/m3, eenwet van ten hoogste 0,50, een goede graderingvan de toeslagmaterialen en een zorgvuldigeverdichting en nabehandeling.Het is wel zeker dat er veel minder bezwarentegen het gebruik van calciumchloride zoudenzijn wanneer alle gewapend beton inderdaad aanbovenstaande eisen zou voldoen. Maarwaarvindje vandaag de dag zo'n beton? Het is zeker niet deomschrijving van de gemiddelde hedendaagsebetonkwaliteit.6In de jaren '70 zijn dan ook in Nederland, maarvooral ook daarbuiten, nogal wat schadegevallenvoorgekomen tengevolge van roestendewapening. Analyse van die gevallen toont danvrijwel altijd één of meer van de volgendegebreken aan:- het beton is erg poreus tengevolge van te hogewcf én/of onvolledige verdichtingen/ofslechte nabehandeling;- de dekking is onvoldoende, soms door hetontwerp, maar heel vaak ook door slordigeplaatsing van de wapening;- het chloridegehalte is aan de hoge kant.Bij ernstige schadegevallen is er meestal sprakevan een combinatie van de genoemde oorzaken.Het is dan ook niet helemaal eerlijk om vooral hetchloride de schuld van alle problemen te geven.Hetzelfde geldt voor allerlei in de literatuurbeschreven corrosieproeven. Wapening in dichtbeton met goede dekking wordt niet aangetast,ook niet bij hoge chloridegehaltes. Omdater zoniet veel te meten valt,kiest de onderzoeker duswat ongunstiger omstandigheden, onder hetmotto dat ditdepraktijkomstandigheden zijn.Dus hoge wet, geringe dekking, slechtenabehandeling, expositie onder omstandighedendie de carbonatatie bevorderen, soms ookopgelegde, onwerkelijk hoge elektrischepotentialen.En inderdaad blijkt dan onder dit soortomstandigheden dat het chloridegehalte eenmeetbare invloed heeften komt men tot steedslagere maximaal toelaatbaar geachte hoeveel-heden.Voorgespannen betonCorrosie van gewapend beton staat slordig enhetweer opknappen kan veel geld kosten. Het leidtechter vrijwel nooit tot calamiteiten. Door hetverschijnen van bruine plekken en het ontstaanvan scheuren wordt men tijdig gewaarschuwd enkan men de nodige maatregelen nemen.Bij voorgespannen beton is de situatie veelgevaarlijker. Dat komt vooral omdat chloride-ionen vaak een zeer plaatselijke aantastingveroorzaken. Bepaalde plekken op het.staal-oppervlak, vooral daar waar spanningspiekenvoorkomen zijn dan het slachtoffer. Op deaangetaste plaatsen ontstaan snel dieperwordende putjes; men spreekt dan ook vanputcorrosie, of op zijn Engels van 'pitting'.De aangebrachte voorspanning, de chemischesamenstelling van het staal en vooral ook despeciale behandeling die voorspanstaal bij zijnproduktie heeft ondergaan, maken het nog eensextra gevoelig voor dit soort aantasting.Zo'n klein putje in het staal-oppervlakisvanbuitenaf uiteraard niet te zien. Er kunnen dus ookgeen maatregelenworden genomen. Eén zo'nklein putje kan echterwel tot gevolg hebben dathet voorspanstaal plotseling breekt, met allegevolgen van dien.Het is dus terecht dat in de voorschriften extrazware eisen aan het maximale chloridegehalteworden gesteld in het geval van voorgespannenbeton.Waar komt chloride vandaan?Chloride kan bewust aan de betonspecie wordentoegevoegd als versnellende hulpstof. Uit hetvoorgaande zal duidelijk zijn dat dit grote risico'skan opleveren wanneer niet strikt de hand wordtgehouden aan de eisen met betrekking tot debetonsamenstelling, verdichting, nabehandelingen vooral ook de dekking. In de nieuwe beton-voorschriften wordt die toevoeging dan ookverboden voor gewapend en voorgespannenbeton.Daarnaast kan chloride in het beton terechtkomen via de grondstoffen: toeslagmateriaal,water en cement kunnen chloride bevatten.Behalve wanneer het ongewassen toeslag-materiaal uit zee betreft, zal de hoeveelheidchloride, die op deze wijze wordt ingebracht,evenwel beperkt blijven.Er is echter nog een derde manier waaropschadelijke chlorideconcentratie's in het betonkunnen ontstaan: toevoervanbuitenaf in verhardbeton.Vooral in onze kuststreken is de luchtbeladenmet chloriden. Die chloridedeeltjeslossen op inhet poriewater van aan deze lucht blootgesteldbeton. Bij alle constructie's aan zee,ookwanneerdeze niet direct aan zeewater zijn blootgesteld,bestaat daarom gevaar voor corrosie van dewapening.Een andere manier waarop chloriden vanbuitenaf in het beton kunnen raken is viadooizouten. Deze zijn extra gevaarlijk, omdat hetvaak horizontale constructies betreft. Hetchloridehoudende water loopt niet af en wordtniet weggewassen door regenwater. Bij elkevolgende zoutbehandeling stijgt dus de chloride-concentratie in het poriewater.Bij een redelijke dekking moeten de van buitenafkomende chloride-ionen wel een hele wegafleggen om bij de wapening te komen. Net zoalsbij de toevoer van zuurstof zorgt een dichte, nietuitgedroogde deklaag dat het lang kan durenvoordat de concentratie aanhetstaaloppervlakgevaarlijke waarden bereikt.Het is daarbij een interessantgegeven dat de. indringsnelheid in beton met hoogovencementvele malen trager is dan in beton met portland-cement. De oorzaak iswaarschijnlijk de veeldichtere poriestructuur van beton op basis vanhoogovencement.Het betrekkelijke van het chloridegevaar blijktgoed uit een recent onderzoek van constructieslangs de kust door CUR-VB-commissie B 23. Deresultaten zijn beschreven in CUR-VB-rapport100. Van 49 met hoogovencement uitgevoerdewerken werd in slechts één geval veel corrosiegeconstateerd en bij een tweede geval lichtecorrosie. De resterende 47 constructiesvertoonden helemaal geen tekenen vanwapeningscorrosie.Het betrof hier allemaal constructies in de getij-en de zgn.spatzone; beton dus met een zeer hogechloridebelasting. Dat er toch zo weinig corrosiewerd vastgesteld kan door diezelfde zeewater-bevochtiging worden verklaard: het beton krijgtvrijwel geen kans om uitte drogen, zodat zuurstofen vooral ook koolzuur geen gelegenheid hebbenom binnen te dringen. Over het algemeen was decarbonatatiediepte dan ook gering.SamenvattendDe wapening in beton is niet meer afdoendetegen corrosie beschermd wanneer hetcarbonatatiefront de wapening heeft bereikt. Indat geval kunnen ook geringe chlorideconcen-tratiesin het poriewater aanleiding geven tot hetafbreken van de passiverende laag op het staal,vooral wanneer ervoldoende zuurstofaanvoer is.De snelheid van de intredende corrosie wordteveneens bepaald door de snelheid waarmeezuurstof naar het staaloppervlak kan wordenaangevoerd. Die aanvoersnelheid kan groot zijnwanneer de dekking gering en de porositeit vande deklaag groot is en het beton uitgedroogd is.Bij aanwezigheid van chloriden kan, naastgewone roestvorming, ook putvormige corrosieoptreden. Vooral in het geval van voorgespannenbeton kan dit gevaar opleveren.Het risico van zowel roestvorming als van put-corrosie neemt toe bij hogere chlorideconcen-traties; het effect wordt echter geneutraliseerddoor een hogere pH van het poriewater. Zo'nhoge pH is aanwezig of kan in gecarbonateerdbeton opnieuw ontstaan wanneerde poriën goed7gevuld zijn met water.In voldoende dicht beton met voldoende dekkingop de wapening zijn daardoorook hoge chloride-concentraties in het algemeen onschadelijk.Omdat het in de praktijk echter te vaak ontbreektaan deze voor de duurzaamheid fundamenteleeisen, worden in de nauwegrenzen gesteld aan het toelaatbare chloride-gehalte van'gewapend en voorgespannen beton.Bedacht moet echter worden dat chloride :in depraktijk ook van buitenaf het verharde beton kanbinnendringen. In dat geval wordt debescherming van de wapening toch weer geheelafhankelijk van de dichtheid en dikte van dedekking. Een goed ontwerp en een goedeuitvoeringblijven daarom van primairbelang, ookwanneer de specie maar weinig chloridebevatliteratuur1. Van de Fliert en Kuijper, Calciumchloride inbeton; 19622. Eisen door de Rijkswaterstaat gesteld aanbouwstoffen voor de wegenbouw; 19723. Voorschriften Beton VB 19744. Idem, Tussentijdse wijziging deel A t/rn G;19835. BETONIEK3/26, Roesten van wapening6. CUR-VB-rapport 100, Duurzaamheidmaritieme constructies; 1981BETONlEK verschijnt 10 x per jaar.Abonnementsprijzen per jaar, inclusief verzamelbandvoor 3 jaargangen (incl. 4% BTW):Nederland, Nederlandse Antillen, België f 15,-overige landen f 25,-ISSN 0166-137xadministratie:postbus 3011, 5203 DA 's-Hertogenboschtelefoon (073) 150231Abonnementen lopen per kalenderjaar. Aan het eindvan een kalenderjaar wordt het abonnement auto-matisch verlengd, tenzij het abonnement vóór1 december schriftelijk wordt opgezegd.
Reacties