1november/december 2002Een paar druppeltjes toevoegen, even roeren en voor je ogen voltrekt zicheen wonder Heeft Harry Potter nu ook zijn intrede gedaan in de bouw enis `Zweinstein' wellicht het nieuwe kenniscentrum van de betontechnologie?De titel lijkt wel een beetje die richting op te gaan. Deze aflevering gaat ech-ter niet over tovenarij, maar over ontwikkelingen op het gebied van de plasti-ficerende hulpstoffen. De conventionele plastificeerders worden steeds meerverdrongen door nieuwe hulpstoffen die nog beter en nog effectiever zijn.Deze aflevering ligt een tipje van de geheimzinnigheid op want inderdaad, alsje de uitwerking van de nieuwe hulpstoffen van nabij meemaakt lijkt hetsoms wel tovenarij.HocuspocusG r o n d s t o f f e nHulpstoffen20I2HistorieBeton maken, in wat voor vorm dan ook, doen we alduizenden jaren.Dat de Romeinen konden bouwen, bewijzen de totde verbeelding sprekende bouwwerken als hetPantheon en Pont du Gard. Minder bekend is dat zijwaarschijnlijk ook de eerste waren die hun con-structies niet alleen vervaardigden met een soort`stampbeton', maar dat zij ook al beschikten over dekennis om hun `beton' te storten of te gieten.Uiteraard speelde water een belangrijke rol bij hetverwerkbaar maken van hun mortels. Toch ver-meldt de historie ook dat dierlijk bloed aan demengsels werd toegevoegd om de verwerkbaarheidte verbeteren. De eiwitten uit het bloed werken minof meer als een plastificerende luchtbelvormer. Zozou je kunnen zeggen dat de toepassing van hulp-stoffen al zo oud is als de weg naar Rome.De ontwikkeling van de `echte' hulpstoffen begintechter pas in de twintigste eeuw. Door het werk vanonderzoekers werd het belang van het beheersenvan de water-cementfactor steeds duidelijker.Abrams legde als eerste de link tussen de water-cementfactor en de sterkte van het beton. En toenPowers erin slaagde de relatie te leggen tussen dewater-cementfactor, hydratatiegraad van hetcement en de porositeit en sterkte van het betonbetekende dat een grote stap voorwaarts in debetontechnologie.De toepassing van betonstaal in beton legde uitein-delijk nog meer nadruk op de waarde van de water-cementfactor, immers de duurzaamheid van hetbeton is er voor een groot deel van afhankelijk. Deconclusie is duidelijk: de mechanische eigenschap-pen en de duurzaamheid van beton zijn directgekoppeld aan de water-cementfactor. Des te lagerde water-cementfactor des te hoger de sterkte, snel-ler de sterkteontwikkeling en des te beter de duur-zaamheid. Simpel gezegd dus: `water eruit'.Het water in beton(specie) heeft echter een dubbeleopdracht:· Het is nodig om het cement te laten reageren,hier is overigens niet zo gek veel voor nodig;· Het is ook onmisbaar om betonspecie goed tekunnen mengen, transporteren en verdichten.Kortom, een zekere hoeveelheid water voor de ver-werkbaarheid is altijd nodig. Door echter gebruikte maken van hulpstoffen kunnen we ook op eenandere wijze de gewenste verwerkbaarheid berei-ken. Deze hulpstoffen noemen we waterreduceren-de of plastificerende hulpstoffen.De ontwikkeling van de waterreducerende hulp-stoffen volgt een vrij logisch pad en verloopt vrij-wel parallel met de toenemende vraag naar hogeresterkte, meer duurzaamheid en betere verwerk-baarheid.Het werkingsprincipe van eenwaterreducerende hulpstofBetonspecie is een heterogeen mengsel bestaandeuit vaste bestanddelen, een vloeistof en een beetjelucht. De verwerkbaarheid van de specie is afhan-kelijk van de verhouding tussen de hier genoemdebestanddelen. Het grove toeslagmateriaal bevindtzich in een meer of minder vloeibare matrix: eensuspensie van water, cement, eventuele vulstoffen,het fijne toeslagmateriaal (
Reacties