'75 T C H T N G BETONPR 5 M AE.xamenBetontechnoloog BV, POSTBUS 35325203 DM 's HERTOGEN BOSCHRond deze tijd van het jaar wordt altijd een Betoniekgewijd aan het examen Betontechnoloog BV. In devoorbereiding voor het examen hebben de betontechno-logen in spé weer vele uren studerend moeten doorbren-gen. Voor een aantal is de inspanning niet tevergeefsgeweest, voor de anderen bestaat de mogelijkheid heteen volgend jaar nog eens te proberen. De lezers vanBetoniek krijgen zoals gewoonlijk in deze aflevering demogelijkheid om hun parate kennis en inzicht te toetsen.. De opmerking 'geen tijd meer', dieveelal op examenstukken is terugte vinden, werd spaarzaamgebruikt. Ook de eerste reactievan een aantal kandidaten naafloop van het examen was dat hetHet examen is gehouden opmaandag 25 april 1994 in Utrecht.Drie uur lang zijn 192 kandidatenmet de volgende vragen aan hetwerkgeweest. Van de 192kandidaten zijn er 86 geslaagd. Eenpercentage dat gelukkig weer ietshoger ligt dan het gemiddelde uitde voorgaande jaren.De lengte van het examen, veelaleen kritisch punt, bleek dit jaarniet een echt struikelblok te zijn.jaar19901991199219931994kandidaten237244212188192geslaagd38%46%44%34%45%examen goed te maken was eneenvoudiger dan andere jaren.We zullen zien of u als lezer erook zo over denkt.Het examen bestond uit 12 vragen.Indien een vraag volledig juist isbeantwoord, is dit gewaardeerdmet het bij de vraag aangegevenaantal punten.Het totaal aantal te behalen puntenis 100.Gebruik van het cursusboek ofandere literatuur was niettoegestaan, maar het gebruik vanniet programmeerbare, batterijge"voede rekenapparatuur was weltoegestaan.juli/augustus 1994x>zJJ JJ JJ JNa JJDJJJJ JJJJ JmxAlgemene gegevens[] Grenslijnen voor korre/groep 0-32[lJ Grens/ijnen voor korre/groep 0-/63150 kg/m32950 kg/m32000 kg/m32650 kg/m3Fullerkromme: p = 100 Vd / Dmaxf'e = 0,8N + (25 /wcf) -45Naast de opgaven werd bij hetexamen een aantal algemenegegevens verstrekt.Alle vochtgehaltes wordenuitgedruk in %(m/m) ten opzichtevan droog materiaal.Ps portlandcement:Ps hoogovencementPs poederkoolvliegas:Ps zand en grind:DJ Keuringskarakteristiek voor dekeuringseism 12 - 1,53 sl2 > ('ekJJJJJJJJJIKKKKJgaIJJJJJJJJJJJJ... & &dWAntwoordVRAGEN & ANTWOORDENWat verstaat men onder eenhydraulisch bindmiddel en watverstaat men onder een puzzolanestof? Geef van beide materialentwee voorbeelden.Deze vraag is door 69% van dekandidaten voldoende beant-woord. Opvallend was wel dat veelkandidaten ook gips eenhydraulisch bindmiddel noemden.Gips reageert met water, maarvormt daarmee geen stabieleverbinding.5 puntenPop-outs zijn kleine, veelalpyramidevormige scherfjes betondie uit het betonoppervlaklosspringen doordat in de kern vande scherf verontreiniging aanwezigis die door opname van water ofdoor een chemische reactie zwelt.Ook kan het worden veroorzaaktdoor poreuze niet-vorstbestendigekorrels in het toeslagmateriaal diein vochtverzadigde toestand aanvorst worden blootgesteld.AntwoordEvenals bij vraag I dacht deexamencommissie met dit 'weet-vraagje' een eenvoudigebinnenkomer te hebben. Met namede alkalitoeslagreactie, ofbeteralkali-silicareactie, is de laatste tijdenorm in de belangstelling komente staan. Voor de kandidaten bleekhet echter een betrekkelijkonbekend fenomeen te zijn enslechts 35% wist op deze vraag eenvoldoende te scoren.Vraag 2De alkalitoeslagreactie is hetreageren van bepaalde mineralenin het toeslagmateriaal met dealkaliën in de cementsteen, watgepaard gaat met inwendigevolumevergrotingen. Hierdoorwordt het beton van binnenuitbeschadigd.Wat is het verschil tussen 'pop.outs' en 'alkalitoeslagreactie'?5 puntenEen hydraulisch bindmiddel is eenbindmiddel dat het vermogen heeftom met water te reageren onderde vorming van, ook in water,stabiele verbindingen.Voorbeelden:- cementen op basis vanportlandcementklinker;- hoogovenslak (een latenthydraulisch bindmiddel).Puzzolane stoffen zijn stoffen diebij normale temperaturen integenwoordigheid van waterreageren met kalk. Daarbij wordenverbindingen gevormd methydraulische eigenschappen.Deze hydraulische verbindingenreageren daarna weer verder metwater tot dezelfde soort stabieleverbindingen als die ontstaan bij dereactie van hydraulische stoffencement, klinker en slakVraag ITabel 4: Relatie tussen k-waarde enpercentage van de populatie dat kleiner isdan (J.l- ka)(zie Betontechnologie blz. 254,tabel 12.1).Tabel 6: Normsterkte van cement(zie Betontechnologie blz. 162,tabel 9.8)Tabel 5: Gewogen rijpheid na I uurverharden bij x oe, voor verschillendewaarden van e(slechts een gedeelte vande tabel is weergegeven)(zie blz. 4)Tabel 2: Eisen aan betonsamenstelling,afhankelijk van milieuklasse volgens VBT1986(zie Betontechnologie blz. 160,tabel 9.6).Tabel 3: Minimale hoeveelheid fijnmateriaal(zie Betontechnologie blz. 158,tabel 9.4).Tabel I: Richtwaarde voor dewaterbehoefte(zie Betontechnologie blz. 162,tabel 9.9).Van de verstrekte tabellen zijn demeeste te vinden in het boekBetontechnologie. We volstaanhier met voor die tabellen teverwijzen naar het boekBetontechnologie (eB I), 8e druk,tweede oplage,1993.Voorbeelden zijn:- vliegas;- tras;- micro silica.Het kenmerkende verschil is dateen pop-out een oppervlakkigebeschadiging geeft en dealkalitoeslagreactie een inwendigebeschadiging.JJJJJJJJaJJJJJJJJJJ12 =Tabe/5:Gewogen rijpheid na / uurverharden bij x 0 C.Van een te beoordelen betonsa-menstelling worden kubussengemaakt, die onder water wordenbewaard bij een gemiddeldetemperatuur van 20°C.a. Bereken metbehulp van degegeven tabel de gewogen rijpheidvan de kubussen na 3 dagenverharding (72 uren) als hetcement een C-waarde heeft van1,50.bedraagt: 72 x 23,5 = 1692 oeh.Volgens de regressielijn ligt deverwachte sterkte in de buurt van40N/mm2·Echter, voor de praktijk gebruikenwe eenijklijn, waarbij de nodigeveiligheid wordt genomen. DeUit de desbetreffende eUR-Aanbeveling volgt dat de gewogenrijpheid voor I uur bij 20 oe dewaarde 23,5 heeft (zie tabel 5).Dus de rijpheid na 72 urenAntwoord[}] ljkgrafiek, gegeven bij vraag 3.5 puntenGeef een schatting van dedruksterkte na drie dagenverharding door gebruik te makenvan de ijkgrafiek in figuur 4,behorende bij de te beoordelenbetonsamenstelling.Vraag 3JJJJJJJJJNfNJJJJJJJJJJ=aflezing op de ijklijn is 30 N/mm2· Antwoord - 0,48 water-cementfactor- luchtbelvormerOp deze opgave is door dekandidaten goed gescoord; 85%voldoende.Hoewel het gebruik van de tabelen ijk-grafiek niet uitgebreid in hetcursusboek worden behandeld,vond de examencommissie dat vaneen kandidaat mocht wordenverlangd op de juiste manier methet begrip rijpheid te kunnenomgaan.Zeefdoorlaat C 4:P4 = 100 V (4/8) = 71%dus zeefrest C 4: 29%Zeefdoorlaat I mm:pi = 100 V (1/8) = 35%dus zeefrestl mm: 65%Stel het grindpercentage op G %,dan geldt:(G I 100) x 72 = 29G=40%De dosering luchtbelvormer iszodanig dat in de betonspecie eenluchtgehalte wordt gemeten van4%.Wat is (theoretisch) de capillaireporositeit van het beton in % (v/v)na ongeveer een maand verhardenwaarbij de hydratatiegraad wordtgeschat op 60 % ?AntwoordVraag 4 /0 puntenzeef fijn zand grofzand fijn grindC8 - - IC4 - 0 722mm I 22 100I mm 12 50 1000,50 52 88 1000,25 87 95 1000,125 100 100 100Het percentage fijn zand is dus 13% en het percentage grof zand is:60- 13 = 47%Voor het totale zand blijft dan 60%over, dat zo verdeeld moetworden dat op zeef I mm detotale zeefrest in het mengsel opEen betonspecie voor eenbrugpijler, sterkteklasse B 35 enmilieuklasse 4, heeft de volgendesamenstelling:- 350 kg hoogovencement klasse A- 1850 kg toeslagmateriaal (nat)350 kg168 kgcementwater 0,48 x 350 =In dit vraagstuk zitten tweeaddertjes onder het gras:- Men moet weten dat luchtbellendie opzettelijk met behulp van eenluchtbelvormer in betonspecieworden gebracht niet als capillaireporiën gerekend mogen worden.Het gegeven van de 4% lucht blijftdus buiten beschouwing. Slechtseen enkeling wist dit stukjetheoretische kennis toe te passenbinnen dit vraagstuk.- De berekening van de capillaireporositeit geschiedt vaak aan dehand van de berekening van deporositeit van cementsteen, ookde formule die hier wel voorwordt gebruikt geldt slechts voorcementsteen. Hier wordt echterde capillaire porositeit van hetbeton gevraagd.Door de hydratatie neemt decapillaire porositeit af omdat hetaanmaakwater chemisch en fysischwordt gebonden. Tegelijkertijdontstaan ook capillaire poriëndoor inwendige krimp.In de literatuur gaat men ervan uitdat bij een hydratatiegraad vanI00% per I00 kg cement 25 I/0 puntenVraag 565% uitkomt.Stel het percentage fijn zand opY%, dan is het percentage grofzand:(60 - Y)%(Y I 100) x 12 + {(60 - Y) I IOO} x50 + 40 = 65Y= 13%Voor een bepaald produktieprocesheeft men de beschikking over deonderstaande materialen:Welke mengverhouding dient mendaarvoor aan te houden?Als Dmax van het grind mag 8 mmworden aangehouden.De graderingvan het mengsel vandeze materialen moet voor watbetreft de zeven C 4 en I mm deFullerkromme benaderen.Deze opgave behoort tot deklassiekers. Kenmerkend voor degegeven oplossingen was dat deuitwerking óf helemaal in ordewas, óf dat er werkelijk niets vandeugde. Een tussenweg was erbijna niet.Op deze vraag scoorde 36%voldoende.J J J J J J J J f f J J J J J J J J J JSlechts 26% van de kandidaten wistvoor dit vraagstuk een voldoendete scoren.water chemisch en 15 Iwaterfysisch wordt gebonden en 7 literinwendige krimp ontstaat.a.Wat is de Ps van het toeslagmate-riaal?b.Wat is de holle ruimte van hetdroge toeslagmateriaal?inwendige krimp:7 x (350 I I00) x 0,60 = 15 Icapillaire porositeit:168-84+ 15=991Poriëngehalte van het beton:99 x 100 11000 = 9,9%Dus is het cementgehalte:179 10,53 = 338 kg,afgerond 340 kg/m3Antwoordplastificeerder die een waterreduc-tie heeft van 5%. De zetmaat vandit mengsel is 120 mmo54% Van de kandidaten scoordehier een voldoende.Ook dit type vraagstuk, hetbeoordelen van verschillendemengsels, komt bijna elk jaar aande orde. De kunst is echter om bijde beantwoording de juistesamenstelling van de drie mengselsnetjes naast elkaar de zetten.Geef aan en verklaar wat mogelijkeverschillen zijn tussen dezemengsels voor wat betreft:I. de 28-daagse kubusdruksterkte;2. de uitdrogingskrimp;3. de bleeding;4. de sterkte-ontwikkeling in hetwerk.Watergehalte mengsel A:320 x 0,53 = 170 11m3Watergehalte mengsel B:170 + 0,05 x 170 (invloedplastificeerder) = 179 11m3Mengsel Bheeft géén plastificeer-der maar wel een zetmaat van 120mm en ook een water-cementfac-tor van 0,53.Mengsel C heeft eveneens eenzetmaat van 120 mm en dezelfdehoeveelheid plastificeerder alsmengsel A en hetzelfde cementge-halte als mengsel B.10 puntenVraag 7In dit vraagstuk worden allemengsels gemaakt met cement vandezelfde samenstelling enherkomst en met toeslagmateriaalmet exact gelijke korrelopbouw enherkomst.Voor deze vraag scoorde 46% eenvoldoende.AntwoordEen tweede mogelijkheid is:aangevuld water + vochtgehalte :::totaal holle ruimte;2850 + 396 = 3246/8000 = 40,6%Nogal wat kandidaten hebben bijde berekening van het absoluutvolume van het toeslagmateriaalverzuimd eerst het vochtgehaltevan het toeslagmateriaal af tetrekken.Hierdoor kwamen zij met deberekening van Ps te laag uit.Vraag b.Losgestort materiaalPm= 13204 I 8000=1,650 glml.Aan vaste stof is aanwezig(1650/2777) x 100 = 59,4%Dus holle ruimte = 40,6%Vraag a.Massa vochtig toeslagmateriaal:16450 - 2850 = I3600 g.massa droog toeslagmateriaal:13600/1,03 = 13204g.vocht = 396 g.totale volume is:13204 Ips + 396 + 2850 = 8000 mi(inhoud vat)Ps= 13204 I 4754 = 2,777 gImIofkg/m3·5 puntenVraag 6Indien het bovenstaande bekend is,kan sneller tot een oplossingworden gekomen. Dit gaat alsvolgt:het oorspronkelijk capillairporiënvolume bedraagt 168 I.Na 60% hydratatie is daarvan over:168 - {O,60 x (33 I 100) x 350} = 99 IEen meetvat van 8 liter wordtgeheel gevuld met hard dichttoeslagmateriaal 4-16 mm met eenvochtgehalte van 3%.Vervolgens wordt het vat geheelaangevuld met water, waardoorhetgewicht met 2850 g toeneemt.De totale inhoud weegt nu 16450 g.Dus bij een hydratatiegraad van60%:chemisch gebonden water:25 x (350 I 100) x 0,60 ::: 52,5 Ifysisch gebonden water:15 x (350 I 100) x 0,60 = 31,5 Itotaal gebonden water: 84,0 IMengsel A heeft een cementgehaltevan 320 kg/m3, een water-cementfactor van 0,53 en eenwcf mengsel C: 170 1340 = 0,50JJJJJJJJJJJJJNaJDJJJJJJJJJJJJIn tabelvorm:4. Sterkte-ontwikkelingMengsel C heeft de laagste wcf enhet hoogste cementgehalte, dus de3. BleedingBleeding is afhankelijk van hetwatergehalte en de hoeveelheidfijn materiaal. Mengsel B is hetmeest gevoelig voor bleeding, danmengsel A en mengselC is hetminst gevoelig (minste water,meeste fijn).I. 28-Daagse kubusdruksterkteNaast de cementsoort wordt de28-daagse kubusdruksterktenatuurlijk voornamelijk bepaalddoor de water-cementfactor.Mengsel C heeft dus de hoogstesterkte, dan volgt mengsel A endaarna mengsel B (invloed hogercementgehalte, dus meer van dezwakste schakel!)De hoeveelheid pasta moet duszijn:1000 - 566 - 200 = 2341Stel de massa van het cement op Ckg,met een volume van C12,95 I.Bij een wcfvan 0,50 is de hoeveelheidwater 0,50 x CI.Hoeveelheid hulpstof 0,0 I x C kg,met een volume van:(0,01 x q I 1,43 I.I m3 colloïdaal beton dient 200 Iholle ruimte te bevatten.I m3 grind 16-32 mm metPm= 1500 kg/m3 neemt aanvolume in:(1500/2650) x 1000 = 5661Voor cement + water + hulpstof isdus beschikbaar:234 - 35 - 7 = 192 IAntwoord25% Van de kandidaten scoordevoor dit vraagstuk een voldoende.De pasta heeft een luchtgehaltevan 3%. Dit neemt een volume invan:0,03 x 234= 7 II000 I pasta bevat 400 kg zand234 Ipasta bevat dus (234/1000)x 400 = 94 kg zandHet zandvolume bedraagt941 2,65 = 35 IDit bleek geen gemakkelijkeopgave te zijn. De meest gemaaktefout zat echter in het goed lezenvan het vraagstuk. Gegeven wasimmers dat in de samenstelling vaneen kubieke meter pasta 400 kg'zand aanwezig is. De meestekandidaten gebruikten dit gegevenechter verkeerd en rekenden met400 kg zand in een kubieke metercolloïdaal beton.15 punten340 kg/m3170 11m30,50mengsel Cmengsel B340 kg/m3179 11m30,53Vraag 8Overige gegevens:- grind 16-32 mm met Pm voordroog grind van 1500 kg/m3;- zand 0-2 mm;- hoogovencement klasse A;- water-cementfactor 0,50;- colloïdale hulpstof met Ps = 1430kg/m3, dosering 1% (m/m) tenopzichte van cement.snelste sterkte-ontwikkeling. Danvolgt mengsel Ben daarna mengselA (laagste cementgehalte).Voor de berekening van I m3colloïdaal beton mag wordenuitgegaan van I m3 grind 16-32mmoBereken de te doseren hoeveelhe-den voor I m3 van dit colloïdalebeton met 20% holle ruimte,indien het grind een vochtgehalteheeft van 2% en het zand eenvochtgehalte van 4%.Voor een dijkbekleding moetgebruik worden gemaakt van-colloïdaal beton met een openstructuur en een gewenstpercentage holle ruimte van 20%.Er wordt gebruik gemaakt vangrind 16-32 mmoUit ervaring is gebleken dat debenodigde pasta (cement, zand,water en hulpstof) 400 kg droogzand 0-2 mm per m3 pasta moetbevatten. Het luchtgehalte in depasta is 3%.320 kg/m3170 11m30,53mengsel Acementwaterwcf2. UitdrogingskrimpDe uitdrogingskrimp wordtbepaald door de hoeveelheidverdampbaar water die nahydratatie overblijft:Bij volledige hydratatie wordt doorhet cement per 100 kg circa 40liter water chemisch en fysischgebonden (= wcf 0,40).Dus blijft over aan verdampbaarwatermengsel A:0,13 x 320 = 41,6 Imengsel B:0,13 x 340 = 44,2 Imengsel C:0,10 x 340 = 34,0 IMengsel C heeft het minsteverdampbaar water, dan volgtmengsel A en daarna mengsel B.JJJJJJJJJfffJJJJJJJJJJmet 2 N/mm2 verhoogd worden.Op deze vraag werd door 46% vande kandidaten een voldoendegescoord.Dus (C 12,95) + (O,S xC) +{(O,OI xC) 11,43} = 192(0,339 + 0,50 + 0,014) x C= 192C= 225 kg.Te doseren voor I m3 colloïdaalbeton: Vraag 10 15 puntenControle:cement 225 1 2,95 = 761grind 1500 1 2,65 = 5661zand 94 I 2,65 = 35 Ihulpstof 0,01 x 225 = 21water 0,50 x 225 = 113 Ilucht 0,Q3 x 234 = 71totaal = 79911500 kg droog, 1500 x 1,0294 kg droog, 94 x 1,040,01 x 225(0,50 x 225) - 30 - 4Antwoorda. De karakteristieke kubusdruk-sterkte die volgt uit de controle- licht toeslagmateriaal 4-16 mm:volumieke massa Psr = 1200 kg/m3vochtabsorptie 7% (m/m)De producent wil een goedkeur.kans van 95%.Als processtandaardafwijking mag(J" = 3 N/mm2 worden aangehou-den.Door het gebruik van het lichtetoeslagmateriaal moet rekeningworden gehouden met eensterktereductie van 5%.Voor het bepalen van dewaterbehoefte mag tabel I wordengebruikt.Bereken het mengsel.Een klant van een betoncentraleverzoekt om een betonsamenstel-ling die voldoet aan de volgenderandvoorwaarden:- hoogovencement klasse A;- sterkteklasse B 25;- milieuklasse 2;- volumieke massa van debetonspecie maximaal 2000 kg/m3,inclusief absorptie;- consistentiegebied 3.De betontechnoloog van decentrale krijgt de opdracht eenbetonmengsel samen te stellenmet 40% betonzand en eenmengsel van licht toeslagmateriaal(4-16 mm) en betongranulaat (4-16mm), met de volgende gegevens:- betongranulaat 4-16 mm:volumieke massa Ps = 2300 kg/m3vochtabsorptie 3% (m/m)225 kg= 1530 kg nat= 98 kg nat= 2 kg= 79 kgDe gemiddelde sterkte ligt dan opeen waarde van:25 + 1,64 x 3 = 30 N/mm2·b. Een ondeugdelijkheidspercenta-ge van I% betekent een k-waardevan 2,33. Wanneer I%van depopulatie kleiner mag zijn dan25 N/mm2, moet de gemiddeldewaarde liggen op een niveau van25 + 2,33 x 3 = 32 N/mm2·De gemiddelde sterkte moet dusproef over de bedoelde periode is25 N/mm2·Onder de karakteristiekekubusdruksterkte wordt verstaande waarde die door 5% van debetreffende populatie wordtonderschreden. Het antwoordstaat dus eigenlijk al in de opgave,veel kandidaten hebben dit nietontdekt.20115 puntendus aan holle ruimtecementgrind 16-32zand 0-2hulpstofwaterEen fabrikant produceertbetonelementen in sterkteklasseB 25. Uit de controleproeven overeen lange periode blijkt dat 5% vande controleproeven eendruksterkte heeft lager dan 25 N/mm2·De standaardafwijking van hetproduktieproces bedraagt 3 N/mm2·Vraag 9a. Wat is de karakteristiekekubusdruksterkte gedurende dehierboven bedoelde periode?b. Met hoeveel N/mm2 moet defabrikant de gemiddelde sterkteverhogen om het ondeugdelijkheids-percentage te verlagen naar I%?JJJJJJJJJJJNfNJJJJJJJJliliPAntwoord Vraag 11 /0 puntengewicht grof toeslagmateriaal 2000 - 565 - 710 = 725 kgConsistentiegebied 3, voor A-Bvan 0-16 mm vraagt 195 I water.Cementgehalte C = 195/0,53 = 368 kg,afgerond op 370 kg.Berekening wcf:33,2 = 0,8 x 45 + 25 1wcf - 45Hieruit volgt wcf = 0,5-9Milieuklasse 2: wcf = 0,55, dusmaatgevendAan te houden wcf = 0,53Sterkteklasse B 25 gecombineerdmet een goedkeurkans van 95%met (J = 3 N/mm2, geeft eengemiddelde sterkte vanf'e = 25 + 2,2 x 3 = 31,6 N/mm2·In verband met sterktereductiedoor licht toeslagmateriaal,rekenen met een gemiddeldesterkte van 1,05 x 31 ,6 = 33,2 N/mm2·U mag ervan uitgaan dat hettoeslagmaterialenmengsel inkorrelverdelingsgebied A·B ligt.Dat bij het gebruik van poeder-koolvliegas in combinatie metportlandcement aan de vliegas eenbindmiddelfactor van 0,2 magworden toegekend, was bij demeeste kandidaten wel bekend.Minder bekend is echter het feitdat de hoeveelheid vliegaswaarover deze bindmiddelfunctiemag worden berekend slechts 1/3gedeelte van het cementgewichtmag bedragen.Een betoncentrale moet betonmaken voor milieuklasse Sa.U moet aan de hand van het receptvoor de molenbaas nagaan, of hetbeton aan de eisen van de VBT1986 zal voldoen.Recept molenbaas (voor I m3):- 270 kg portlandcementklasse A;I00 kg poederkoolvliegas;773 kg nat zand(vochtgehalte 4,5%);I 135 kg nat grind(vochtgehalte 2,5%);96 kg aanmaakwater.268 I(gewicht 71 okg)4021Granulaat: 192 x 2,369 = 455 kg(inclusief absorptiewater =13 liter)Licht tm : 210 x 1,284 = 270 kg(inclusief absorptiewater =18 liter)Van de examencommissie mochtworden verwacht dat bij hettoenemend gebruik van secundairetoeslagmaterialeneen dergelijkvraagstuk deel van het examen zouuitmaken.Voor de kandidaten bleek hetverrekenen van het absorptie-1251195110 I330 ISamenvatting:cement 370 kg 125 Iwater 195kg 1951lucht 101zand 710 kg 2681granulaat 455 kg I92 I.licht toeslagmateriaal 270 kg 210 Itotalen 2000 kg I000 I370 kg195 kg565 kg670 I0,4 x 670 =0,6x 670 =In tabel-vorm:cementwaterluchtsubtotaaltoeslagmateriaalzandgrof toeslagmateriaalDe in rekening te brengenvolumieke massa's voor groftoeslagmateriaal zijn inclusiefabsorptiewater:volumieke massa licht toeslagmate-riaal: 1200 x 1,07 = 1284 kg/m3granulaat 2300 x 1,03 = 2369 kgIm3·Stel het volume granulaat X I, danis het volume licht toeslag-materiaai: (402 - X) IX x 2,369 + (402 - X) x 1,284 =725 kgX= 1921vocht, waardoor het gewicht vanhet poreuze materiaal in feitetoeneemt, een lastige opgave.Overigens is een dergelijke·mengselsamenstelling natuurlijkpuur theoretisch en past een enander wat het percentagebetongranulaat betreft niet binnende betonvoorschriften.Van de kandidaten scoorde 60%hier een voldoende.Van de kandidaten scoorde 57%voor deze vraag een voldoende.Antwoordzandzand nat 773 kgdroog 773 1 1,045 = 740 kggrindgrind nat I 135 kgdroog I 1351 1,025 = I 107 kgtotaal water 96 + (773 - 740) +(1135-1107)= 157kgJJNa JVoor het meten van de consisten-tie wordt gebruik gemaakt van hetmeetvat voor het bepalen van deverdichtingsmaat, met een hoogtevan 400 mmoDe verdichtingsmaat van specie Ais 1,25 en van specie BI, 13.bindmiddel:cement 270kgvliegas 0,2 x 81 = 16 kgtotaal bindmiddel 286 kgVoor het berekenen van debindmiddelfunctie van vliegas(k= 0,2) mag maximaal 30 %vanhet cementgewicht aan vliegas inbeschouwing worden genomen(dit is 0,3 x 270 = 81 kg).Vraag 12 ,5 puntenIn onze volgende uitgave:Koelen van betonmet stikstofNieuw methode om detemperatuurontwikkeling inmassabeton te kunnenbeheersen.Water-bindmiddelfactor =157/286 = 0,55.Eisen VBT 1986 voor milieuklasseSa:bindmiddel minimaal 280 kg;wcf max. = 0,55;Aan deze eisen wordt dus voldaan.a. Wat is de gemiddelde inzakkingbij A en B?b. ·Welkespecie is het meestplastisch?Antwoorda. Berekening inzakking sspecie A:1,25 =400 1(400 - s)dus SA = 80 mmspecie B:1,13 = 400 1(400 -s)dus SB =46 mmb. Specie B heeft minder inzakkingen heeft dus een grotereplasticiteit.Wat als een eenvoudige uitsmijterwas bedoeld is slechts door 45%van de kandidaten voldoendegemaakt.Daar maak je 't mee.lofonBETONlEK is een praktijkgerichtvoorlichtingsblad op het gebiedvan de betontechnolgie enverschijnt 10 keer per jaar.Redactie:tel. 073 -401 222Abonnementen:tel. 073-401231 VAKTIJDSCHRIFfENUitgave:Stichting BetonPrisma,Postbus 3532,5203 DM 's-Hertogenbosch.De Stichting BetonPrisma is eeninitiatief van de VerenigingNederlandse Cementindustrie(VNC).Overname van artikelen enillustraties is toegestaan, ondervoorwaarde van bronvermelding.Abonnementsprijzen:Nederland f 25,-, NederlandseAntillen en België f 26,- anderelanden f QMIAbonnementen lopen per kalen·derjaar. Aan het het eind van eenkalenderjaar wordt het abonne-ment automatisch verlengd, tenzijvoor I december schriftelijkwordt opgezegd.ISSN 0166-137xJJJ JJJJJ JJ K JJJJJJJJJ JJJ
Reacties