Eind 2021 zijn drie elementen van de Fietsenstalling IJboulevard naar hun definitieve positie gevaren en vervolgens verbonden met de paalfundering. Hiermee is niet alleen een grote stap gezet in de uitvoering van het project, maar ook in de beheersing van de risico's voor de omgeving.
IJBOULEVARD, TECHNISCH HOOGSTANDJE ACHTER AMSTERDAM CENTR A AL
Eind 2021 zijn drie elementen van de Fietsenstalling IJboulevard naar
hun de nitieve positie gevaren en vervolgens verbonden met de
paalfundering. Hiermee is niet alleen een grote stap gezet in de
uitvoering van het project, maar ook in de beheersing van de risico's
voor de omgeving.
IJBOULEVARD, TECHNISCH HOOGSTANDJE ACHTER AMSTERDAM CENTR A AL
Hoe risicobeheersing leidt
tot innovatieve oplossing
Aan de IJzijde bij Amsterdam Centraal wordt
gebouwd aan de IJboulevard, met daarin geïn-
tegreerd een nieuwe ondergrondse etsenstal-
ling. De drie elementen voor de etsenstalling
zijn voorgebouwd, ingevaren en afgezonken. Deze uitvoeringsmethode is het resultaat van
beheersing van toprisico's van het project en
kritische succesfactoren van de opdrachtgever.
Eén van deze risico's is verplaatsing en daar-
mee schade van de achterliggende construc-ties (onder andere de overkapping) en de krui-
sende Noord/Zuidlijn. Daarom is er voor
gekozen de interactie met de ondergrond te
minimaliseren en geen bouwkuipen toe te pas-
sen. De methode van het voorbouwen sloot
goed aan bij de kritische succesfactoren van de
opdrachtgever, gericht op minimale hinder
voor de omgeving tijdens de werkzaamheden.
LICHTE ELEMENTEN
De gekozen uitvoeringsmethode was leidend
in de verdere uitwerking van het ontwerp. Zo
mochten de elementen niet te zwaar zijn. Bij te
veel diepgang zouden de elementen namelijk
4 VAKBL AD 2 2022
Auteurs Jurgen Clephas, Steven de Visser, Van Hattum en Blankevoort
BV 2-2022_4-IJboulevard.indd 4 23-06-22 15:23
1 Elementen in eindpositie
niet over de paalkoppen kunnen worden geva-
ren. Om de elementen zo licht mogelijk te hou-
den, is het dak van de etsenstalling opge-
bouwd uit stalen liggers (HEB800) en een dek
van staalplaten met een betonnen druklaag
( g. 3). Dit dek is 'los opgelegd' op de wanden
(behalve bij het element dat de Noord/Zuidlijn
overspant). Tijdens het transport is een deel
van het dak van de drie elementen open gela-
ten. Deze delen worden later, in het werk, op
locatie gestort.
Het gewicht is tijdens de ontwerp- en uitvoe-
ringsfase continu bewaakt. Hierbij gold als
beheersmaatregel bij overschrijding van het
PROJECTGEGEVENS
Project IJboulevard, Fietsenstalling en aanvaarbescherming
Opdrachtgever Verkeer Openbare Ruimte, gemeente Amsterdam
Opdrachtnemer Van Hattum en Blankevoort
Architect VenhoevenCS
Ontwikkeling + levering donut-oplegging Freyssinet
Ontwikkeling + levering DroogZetKist Van Hattum en Blankevoort i.s.m. TMS
Transport elementen (over land) Mammoet
Slepen en positioneren palen Strukton Immersion Projects
Oplevering Tweede helft 2022
2 Project IJboulevard: Aanvaarbescherming, Fietsenstalling én wandelpromenade
3 Dwarsdoorsnede element etsenstalling
5 VAKBL AD 2 2022
BV 2-2022_4-IJboulevard.indd 5 23-06-22 15:23
eigen gewicht en dus diepgang: een groter
deel van het dak open laten.
VERBINDING PALEN
Vanwege het relatief lage gewicht zouden de
elementen in de gebruiksfase, in geval van
calamiteit, kunnen gaan drijven. Dit betekende
dat er, naast een drukverbinding, ook een trek-
verbinding met de palen nodig was.
Als paalfundatie zijn geboorde palen met
gesloten punt toegepast. De palen zijn alle -
maal over het water aangevoerd en vanaf een
ponton aangebracht. In de palen is een zand-
aanvulling aangebracht, waarboven de wape -
ningskorf met daarin geïntegreerd een stalen
buis met ankerkop is afgehangen (g. 5, 6, 7).
Deze wapeningskor ven zijn met behulp van
een frame en hangend aan ankerstaven op de
juiste hoogte en te lood in de paal gepositio-
neerd (g. 8). Ver volgens is de betonprop
gestort met zelfverdichtend beton tot circa 100
mm onder het niveau van de denitieve opleg-
ging. In de palen zijn vooraf knaggen (blok -
deuvels, g. 5) voorzien voor het overbrengen
van de krachten uit de betonprop naar de paal.
Omdat de paalposities tijdens de uitvoering
nog niet exact vastlagen in verband met tole -
ranties en mogelijke obstakels, was een oplos -
sing met in te storten onderdelen in de ele -
menten niet mogelijk. In plaats daar van is
er voor gekozen de palen, na het afzinken van
de elementen, van binnenuit aan te boren en
dan de oplegging én trekverbinding tot stand
te brengen. Een van de grote uitdagingen hier -
bij was het 'droog' houden van de binnenzijde van de elementen ? de verbinding bevindt zich
ruim 4 m onder de waterspiegel. Verder moest
voor de verbinding een 'hufterproof'-methode
worden ontwikkeld, aangezien er geen correc
-
ties / beheersmaatregelen mogelijk waren en
er geen referentieoplossing bekend was.
OPLEGGINGEN
De paalkop is voorzien van een oplegdetail, dat
bestaat uit twee opleggingen met elk een
'eigen' functie (g. 9). De eerste, buitenste (in
verband met vorm genoemd de 'donut-opleg-
ging'), is een tijdelijke oplegging die wordt
gebruikt bij het landen van de elementen. De
functie van deze opleggingen is het nivelleren
van hoogteverschillen tussen de onderkant
van het element en bovenkant van de opleg-
ging en het waterdicht maken én houden tij-
dens het aanbrengen van de trekverbinding.
De tweede, binnenste oplegging, is de deni-
tieve oplegging voor het opnemen van de druk -
krachten ten gevolge van de trekverbinding
element-paal. De denitieve oplegging moet
onder alle omstandigheden onder druk blijven,
ook bij bijvoorbeeld rotaties als gevolg van
(kleine) verplaatsingen van de etsenstalling.
Hier voor is de oplegging nagespannen met een
voorspankracht van 2700 kN.
De 'donut-oplegging' is ontwikkeld en getest in
samenwerking met Freyssinet (foto 10).
STELLEN OPLEGGINGEN
De elementen moesten tegelijk kunnen wor -
den afgelaten op alle 26 palen (per element).
Hierbij mochten er geen overbelasting en lek -
D
20 21 19 11 12 13 14 15 16 17 18
E
M1 M2
F M1_B4_01
M1_B4_02
M1_B1_07
M1_B1_06
M1_B1_04
M1_B1_05 M1_B1_03 M1_DG_1
M2_DG_3
M1_DG_2 M2_DG_4
M2_B4_2
M2_B4_1
M2_B4_3
M2_B M1_O2_01 M1_O2_02 M1_O2_03 M1_O 2_04 M1_O2_05 M2_O2_06 M2_O2_07
M1_O1_01
M1_O1_02
M1_BT_13 M1_BT_12 M1_BT_09
M1_BT_10
M1_BT_11
M1_BT_08 M1_BT_06
M1_BT_07M1_BT_05
M1_BT_03 M1_BT_01
M1_BT_04 M1_BT_02
P1_O1_03
P1_O1_04
M1_F1_01
P1_KE_02
RK_F2_02 RK_O2_19 RK_O2_20 RK_O2_21 RK_O2_22 RK_O2_23 RK_F2_03RK_O2_24 RK_O3_25 RK_F3_04
RK_O2_28
P1_KE_01
D1
D2
D3 D5 D4
D'
E'
6250 6250
1000
2783 2476 10024 7485 5015 1850500
500
2096
3691
5810
2999
12500
11000
2100
900
11000
12500
12500
12500
12500
6783
5717
2300 6500 500
6500
D7
6054 5276 12682
3783
Cofra+ platen
uitwerking ntb
1500
11000
6000
6500 1500 1500 3000 4500
3501 8999
D6
7288
6800
6492 Tijdelijkeondersteuning Tijdelijkeondersteuning mantel buizen
Let op!!
geen an kers aanbrenge n tpv mantelbuis
mantelbuizen
Let op!!
geen an kers aanbreng e
RK_O2_27
3504
RK_O2_26M2_O2_08
2.
0
4 Bovenaanzicht elementen met dakopeningen
5 Doorsnede bovenzijde palen
knaggen
stalen buis
met ankerkop
betonprop
zandaanvulling
6 VAKBL AD 2 2022
BV 2-2022_4-IJboulevard.indd 6 23-06-22 15:23
kages plaatsvinden. Daarom zijn strenge uit-
voeringstoleranties gesteld aan zowel de hoog-
temaatvoering van de opleggingen
(+/- 2,5 mm) als de hoogtemaatvoering én
oneenheden van onderkant van de elementen.
De hoogtemaatvoering van de opleggingen is
onmogelijk te halen met duikwerk. Het stellen
moest daarom 'in den droge' kunnen worden
uitgevoerd. Hier voor is een habitat, de Droog-
ZetKist (DZK), ontwikkeld (foto 11 en 12).
Hierin zijn de volgende werkzaamheden op
ruim 4 m onder de waterstand uitgevoerd:
? afbranden van de overlengte buispaal;
? monteren en stellen van de tijdelijke 'donut-
oplegging' en denitieve oplegging;
? aangieten van de opleggingen.
In verband met de vereiste doorlooptijd van
één paal per dag, zijn er twee DZK's ingezet.
Door de DZK hydraulisch om de paal te klem-
men, is deze doorlooptijd met 'gemak' gehaald.
Het waterdicht afsluiten is gerealiseerd door
gebruik te maken van een pneumatisch
bediend afsluitproel. Omdat het werken in de
DZK kan worden aangemerkt als werken in een
besloten ruimte, is uitgebreid getest en geoe -
fend met het kunnen weghalen van een onwel
geworden persoon.
VOORZIENINGEN IN HET ELEMENT
Tijdens het 'landen' van de elementen op de
paalfundatie zouden, als gevolg van het toene -
men van de belasting, de donut-opleggingen
worden ingedrukt. Aangezien de opleggingen
aan de 'binnenzijde' open zijn, en dus gevuld
D
23 22 21 24 25 26 27 28 29 30 31
E
M4 M3
M3_B1_10
M3_B1_09
M3_B1_15
M3_B1_14
M3_ B1_11
M3_B1_13
M3_B1_12
M2_DG_5M3_DG_7
M2_DG_6M3_DG_8
M2_B4_6
M2_B4_7
M2_B4_5
M2_B4_4
M2_O2_11 M2_O2_12 M2_O2_13 M3_O2_14 M3_O2_15 M3_O2_16 M3_O2_17 M3_O2_18
M1_BT_24 M1_BT_23
M1_BT_17 M1_BT_19
M1_BT_18
M1_BT_20 M1_BT_21M1_BT_22 M1_BT_15M1_BT_14
M1_BT_16 M1_BT_13 M1_BT_12
M1_BT_11 RK_O3_35 5959
M2_EE_02
RK_O2_28 RK_O2_29
RK_O3_30
RK_F3_05
RK_F2_06RK_O2_31 RK_O2_32 RK_O2_33 RK_O2_34 RK_O3_36
RK_KE_07
D'
E'
6250 6250 1200
3803
3744
6250
1694
4556
7495
5005
3998
5992
2510
9491
3009
6022
2964
6012
2492
908
900
2100
2500
1101
4858
6040
1601
10404
2096
3691
5810 7642 4858 12500 64786022 14591541 1377 1623
160110899 6001 6499
80014499 75471200
mantel
buizen
Let op!!
geen an kers aanbrenge n tpv mantelbuis
mantelbuizen
Let op!!
geen an kers aanbrenge n tpv mantelbuis
RK_O2_27
6Verbinding paal en vloerelementen
8 Stalen frame voor het afhangen van de wapening 7
Wapening paalkop
7 VAKBL AD 2 2022
BV 2-2022_4-IJboulevard.indd 7 23-06-22 15:23
met water, zou dit water, tijdens het afdichten
van de oplegging nergens heen kunnen.
Tevens was er 'bewijs' nodig voor het water-
dicht zijn van de opleggingen alvorens gaten
Ø240 mm door de vloer te boren. Hier voor zijn,
nadat de palen zijn geplaatst en ingemeten en
hun positie dus vast lag vóór het invaren van de
elementen, gaten Ø30 mm door de vloer
geboord en afgedicht met afsluiters. Deze
afsluiters zijn voorzien van een (doorzichtige)
waterslang die met zijn bovenkant, boven het
waterpeil in het IJ, aan het dak is vastgemaakt
(foto 13). Hiermee kon tijdens het landen het
overtollige water uit de oplegging zijn weg
naar buiten vinden, en kon, met een extra
aftap, op een éénvoudige manier worden
gecontroleerd of de opleggingen écht water -
dicht waren.
DEFINITIEVE VERBINDING
Nadat de die elementen op hun fundatie waren
afgelaten, kon er nog niet meteen gestart wor -
den met de denitieve paalverbinding. De ele -
menten zijn, om opvangen toleranties en het
manoeuvreren ter plaatse mogelijk te maken,
geplaatst met een onderlinge tussenruimte
van circa 1 m. Om onderling geen verplaatsing
meer te krijgen ná aanbrengen paalverbinding,
moest het water in de deze ruimte eerst wor -
den weggepompt. Hier voor zijn in beide voe -
gen sluitvoegkisten geplaatst, zoals dat ook
wordt gedaan bij afzinktunnels. Deze sluit -
voegkist is ook gebruikt om de vloer en wan-
den tussen de elementen onderling te realise -
ren. Na het plaatsen van de elementen en het plaat
-
sen van de sluitvoegkisten, kon worden begon-
nen met het aanbrengen van de denitieve ver -
binding. Hier voor is eerst, over het al bestaande
gat Ø30 mm, een gat Ø100 mm geboord om het
hart van de bij de paal ingestorte ankerbus te
lokaliseren en de detailmaatvoering zo nodig
aan te passen. Ver volgens is over dit gat het
denitieve gat Ø240 mm geboord en de deksel
van de ankerbus doorboord en verwijderd.
Hierna konden de ankerstaven Ø73 mm en de
dook (t.b.v. overbrengen horizontaalkrachten)
worden aangebracht en gesteld.
Na vrijgave is de holle ruimte in/op tussen de
oplegging en dook-element aangegoten met krimparme mortel. Ook hier is eerst een
testopstelling (met doorzichtig perspex)
gemaakt om de vereiste minimale vullings
-
graad aantoonbaar te maken (foto 14).
TR ANSPORT ELEMENTEN
Behalve de oplossing voor de oplegging op de
palen, zoals in het voorgaande deel beschre -
ven, was ook het transport vanaf de voorbouw -
locatie naar de projectlocatie zeer uitdagend.
Na het voorbouwen op een afzonderlijke loca-
tie, zijn de elementen via SPMT's naar een
afzinkponton ver voerd (Roll-On), waarna ze
zijn afgezonken (Float-O, samen heet dit de
RoFLo-operatie. Ver volgens zijn ze naar een
9 Detail opleggingen op paalkop
11 en 12 Inzet DroogZetKist
10 Testopstelling 'donut-oplegging', een ronde
vorm met een gat in het midden
8 VAKBL AD 2 2022
BV 2-2022_4-IJboulevard.indd 8 23-06-22 15:23
parkeerlocatie gevaren en van daaruit naar
hun de nitieve plek gevaren alwaar ze zijn
afgelaten.
VOORBOUW
De elementen zijn voorgebouwd op het terrein
van TMA Logistics in het Westelijk Havenge-
bied (foto 15). De keuze voor deze locatie had
diverse voordelen. De toelaatbare maaiveld-
belasting was hoog (tot 200 kPa). Hier bevond
zich tevens een diepe en voldoende grote
insteekhaven (de Alaskahaven) dicht bij de
projectlocatie, waardoor geen transport over
zee vereist was.
De elementen zijn op een steigerondersteu-
ning voorgebouwd, circa 1,50 m boven maai-
veld. Deze ondersteuning is zodanig ontwor-
pen dat zij deels kon worden gedemonteerd om
ruimte te maken voor de SPMT's. Omdat het
terrein in verband met afwatering verkantin-
gen heeft, zijn de stroken waar nodig uitgevuld
om zo binnen het slagbereik van de SPMT's te
blijven (1,20 - 1,80 m). Bij de indeling van deze
stroken moest met de volgende aspecten reke-
ning worden gehouden:
? voldoende ruimte voor de benodigde assen,
maar ook voldoende opper vlak voor sprei-
ding naar ondergrond;
? krachtverdeling en -inleiding in de elemen-
ten;
? aanwezige bolders langs de kade van de
Alaskahaven;
? verdeling van de afzetconstructie op het
afzinkponton.
De positie van de grillage (tijdelijke onder-
steuningspunten op het ponton) moest boven de hoofdspanten zijn gepositioneerd
én moest voor de drie elementen hetzelfde
zijn én mocht geen clash hebben met de
positie van de SPMT's. Hierdoor was het bij-
voorbeeld niet mogelijk de afzetpunten te
positioneren onder de sterke punten van de
elementen (de wanden) en moesten de
vloeren worden versterkt ter plaatse van
deze grillage.
Genoemde aspecten zorgden voor een interes-
sante puzzel. Voor het zwaarste element
(7100 ton) zijn uiteindelijk 12 aslijnen met in
totaal 236 assen ingezet. Als laatste voorberei-
ding zijn de buitenste elementen (elementen
West en Oost) aan één zijde en het middelste element (element Noord/Zuidlijn) aan beide
zijden voorzien van tijdelijke kopschotten
(foto 16).
TR ANSPORT NA AR HET AFZINKPONTON
(ROLL-ON)
Tijdens een non-stopoperatie van negen
dagen zijn de drie elementen één voor één van
hun ondersteuning opgepakt en met SPMT's
naar het afzinkponton getransporteerd (foto
17). Tijdens het oppakken van de elementen
moesten deze binnen een vooraf opgestelde
'envelop' van maximale ver vormingen blijven.
Tussen de kraanbaan en kade was geen boven-
belasting toegestaan, waardoor deze ruimte
met behulp van schotten moest worden over-
brugd. Tijdens het oprijden van het ponton
moest deze binnen een maximaal toegestane
dwarsverkanting ('List') blijven. Dit vereiste
nauwkeurige afstemming tussen oprijden en
contraballasten. Tot slot moesten de elemen-
ten binnen een zeer strakke tolerantie van
enkele millimeters op hun ondersteuning wor-
den afgelaten.
AFZINKEN ELEMENTEN (FLOAT-OFF)
Na het a aten van een element op de onder-
steuning van het afzinkponton, het onderuit
rijden van de SPMT's en verwijderen van de
oprijkleppen, kon worden gestart met het
afzinkproces (foto 18). Hierbij moesten de ver-
vormingen van het afzinkponton ten gevolge
van het innemen van ballastwater binnen van
tevoren gestelde waarden blijven (door onge-
15 Terrein TMA Logistics en Alaskahaven met de drie elementen
14 Perspex 1:1 testopstelling ten behoeve
van aangieten opleggingen
13 Afsluiter in de vloer
9 VAKBL AD 2 2022
BV 2-2022_4-IJboulevard.indd 9 23-06-22 15:23
lijke stijfheidsverhoudingen van het afzink-
ponton en het element zou, tot het water zou
worden geraakt, elke ver vorming van het
afzinkponton ook een ver vorming van het ele-
ment betekenen). Verder mocht de stabiliteit in
langs- én dwarsrichting van het ponton en ele-
ment op geen enkel moment in gevaar komen.
Ook deze twee punten resulteerden in een las-
tige puzzel en leverde 'spectaculaire' plaatjes,
aangezien dit erin resulteerde dat de elemen-
ten de waterlijn moesten doorsnijden met een
langshelling van ruim 4% (foto 18).
Nadat elk element dreef en voldoende los van
zijn ondersteuning was, zijn ze naar hun par-
keerlocatie in de Amerikahaven gevaren en
ver volgens geparkeerd (foto 19).
PARKEERFASE
De parkeerfase, die tien dagen in beslag nam,
is voorzien om de RoFLo en het transport naar
de projectlocatie onafhankelijk van elkaar en
dus, qua planning, beheersbaarder te maken.
Deze periode kon ook worden gebruikt om de
elementen zodanig te trimmen dat ze waterpas
in het water zouden liggen. Bovendien konden
eventuele lekkages in wanden en vloer worden
gerepareerd. Gelukkig zijn in de elementen zelf
geen water voerende scheuren geconstateerd,
waardoor er geen reparaties noodzakelijk
waren. Wel is bij één kopschot een iets groter
dan aanvaardbare lekkage geconstateerd.
Deze is hersteld. TR ANSPORT OVER WATER
Na de parkeerfase zijn de drie elementen één
voor éen, op 29 november en 2 en 5 december
2021, vanaf de Amerikahaven naar de project-
locatie getransporteerd (foto 20). Deze data
zijn afgestemd op de aankomst en afvaart van
cruiseschepen, aangezien het transport niet
gelijktijdig mocht plaatsvinden. Op de project-
locatie zijn de elementen met behulp van lieren
naar de kant verhaald en tegen positionerings-
frames getrokken, zodat ze in x-y-positie op
+/- 10 mm goed la gen.AFL ATEN ELEMENTEN OP PA ALFUNDATIE
Elk element is, na te zijn gepositioneerd, afge-
laten op zijn paalfundatie. Hier voor was ballast
nodig. Bij zinktunnels gebeurt dit met ballast-
water. Maar om de paalverbinding van binnen-
uit te kunnen realiseren moesten deze bereik-
baar blijven, waardoor er te weinig opper vlak
overbleef om met water voldoende ballastge-
wicht te realiseren. Tevens moest er een
zekere 'overdruk' worden gerealiseerd tot de
de nitieve paalverbinding was aangebracht.
Deze overdruk was nodig voor voldoende en
16 Kopschotten
17 Roll-On element Oost naar afzinkponton
19 Parkeerfase van de drie elementen
18 Float-O element Oost, met een langshelling van 4%
10 VAKBL AD 2 2022
BV 2-2022_4-IJboulevard.indd 10 23-06-22 15:23
21 Aanbrengen ballast
20 Invaren element West met op het dak de (lege) watertanks
gegarandeerde afdichting op de opleggingen.
En de overdruk moest voorkomen dat de ele-
menten zouden gaan drijven als gevolg van
(extreem) hoge waterstanden en hoge golven
als gevolg van langsvarende schepen. Daarom
is gekozen voor de toepassing van 1 m
3 big
bags à 1,5 ton (foto 21). Per element is zo
1500-1800 ton ballast aangebracht. De big
bags zijn per twee stuks ingehesen en ver vol-
gens met een heftruck naar hun positie
gebracht, volgens een zorgvuldig opgestelde
volgorde/werkplan.
Het a aten van de elementen op de paalfunda-
tie gebeurde in vier stappen:
? Aanbrengen ballastzakken totdat het ele-
ment zich circa 80 mm boven de opleggingen
bevond.
? Vullen van de op het dak geplaatste water-
tanks, zodat het element gecontroleerd én
waterpas kon landen. Voorafgaand aan deze
stap zijn eerst alle afsluiters opengezet om
te voorkomen dat water zich in de donut zou
opsluiten.
? Ver volg aanbrengen ballast en gefaseerd
leeg laten lopen van de watertanks. Water-
tanks overzetten naar volgend element.
? Aanbrengen ballast ten behoeve van creëren
voldoende 'overdruk'.
Na deze stappen zijn de elementen tijdelijk
horizontaal ge xeerd naar de kades totdat het
'ruwe' betonwerk ger eed was. AFRONDENDE WERKZA AMHEDEN
RUWBOUW
Voordat met de afbouw van de etsenstalling
kon worden begonnen, moesten de volgende
werkzaamheden zijn afgerond:
?
De twee sluitvoegen (vloer en wanden) rea-
liseren (volgens de gebruikelijke methode
voor afzinktunnels).
? Kopschotten verwijderen en open gedeelte
dak storten.
? Aanbrengen de nitieve paalverbinding
(zoals eerder beschreven). STICK-TO-THE-PL AN
Na een korte en intensieve tender- en ont-
werpfase is een gecompliceerd deel van het
project succesvol gerealiseerd én kan het zelfs
ruim een halfjaar eerder worden opgeleverd.
Belangrijke succesfactoren, zoals oog hebben
voor de zorg van de klant, de juiste mensen op
de juiste plek én stick-to-the-plan, hebben
zich hierbij bewezen.
MEER LEZEN IN CEMENT
Over de keuzes die in dit project zijn gemaakt, onder meer op basis van duurzaamheidseisen, is in
Cement 2021/3 het artikel 'Duurzaamheid leidend bij IJboulevard' verschenen. Later dit jaar ver-
schijnt in Cement nog een artikelenserie over het ontwerp van de etsenstalling, het ontwerp van
de aanvaarbescherming en de RoFlo-operatie.
VIDEO'S
Op www.betoniek.nl staan bij het artikel
een aantal interessante video's, onder
meer over het te water laten en de
invaaroperatie.
11 VAKBL AD 2 2022
BV 2-2022_4-IJboulevard.indd 11 23-06-22 15:24
Projectgegevens
Project IJboulevard, Fietsenstalling en aanvaarbescherming
Opdrachtgever Verkeer Openbare Ruimte, gemeente Amsterdam
Opdrachtnemer Van Hattum en Blankevoort
Architect VenhoevenCS
Ontwikkeling + levering donut-oplegging Freyssinet
Ontwikkeling + levering DroogZetKist Van Hattum en Blankevoort i.s.m. TMS
Leverancier verankering HRC Europe
Transport elementen (over land) Mammoet
Slepen en positioneren palen Strukton Immersion Projects
Oplevering Tweede helft 2022
Aan de IJzijde bij Amsterdam Centraal wordt gebouwd aan de IJboulevard, met daarin geïntegreerd een nieuwe ondergrondse fietsenstalling. De drie elementen voor de fietsenstalling zijn voorgebouwd, ingevaren en afgezonken. Deze uitvoeringsmethode is het resultaat van beheersing van toprisico’s van het project en kritische succesfactoren van de opdrachtgever.
Eén van deze risico’s is verplaatsing en daarmee schade van de achterliggende constructies (onder andere de overkapping) en de kruisende Noord/Zuidlijn. Daarom is ervoor gekozen de interactie met de ondergrond te minimaliseren en geen bouwkuipen toe te passen. De methode van het voorbouwen sloot goed aan bij de kritische succesfactoren van de opdrachtgever, gericht op minimale hinder voor de omgeving tijdens de werkzaamheden.
Reacties