·nl kEigenschappenMilieutechniekIs uw vloer nogvloeistofdicht.?Is uw bestaande betonvloer vloeistofdicht? Grote kans dat u gecon-fronteerd wordt met deze vraag. De milieuwetgeving eist namelijk eenvloeistofdichte vloer als u met bodembedreigendestoffen werkt.Veelbestaande betonvloeren moeten daarom op vloeistofdichtheid wordenbeoordeeld. CURlPBV-Aanbeveling 44 'Beoordeling van vloeistofdichtevoorzieningen' (tweede herziene uitgave) biedt hiervoor een prakti-sche handreiking. Deze aflevering van Bet 0 n i e k gaat daarom in op debeoordeling van bestaande vloeren. Over het ontwerp van nieuw aante leggen vloeistofdichte vloeren heeft u alles kunnen lezen inBetoniek 1119.Ia Stappenplan vloeistofdichte betonvloer.'VerklaringVloeistofdichteAls. de keuringstermijn '.5:.xîjn de ~ W WWWWXW stermïn*niet meer overeenkomstIg deMlheuvergunmng (=geldigheidsdu:r): J'" niet meer gedekt door de Milieuvenekering Het bewijs dat de vloervloeistofdkht is.Beoordeling volgensCURlPBV.Aanbeveling QQNJJJ JJzie Betoniek 11110Uitvoering herstelvloer volgensBRL·237IKwaJiteitsborging(proces)Aanleg vloervolgens BRL-2362IHersteladviesHerstel ontwerpCURlPBV·I;1, Aanbeveling 65N.ieuwe betonvloer fJJD Z ?JJJJzie Retoniek 11(09. Ontwerp volgensCUR/PBV-Aanbeveling 6SJ _?lbetonvloerWaarom beoordelen opvloei.stofdichtheid?de milieuwetgeving eisen ook verzekeraarseen verzekerde risicodelddng bieden voor scha-aan het milieu een vloeistofdichte vloer wanneerbestaat op bodemverontreiniging.Tegenwoordig moet u in dat geval kunnen aanto"nen dat uw vloer vloeistofdicht is. Dat doet u meteen 'verldaring vloeistofdichte voorziening'. Infiguur 1 is voor bestaande en nieuwe betonvloerenschematisch aangegeven welke wegen u moetbewandelen om aan zo'n verklaring te komen.november/december 1998Als er in uw bedrijfal jaren een betonvloer ligt, isde eerste vraag die opkomt: 'Is mijn vloer nog vloei-stofdicht ? Dit is een belangrijke vraag, want hetaanleggen van een nieuwe vloeistofdichte beton-vloer is kostbaar en een overbodige investering alsde bestaande vloer aan de eisen voldoet. In zo'nsituatie moet u de betonvloer laten beoordelen opvloeistofdichtheid (zie figuur 1). Deze beoordelingmoet worden uitgevoerd aan de hand van CURjPBV-Aanbeveling 44, die in april 1998 verscheen in hetkader van het Plan BodembeschermendeVoorzieningen (PBV). Deze Aanbeveling geeft deprocedure voor de beoordeling van de vloeistof-dichtheid met eenduidige prestatie-eisen, bepa-lingsmethoden en keuringscriteria.Wat is vloeistofdicht?t het uitkomen van de herziene CURjPBV-beveling 44 is een aangescherpte definitietroduceerd voor het begrip vloeistofdicht en1: 'De situatie waarbij een vloeistofde niet metvloeistofbelaste zijde van een voorziening nietbereikt'. In afbeelding 2 wordt deze definitie meteen tekening verduidelijkt.Betonvloer is vloeistofdichtVloeistofbelasting· =VloeistofindringingBetonvloer is niet meer vloeistofdichtVloeistofbelasting111Het verschil tussen vloeistofdicht en niet meervloeistofdicht.Bet 0 n i e k november/december 19982De vloeistofdichtheid van een betonvloer is hier-mee meetbaar geworden. Zo is een bestaande vloernog vloeistofdicht als een vloeistof nog niet over devolle dikte is ingedrongen. Pas als de vloeistofdeonderzijde van de vloer heeft bereikt, is de vloerniet meer vloeistofdicht. Let wel, het gaat hier omde beoordeling van bestaande vloeren. Voor hetontwerp van een nieuwe vloer geldt hetzelfde crite-rium. Maar de constructeur bouwt in het ontwerpextra veiligheden in. De eveneens recent versche-nen CURjPBV-Aanbeveling 65 'Ontwerp en aanlegvan bodembeschermende voorzieningen' geeft hier-voor de regels (zie ook figuur 1 en Bet 0 n i ek 11j9).Wat is een vloeistofdichtevoorziening?YIoeistofdichte voorzieningen zijn alle bouwkundi-constructies en detailleringen die met elkaarZrgen dat er geen bodembedreigende vloeistoffen111 de bodem terechtkomen. De betonvloer maakthier uiteraard onderdeel van uit, maar ook plinten,dilatatievoegen, kitvoegen, afvoerputten en olie- envetafscheiders, afvvateringselementen en debedrijfsrlolering horen hiertoe (zie afbeelding 3).Om te bepalen ofde vloerconstructie vloeistofdichtis, moet daarom de totale constructie, dus beton-vloer én genoemde voorzieningen, worden beoor-deeld.111 Een vloeistofdichte voorziening is meer dan eenI vloeistofdichte vloer. Ook de plinten horen erbij.Is een vloeistofdichte voorzieningoveral nodig?Als bijvoorbeeld in een bedrijfshal een vloeistofdichteconstructie vereist is, ontstaat al gauw de indruk dat de gehelebedrijfshal moet worden voorzien van een vloeistofdichte vloer:Dit is echter niet altijd noodzakelijk. Het is best mogelijk datkan worden volstaan met het gedeeltelijk aanleggen van eenvloeistofdichte vloer en het plaatselijk neerzetten van lekbak-ken. Mogelijk kunnen activiteiten met bodembedreigendestoffen dicht bij elkaar worden geplaatst, zodat het benodigdevloeistofdichte oppervlak wordt beperkt.Om dit te kunnen bepalen, kan gebruik worden gemaakt vande Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatigeactiviteiten (NRB). In dit document, dat door het ministerievan VROM is uitgegeven, is een BeslismodelBodembescherming Bedrijfsterreinen (BBB) opgenomenwaarmee kan worden bepaald waar wel een en waar geenvloeistofdichte voorziening noodzakelijk is.Dit kan ook in overleg met de deskundig inspecteur wordenbepaald.Beoordeling vloeistofdichtevoorzieningenbeoordeling van vloeistofdichte voorzieningenet worden uitgevoerd door een deskundigspecteur. Een inspecteur is deskundig als hij vol-doet aan de eisen van KIWA/PBV-rapport WF 9801'Deskundigheidseisen InspecteurBodembeschermende Voorzieningen'.De beoordeling bestaat uit verschillendeonderde-len (figuur 4). De inspecteur start met een inventa-risatie van de feitelijke gegevens over de vloer.Hierna voert hij een visuele inspectie uit. Bij twijfelaan de vloeistofdichtheid van (onder)delen van devloer, kan hij besluiten tot een nader onderzoek.Ernstige vlekvorming, het morsgedrag en onvol-doende vertrouwen in de kwaliteit van de vloerkunnen aanleiding zijn voor deze twijfel. Deinspecteur voert dan op die plaatsen een naderonderzoek uit om de werkelijke vloeistofindringingin de vloer te bepalen. Het resultaat van de inspec-tie wordt vastgelegd in een eindrapport. De inspec-teur geeft hierin aan ofde vloer wel of niet vloei-stofdicht is.Bet 0 n i e k november/december 1998Nader onderzoekbij twijfel tijdens de visueleinspectie wordt een naderonderioek.uitgevoerd111 De onderdelen van de beoordeling van de vloeistofdichtheid.Als de vloer is goedgekeurd, geeft hij een verldaring'vloeistofdichte voorziening' af. Bovendienvermeldt hij de termijn waarbinnen de vloeropnieuw moet worden gekeurd: de keuringster-mijn. Binnen de keuringstermijn zal de gebruikerc.q. de ei.genaar van de vloer regelmatig eenbedrijfsinterne controle naar het vloeistofdichtfunctioneren van de vloer moeten uitvoeren.Als de vloer is afgekeurd, geeft de inspecteur in derapportage aan welke gebreken er zijn. De eigenaarc.q. gebruiker van de vloer heeft dan de keuze: ófdevloer te herstellen op basis van een deskundigadvies, ófde vloer te vervangen door een nieuwe.Hierna gaan we dieper in op de onderdelen van debeoordeling,Eisen aan een inspecteurbodembeschermende voorzieningenEen inspecteur bodembeschermende voorzieningen moet aan devolgende eisen voldoen (hoofdlijn uit Kiwa/pBV-rapport WF9801):· Deskundigheidseisen: de inspecteur moet minimaal 2 jaarrelevante werkervaring hebben in een functie op HBO-niveau ofhoger.· Materiaal-, product- en uitvoeringseisen: de inspecteur moetbeschikken over de benodigde materiaal-, product- enuitvoeringskennis en constructiefinzicht voor de materialendie bij de te inspecteren voorzieningen aanwezig zijn.· Meet- en beproevingsmethoden: de inspecteur moet kennishebben van de meet- en beproevingsmethoden die relevantzijn voor de vloeistofdichtheid.· Kennis van wet- en regelgeving: de inspecteur moet kennishebben van de wet- en regelgeving en andere relevantedocumenten die van toepassing zijn op bodembeschermendevoorzieningen.3Inventarisatieorafgaand aan de visuele inspectie worden eersteigenschappen van de vloer geïnventariseerd. Despecteur kijkt hoe de vloer is opgebouwd engefundeerd en welke belastingen er op de vloerworden uitgeoefend. Naast de gebruikelijke mecha-nische en thermische belastingen gaat hij na welkevloeistoffen op de vloer terecht kunnen komen.Ook brengt hij in beeld op welke wijze de vloerwordt gebruikt, en ofdit in de toekomst ook zoblijft. Een opslagruimte voor vaten met vloeistoffenkan in de toekomst best gebruikt gaan worden alsvulpunt voor tankwagens. De inspecteur zal ooknagaan hoe het is gesteld met de schoonmaakge-woonten: wordt er direct nadat er is gemorstschoongemaakt ofblijven de vloeistoffen eerst eenpaar dagen liggen. Al deze gegevens zijn van belangom de mate van vloeistofdichtheid van de vloer nuen in de toekomst te kunnen vaststellen.Visuele inspectiede inventarisatie volgt de visuele inspectie.wordt de vloer beoordeeld op gebreken,voegen, hechting en bestandheid tegencherrLic:l1i,ën. Daarnaast wordt gekeken naarVisuele beoordelingspuntenBij een visuele inspectie wordt een vloer op ten minste devolgende punten beoordeeld:Gebreken: De inspecteur kijkt als eerste naar gebreken in devloer die de vloeistofdichtheid in gevaar kunnen brengen.Onder gebreken verstaan we: scheuren, inhomogeniteiten,aantastingen, vervormingen in de vloer, grindnesten,verontreinigingen, gedeeltelijk ontbreken ofonthechtingvan beschermlagen et cetera.Details: Onjuiste detaillering van de vloer is één van demeest voorkomende redenen om vloeren afte keuren. Hetontwerp van het afschot van de vloer in combinatie metopstaande randen moet zodanig zijn dat gemorste vloei-stoffen niet buiten de vloer c.q. in de bodem terechtkomen.Zijn er afvoerputten, dan moet het afschot vanzelfsprekendin die richting zijn. Door een stalen kogel over de vloer telaten rollen, is dit eenvoudig vast te stellen. Andere detail-Bet 0 n i e k november/decemberl9984vlekvorming ofandere vormen van ingedrongenverontreinigingen. Het uitgangspunt van eenvisuele inspectie is dat deze op een eenvoudige enniet-destructieve wijze wordt uitgevoerd. Het is nietde bedoeling gaten (leld
Reacties