Een maandelijkse uitgave van deNederlandse Cementindustrieredactie-adresHerengracht 507 Amsterdamtelefoon 020·238531 februari 1978Het uiterlijkv.an beton;invloed van het ontwerpWanneer over betonkwaliteit wordt gesproken,dan wordt meestal gedacht aan druksterkte.Wat meer ingewijden merken dan graag op datde duurzaamheid een minstens even belang-rijke factor is. Slechts weinigen echter denkenbij :het woord betonkwaliteit aan het uiterlijkvan beton. Eigenlijk is dat merkwaardig, omdatkritiek op beton als bouwmateriaal vaakmeer te maken heeft met het uiterlijk dan metde materiaalkundige eigenschappen. :Er isdus alle reden om aan dit aspect eens wat aan-dacht te schenken.Dan moet meteen worden vastgesteld dat ertwee kanten aan de zaak zitten: uiterlijk alsresultaat van het ontwerp en uiterlijk als resul-taat van de uitvoering.Het gros van de meer kritische opmerkingenheeft te maken met uitvoeringsfouten. Zelfseen uitzonderlijk goede uitvoering kan echtereen slecht ontwerp niet redden. Deze af-levering gaat daarom over de invloed van hetontwerp. :De invloed van de uitvoering komtdan in een latere aflevering ter sprake.Als we praten over de kwaliteit van het ont-werp, dan bevinden we ons op het terrein vande architect. Zijn ontwerp moet zijn afge-stemd op de behoeften van de toekomstige ge-brui kers, de uiterlijke vormgeving moetpassen in de omgeving en voldoen aan bepaal-de esthetische eisen en tenslotte moet hijzorgen voor een passende uitwerking van aller-lei constructieve details. Het zijn vooral delaatste twee facetten die op dit moment onzeaandacht vragen.Uiterlijke vormgevingAllereerst dan de vormgeving. Uiteraard berustde beoordeling hiervan voor een belangrijkdeel op de persoonlijke smaak, niet in de laat-ste plaats die van de ontwerper zelf. Nu valtover smaak weliswaar niet te twisten, maariedere lezer kent voorbeelden van beton-constructies die, om het voorzichtig te zeggen,het oog niet strelen. Dit hoeft overigens nietalleen aan de ontwerper te liggen: deze heeftook te maken met de ruimte die de opdracht-gever hem biedt. Hoe het ook zij, een ontwerpdat de specifieke mogelijkheden van betonniet uitbuit of een ontwerp dat onvoldoende re-kening houdt met de zwakke kanten vanbeton vormt al gauw een antireclame voor ditbouwmateriaal. Dat het ook anders kan,bewijst bij voorbeeld de vaste rubriek 'Beton inbeeld' in het tijdschrift Cement.Zulke mooie plaatjes moeten overigens wel metenige voorzichtigheid worden beoordeeld.De ontwerper is niet klaar met een aantrekke-lijk ontwerp, passend in zijn omgeving enneergezet zonder storende uitvoeringsfouten.Zodra de constructie er staat, begint dezeook te veranderen ten gevolge van de invloedvan weer en wind. Langzamerhand ontstaatzo het ware gezicht van het bouwwerk. Een ge-zicht waar jarenlang tegenaan gekeken moetworden en dat bepalend is voor de uiteindelijkeindruk. Het is dus uitermate belangrijk datmet deze verwering reeds in het ontwerpsta-dium rekening wordt gehouden.VerweringWe hebben het nu dus niet meer over hetlijnenspel van een constructie, maar over detoestand van het betonoppervlak. Er zijntwee factoren die het aanzien hiervan in be-langrijke mate bepalen: verschillen in voch-tigheidstoestand van het betonoppervlak en deaanwezigheid en de verdeling van vuil overdit oppervlak. Daarnaast zijn van belang ver-kleuringen door bij voorbeeld kalkuitslag ofalgengroei en aantasting van het oppervlak metdaarmee samenhangende structuurverande-ringen.In feite is het effect van verwering van eenbetonoppervlak niet anders dan van bij voor-beeld metselwerk of natuursteen. Bij dezematerialen is het oppervlak echter samenge-steld uit een groot aantal kleinere vlakken,meestal met wat kleurschakeringen en vooralbij metselwerk onderbroken door opvallendevoegen. De resultaten van verwering zijn daar-door veel minder opvallend dan bij de veelgrotere, egale betonoppervlakken. Een verge-lijkbare situatie komt men wel tegen bij grotepanelen van natuursteen. Deze laatste zijn ech-ter meestal minder poreus dan beton. Ook hetfeit dat beton over het algemeen een erg lichtekleur heeft, speelt een belangrijke rol.RegenwaterBeton dat nat wordt door regen, krijgt een aan-merkelijk donkerder kleur. Op zichzelf zoudat geen bezwaar zijn wanneer de bevochtigingmaar gelijkmatig over het gehele oppervlakzou plaatsvinden. Bij een wat poreus beton ofbeton met een ruw oppervlak gebeurt datook wel. Vooral bij een dicht beton met eenzeer glad oppervlak loopt het water echtervaak langs bepaalde banen naar beneden. De-ze banen steken dan sterk af tegen het21Schoon beton?2Vocht loopt vaak via bepaalde banen naarbenedenresterende beton. Uiteraard verdwijnt het effectweer enige tijd nadat het is opgehoudenmet regenen, maar het doet toch in ernstigemate afbreuk aan het uiterlijk van het op-pervlak. Een oppervlak dat men door de geko-zen, gladde, niet absorberende bekistingjuist extra mooi had willen maken.Regenwater kan ook nog een heel ander effecthebben. Vooral in grote woonkernen en in-dustriêle gebieden reageert het regenwaterzuur door opgelost zwaveldioxyde en daar-uit gevormd zwavelzuur. Dit zure water lost decementhuid van het betonoppervlak op, waar-door het onderliggende, fijne toeslagmateriaalwordt blootgelegd. Op plaatsen waar veelwater langs stroomt,kan het beton daardooreen heel andere tint krijgen.VervuilingHet is vooral weer in stedelijke en industriêlegebieden (dus juist op plaatsen waar veelbetonconstructies staan) dat vrij ernstige ver-vuiling van het betonoppervlak kan optreden.In eerste instantie wordt de verdeling van hetvuil bepaald door de heersende windrichting,gecombineerd met schaduwwerking door con-structiedetails, aangrenzende constructies,bomen enz. Horizontale vlakken vangen watmeer en wat grover vuil dan verticale vlak-ken. Het resultaat van dit alles behoeft niet sto-rend te zijn. Vaak maakt de verdeling eennatuurlijke indruk en soms wordt de vorm vande constructie op een aantrekkelijke wijzegeaccentueerd. De stroming van regenwaterlangs het oppervlak verandert deze situatieechter volledig.Regenwater werkt in eerste instantie als eenschoonmaakmiddel dat het aangewaaide vuilweer wegspoelt. Het door het water opge-33a-bVuilafzetting direct onder uitstekende randen4a-bTwee gevels van hetzelfde gebouw; rechts degevel waar veelal de wind op staat, links degevel die in de windschaduw ligtse-o-oSchematische weergave van de hoeveelheidregenwater die op een verticaal (a), een naarachter hellend (b) en een naar voren hellendoppervlak (c) terecht komtnomen vuil moet echter ergens blijven. Een ge-deelte zal met het regenwater worden afge-voerd, een deel kan echter ook plaatselijk vuil-afzettingen geven. Opnieuw is daarbij hetstromingsbeeld van het water over het opper-vlak van belang.6Lelijke streepvorming ten gevolge van regen-water4Hoeveel water op een bepaalde plaats neer-slaat, hangt weer van dezelfde factoren af alsgenoemd bij het neerslaan van vuil: heer-sende windrichting en schaduwwerkingen. Dehelling van het vlak is eveneens een belang-rijke factor. Een verticaal oppervlak ontvangtrelatief weinig water en spoelt gemakkelijkschoon (fig. 5a). Wanneer het oppervlak watnaar achter helt (fig. 5b) wordt veel meerwater ontvangen, maar de schoonspoelendewerking is wat geringer. Vooral aan de on-derrand zet het weggespoelde vuil zich vaakweer af. Gaat een horizontaal vlak over ineen verticaal vlak, dan vindt de vuilafzettingvooral plaats aan de bovenkant van hetverticale deel. Deze vuilafzettingen hebben devorm van onregelmatige, donker gekleurdevlekken die zeer plaatselijk optreden. Vooral bijgladde betonoppervlakken kan een tamelijkstorende indruk ontstaan. Een overhangend op-pervlak (fig. 5c) ontvangt helemaal geendirect neervallend water. Van boven neerstro-mend water loopt echter vrijwel onvermijdelijkin stralen langs zo'n oppervlak. Hierdoorontstaan gemakkelijk erg lelijke, lichtgekleurdestrepen.MaatregelenUit het bovenstaande is duidelijk dat vooral hetstromingspatroon van regenwater een factoris die het uiterlijk van verweerd beton bepaalt.Een factor die de ontwerper van de con-structie in belangrijke mate kan beïnvloeden.7Schematische weergave van plaatsen waarvervuiling kan optreden8Hoe het niet moet . . .Vandaar dat de gevolgen van verwering weldegelijk in het kader van dit artikel passen.De maatregelen vallen in twee groepen uiteen,Oppervlaktestructuur en kleur moeten aan-gepast zijn aan de expositie-omstandigheden,terwijl de detaillering van ramen, voegen enallerlei andere zaken die het betonoppervlakonderbreken, gericht moet zijn op eenjuiste afvoer van regenwater (en water datwordt gebruikt voor het schoonmaken vanramen!).Bij het ontwerp zal in de eerste plaats rekeningmoeten worden gehouden met de mate vande te verwachten vervuiling, met heersendewindrichtingen, met schaduwwerking doorbomen, andere gebouwen en dergelijke. Inmoeilijke gevallen zou men zijn toevluchtkunnen zoeken in een grove structuur, bij voor-5beeld van uitgewassen beton, vooral wan-neer daarbij een donkergekleurd toeslagmate-riaal wordt gebruikt. Een alternatief is eenstructuur met verticale groeven (zie bijvoor-beeld fig. 9), waardoor het water goed wordtverdeeld en langs vaste kanalen naar benedenwordt geleid. Hoe lichter het beton en hoegladder het oppervlak, hoe moeilijker het is omongelijkmatige verwering en een onooglijkuiterlijk te voorkomen.In zo'n geval zal de uiterste zorg aan dedetaillering van het oppervlak moeten wordengegeven. Als het goed is, beschikt de archi-tect niet alleen over de deskundigheid, maarook over een arsenaal van mogelijke oplos-singen. Hij moet dan echter wel in het ontwerp-stadium de mogelijke problemen onder-kennen en de bedoelde oplossingen in het ont-werp aanbrengen.69Hoe het wél kan . . .Andere factorenEr zijn nog wel meer factoren die het aanzienvan beton geen goed doen en reeds in hetontwerpstadium onderkend kunnen worden.Kalkuitslag is al even genoemd. Ook kalk-uitslag is sterk verbonden met watertransport,nu echter door het beton heen. De directeoorzaak kan een uitvoeringsfout zijn, maar demogelijkheden liggen vaak al in het ontwerpverscholen.Een bijzonder probleem vormen soms kalk-strepen op de beglazing, afkomstig uit versbeton. Het transport van kalk van het betonop-pervlak naar lagere gedeelten is moeilijk tevermijden. Een juiste vormgeving van de raam-omlijsting kan echter voorkomen dat de kalkop het glas terechtkomt en daar moeilijk teverwijderen sporen achterlaat.Het wapeningsontwerp bepaalt waar scheurenkunnen komen en hoe deze eruit zullen zien.Weer afgezien van uitvoeringsfoutenkan ont-sierende scheurvorming zeker wel wordenvoorkomen, terwijl roestende wapening hele-maal niet nodig is. BETON/EK 2/6 vertelthier heel wat over.7Constructievoegen kunnen worden opgenomenin het architectonisch geheel of worden ver-borgen door andere structurele onderbrekin-gen. Er moet in ieder geval rekening meeworden gehouden dat niet aleen de voeg op-valt, rnaar dat ook het aangrenzende betoneen kleurovergang, te zien kan geven.Oppervlaktebewerking kan het betonoppervlaker aanvankelijk prachtig doen uitzien. Deontwerper moet er echter rekening mee hou-den, dat het oppervlak gaat verweren endan een heel andere aanblik kan geven. Opper-vlaktebewerking om te verwachten( of reedsgeconstateerde)uitvoeringsfouten te maskeren,heeft meestal een averechts effect: het nogniet bewerkte oppervlak ziet er over het alqe-meen egaler uit dan het oppervlak nawerking. Een wat zorgvuldiger uitvoering heeftdan meer effect. Maar dat laatste geldt vooreen groot deel van het hiervoor behandelde.Een goed ontwerp vormt de basis voor eengoed uiterlijk, maar zonder een goede uitvoe-ring komt er weinig van terecht. Er is dusalle reden om in een volgend artikel na te gaan,welke invloed uitvoeringsfouten kunnen heb-ben op het uiterlijk van beton.8
Reacties