Band
Uitgave
STANDAARD voor technologie en uitvoering van beton
januari
2019
27 16
Luchtig beton Over de eigenschappen,
productiewijze en
toepassingen van
schuimbeton
2 januari 2019 STANDAARD 16 I 27
Luchtig beton
Beton staat bekend als een zwaar materiaal. Met
een volumieke massa van 2400 kg/m
3 is het 2,4
keer zo zwaar als water. Deze massa kan voorde-
lig zijn maar is soms ook nadelig. Er wordt dan
gezocht naar mogelijkheden beton lichter te
maken, bijvoorbeeld door veel lucht toe te voe-
gen en zo schuimbeton te maken. Je kunt beton
zo licht maken dat zelfs een blok beton blijft
drijven. Schuimbeton is beton dat voor een
groot deel uit lucht bestaat. In deze Betoniek
wordt uitgelegd wat de eigenschappen van
schuimbeton zijn en hoe schuimbeton wordt
gemaakt. Aan de hand van voorbeelden wordt
duidelijk wanneer de specifieke eigenschappen
van schuimbeton goed tot hun recht komen.
Eigenschappen van schuimbeton
Schuimbeton heeft specifieke eigenschappen
die sterk afwijken van wat we 'normaal beton'
noemen. De belangrijkste eigenschappen van
schuimbeton zoals de volumieke massa, de
druksterkte en de warmteweerstand worden
in deze Betoniek behandeld. Dit zijn namelijk
belangrijke eigenschappen die bij de verschil-
lende toepassingen aan bod komen. Voor alle
waarden van de materiaaleigenschappen die
hier worden genoemd, geldt dat het richt-
waarden zijn die overgenomen zijn uit CUR-
publicatie 181. Veel van deze waarden zijn
echter afhankelijk van de specifieke grond-
stoffen en de verhoudingen van het mengsel.
Om de waarden voor een specifieke schuim-
betonsamenstelling te verkrijgen, worden
testen gedaan volgens CUR-Aanbeveling 59. De volumieke massa
Een belangrijke eigenschap van schuimbeton
is de lage massa ten opzichte van normaal
beton. De volumieke massa van beton is in
EN 206 als volgt gedefinieerd (fig. 2):
? Zwaar beton is beton dat zwaarder is dan
2600 kg/m³.
? Bij normaal beton ligt de volumieke massa tussen de 2000 kg/m³ en 2600 kg/m³.
? Lichtbeton is zwaarder dan 800 kg/m³ maar weegt niet meer dan 2000 kg/m³.
De voordelen van de hoge volumieke massa
zijn bijvoorbeeld de thermische massa waar-
mee warmte-energie in het beton kan worden
opgeslagen, het niet opdrijven bij het bou-
wen van onderwaterconstructies en het
dempen van trillingen. De nadelen zijn dat er
een sterkere constructie en een zwaardere
?
Schuimbeton wordt
gestort, foto:
Pauline Smale via
Top Renovloer.
3 januari 2019 STANDAARD 16 I 27
fundering nodig zijn om het gewicht te dra-
gen. Verder is de warmteweerstand lager bij
een hogere volumieke massa.
Een constructie lichter maken kan door min-
der materiaal te gebruiken of door het mate-
riaal lichter te maken. Deze laatste optie
betekent dat er bij het mengselontwerp wordt
gekeken naar de volgende voor de volumieke
massa vier belangrijke ingrediënten:
1 cement, met een volumieke massa tussen
2800 en 3200 kg/m³;
2 zand en grind uit de rivier, met een volumieke massa tussen 2500 en
2700 kg/m³;
3 water, met een volumieke massa van 1000 kg/m³;
4 lucht met een volumieke massa van 0 kg/m³.
Het materiaal beton lichter maken, kan door
de componenten lichter te maken. We ver-
vangen bijvoorbeeld het grind door licht
toeslagmateriaal met een massa tussen 300
en 1700 kg/m³.
1
Schuimbeton,
foto: Noorder
Betonpompen
Centrale,
Roelof Feringa
normaalbe ton z w aar beton
400 1600
800 20002600
kg/m
3
schuimbe ton
lich
tbeton
2
Volumieke massa
van zwaar beton,
'normaal' beton,
lichtbeton en
schuimbeton
4 januari 2019 STANDAARD 16 I 27
Een andere manier om beton lichter te
maken, is door het volumeaandeel van de
lichtste component in het mengsel te ver-
groten. In het geval van beton is dit lucht.
Bij het vervangen van grind door licht toe-
slagmateriaal krijgen we lichtbeton en bij
het vervangen van grind door een schuim dat voornamelijk uit lucht bestaat, krijgen
we schuimbeton.
Lucht in beton
Om het effect van lucht op de eigenschappen
van beton te illustreren, wordt eerst het effect
van lucht op normaal beton beschreven. Beton
is een poreus materiaal, wat betekent dat er
altijd lucht in het beton aanwezig is in de vorm
van poriën en luchtbellen. In de betonspecie
zit al een deel ingesloten lucht omdat beton
nooit voor 100% te verdichten is. Ingesloten
lucht neemt, nadat het beton verdicht is,
normaal een volumeaandeel in van 1 tot 2%.
Om meer lucht in normaal beton te krijgen,
gebruiken we luchtbelvormers. Deze worden
gebruikt om het beton vorstbestand te maken,
de samenhang te verbeteren en de verwerk-
baarheid te vergroten. Met een luchtbelvormer
kun je het luchtgehalte in betonmortel bijvoor-
beeld verhogen van 1 naar 5%. Bij een 'nor-
maal' beton met een volumieke massa van
2400 kg/m³ betekent dit toch al een gewichts-
reductie van 100 kg/m³. Met de combinatie
van licht toeslagmateriaal en veel luchtbelvor-
mer kan een nog grotere gewichtsreductie
worden gehaald.
Willen we het gewicht echter nog verder
reduceren met behulp van lucht kan dit door
schuim in het mengsel in te mengen. Dit
schuim zorgt ervoor dat de luchtbellen stabiel
Relatie volumieke massa en sterkte
Een van de algemene wetmatigheden voor materialen is dat
zwaarder ook vaak sterker betekent. Schuimachtige materialen
zijn vaak zeer licht maar hebben ook een lage sterkte. Metalen
zijn vaak zwaar en hebben een hoge sterkte. In figuur 4 wordt
een overzicht gegeven van de algemene relatie tussen volumieke
massa en sterkte. Beton is midden in het figuur terug te vinden.
3
De structuur van
beton
st
erk te [N/mm
2]
v ol umiek emas sa [k g/m 3]
0,010,1 1
10
100
1000
10.000 10
100 1000
10.000me
tal en
s
tee nach tig e
c ompos ie ten
pol ymer en en
elas tomer en
na tuurl ijk e
ma teri alen
schuimen schuimbeton
beton
4
Relatie tussen volumieke massa en sterkte van materialen
Structuur normaal beton
Structuur lichtbeton (bron: Agrex) Structuur schuimbeton (bron: Noorder Betonpompen Centrale)
5 januari 2019 STANDAARD 16 I 27
zijn in de schuimbetonspecie. Zodra het
cement verhard is, zijn de luchtbellen
gefixeerd en hebben we schuimbeton.
Schuimbeton heeft nadat het verhard is een
volumieke massa tussen 400 en 1600 kg/m³.
Het is met schuimbeton dus mogelijk beton
te maken dat blijft drijven op water.
Het lichter maken van beton gaat echter niet
zonder gevolgen voor de andere materiaal-
eigenschappen. Lichter betekent meestal ook
minder sterk en een hogere warmteweer-
stand. In het navolgede zullen we relaties
leggen tussen de massa en de sterkte. Dit zijn
echter indicatieve relaties, want het is vaak
goed mogelijk deze relaties te doorbreken
met een slim ontwerp van een materiaal.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan een hoges-
terkte-lichtbeton.
Druksterkte
De mechanische eigenschappen van schuim-
beton zijn duidelijk afwijkend van 'normaal'
beton. De relaties die normaal worden
gebruikt om zowel de constructie als het
materiaal te ontwerpen, kunnen dan ook niet
worden gebruikt bij schuimbeton. In het
navolgende worden de verschillen tussen de
sterkte van 'normaal' beton en schuimbeton
geïllustreerd.
De betonnorm (EN 206) en de ontwerpnorm
(Eurocode 2) gaan niet uit van een relatie
tussen de volumieke massa en de druksterkte.
Deze twee eigenschappen zijn van elkaar
losgekoppeld. Als je echter lucht toevoegt aan
beton neemt, volgens een vuistregel, de
sterkte af met 5% voor elke procent lucht die
wordt toegevoegd. Deze vuistregel is bedoeld
voor lage luchtgehalten.
Bij schuimbeton hebben we het al snel over
70% lucht en is de relatie tussen de volumieke
massa en sterkte nog duidelijker merkbaar. Lucht heeft het grootste volumeaandeel in
het schuimbeton waardoor er een direct
verband is tussen soortelijke massa en de
druksterkte. In CUR-Aanbeveling 59 'Vervaar-
diging en beproeving van schuimbeton' staat
een grafiek het verband tussen volumieke
massa en druksterkte weergeeft (fig. 5).
Omdat er geen grind en zand in schuimbeton
zitten, kan er geen skelet van toeslagmateriaal
worden opgebouwd en zijn de mechanische
eigenschappen wezenlijk anders vergeleken
met die van 'normaal' beton. Van 'normaal'
beton is bekend dat de mechanische eigen-
schappen zoals de treksterkte en de elastici-
teitsmodulus gerelateerd zijn aan de druk-
sterkte. In Eurocode 2 wordt dan ook
gerekend met formules waarin de andere
materiaaleigenschappen worden bepaald op
basis van de druksterkte. Maar bij lichtbeton
heeft echter ook de volumieke massa invloed
op de mechanische eigenschappen. Zo wordt
er bij de elasticiteitsmodulus en de treksterkte,
naast de relatie met de druksterkte, een extra
factor toegepast om de invloed van de volu-
mieke massa mee te nemen.
Bij schuimbeton is er een duidelijk een ver-
band tussen de volumieke massa en de
mechanische eigenschappen zoals te zien is
15
10
5
0
kubusdruksterkte [N/mm
2]
volumieke massa [kg/m 3]
400 800 1200 1600
normaal
maximaal 5
Globaal verband
tussen volumieke
massa en kubus-
druksterkte van
schuimbeton
(bron: CUR-Aan-
beveling 59)
6 januari 2019 STANDAARD 16 I 27
in tabel 1 uit CUR-publicatie 181, waarin
richtwaarden staan voor de mechanische
eigenschappen van schuimbeton. De waar-
den voor 'normaal' beton komen uit Euro-
code 2 en zijn als vergelijkingswaarden toege-
voegd.
Warmteweerstand
Een specifieke eigenschap van schuimbeton is
de hoge warmteweerstand. De warmteweer-
stand geeft aan in welke mate warmte, die door
een bouwonderdeel heen stroomt, wordt
tegengehouden. De warmteweerstand van een
bouwonderdeel wordt voornamelijk bepaald
door de volgende twee eigenschappen:
? dikte van het bouwonderdeel;
? warmtegeleidingscoëfficiënt van het
materiaal.
warmtegeleidingscoëfficiënt
[W/(m?K)]
volumieke massa [kg/m 3]
1,6
1,4
1,2
1
0,8
0,6
0,4
0,2 00 500 1000 1500 2000 2500 3000
'normaal beton'
lichtbeton schuimbeton
6
De relatie tussen de
volumieke massa en
de warmtegelei-
dingscoëfficiënt
Cellenbeton
Een andere vorm van beton met veel lucht is
cellenbeton. Cellenbeton wordt gemaakt van
kalk, cement en zand. Hier wordt water aan
toegevoegd en een kleine hoeveelheid alumi-
niumpoeder. Dit mengsel wordt vervolgens
in een mal gegoten. In deze mal zal het
mengsel gaan rijzen. Dit rijzen wordt veroor-
zaakt door het ontstaan van kleine luchtbel-
letjes gevuld met waterstofgas. Dit waterstof-
gas wordt later door de zwaardere
omgevingslucht verdreven. Met het rijzen
vult de mal en daarna zal het mengsel verhar-
den. Als het mengsel verhard is, worden de
wanden van de mal verwijderd en wordt het
in de juiste vorm gesneden. De gesneden
producten worden vervolgens in een auto-
claaf geplaatst. Dit is een lange stalen ketel.
In deze ketel wordt stoom ingebracht met
een temperatuur tussen 180 en 190 °C en
een druk van 10 tot 12 bar. Na 6 tot 12 uur is
het cellenbeton hard en kan het verder wor-
den verwerkt, verpakt en in een gebouw wor-
den verwerkt.
Cellenbeton heeft eigen-
schappen die erg lijken op die van
schuimbeton. Door de fabrieksmatige ver-
vaardiging is cellenbeton vooral geschikt
voor het maken van geprefabriceerde ele-
menten zoals metselstenen (blokken),
wand-, vloer- en dakplaten. De wand-,
vloer- en dakplaten zijn meestal voorzien
van wapening waarbij het cellenbeton als
dekking functioneert.
Cellenbeton producten zijn dus geprefabri-
ceerde onderdelen voor gebouwen. Dit
betekent ook dat in de uitvoering op een
overeenkomstige wijze als met prefab beton
kan worden uitgevoerd. Door het lagere
gewicht van de elementen kan met een lich-
tere capaciteit van benodigde hulpmiddelen
als kranen worden gewerkt. De gewichten
zijn echter nog wel van een niveau dat hier
niet te licht over moet worden nagedacht.
7
Metselwerkblok van
cellenbeton
(bron: 123 cellen-
beton)
7 januari 2019 STANDAARD 16 I 27
De warmtegeleidingscoëfficiënten van zowel
normaal beton, lichtbeton als schuimbeton
zijn afhankelijk van de volumieke massa zoals
te zien is in figuur 6.
Hoe maak je schuimbeton?
Schuimbeton maak je anders dan normaal
beton. Dat begint al bij het mengselontwerp
waar de juiste verhoudingen worden gezocht
tussen de ingrediënten cement, water, vulstof-
fen, fijn toeslagmateriaal (0-1 mm) en schuim.
Ook het mengen en de uitvoering zijn anders
dan we bij normaal beton gewend zijn.
Het mengselontwerp
Het ontwerpen van een mengsel schuim-
beton lijkt veel op het ontwerpen van licht-
beton, waar de focus ligt op de volumieke
massa. In plaats van licht toeslagmateriaal
wordt er nu een schuim met een volumieke
massa tussen 50 en 70 kg/m
3 gebruikt.
Doordat het luchtgehalte en daarmee de
massa dominant is voor de te behalen
sterkte, vervalt de relatie tussen water-bind-
middel factor en sterkte die we normaal
gebruiken. Ook de regels uit EN 206 met
betrekking tot grenswaarden voor de water-
bindmiddelfactor en bindmiddelgehalte zijn
niet van toepassing op schuimbeton.
Normaal ligt het bindmiddelgehalte tussen
250 en 400 kg/m³. Het bindmiddelgehalte
is afhankelijk van de eigenschappen die gewenst zijn zoals volumieke massa en
sterkte. Voor beide geldt: meer cement
betekent meer volumieke massa en meer
sterkte. De water-cementfactor ligt meestal
tussen 0,5 en 1,0. Alle cementen en bind-
middelcombinaties zijn in principe te gebrui-
ken. In principe zijn alle cementen en bind-
middelcombinaties geschikt voor het maken
van schuimbeton. Echter, interactie tussen
bindmiddeltype en schuim kan
van invloed zijn op de celstructuur en daar-
mee op de eigenschappen van het schuim-
beton.
Het mengen van schuimbeton
Schuimbeton wordt op de bouwplaats zelf
vervaardigd (fig. 7). Met een machine
worden het cement en eventueel zand en
vliegas met water gemengd tot een specie.
Tabel 1 Mechanische eigenschappen schuimbeton
kenmerk
normaal
beton C12/15 eenheid
volumieke massa
specie 400
500600 700800 9001000 1200 14001600 2000 ? 2600 kg/m
3
kubusdruksterkte
(28 dagen) 0,5
1,02,0 2,53,0 3,54,0 6,0 8,010,0 15,0 N/mm 2
treksterkte 0,050,10,2 0,250,3 0,350,4 0,6 0,81,0 1,6 N/mm 2
buigtreksterkte 0,10,150,35 0,440,5 0,60,7 1,1 1,451,85 1,6 ? 2,4 N/mm 2
elasticiteitsmodulus 3006501200 16502200 29003700 5800 840011500 27000 N/mm 2
krimp
(praktijkwaarden) 1,5
1,31,2 1,21,2 1,11,1 1,0 1,01,0 0,49* ?
* De krimp voor beton is een rekenwaarde voor een C20/25 bij 60% relatie\
ve vochtigheid.
ce men t water schui
m
midd el w
ater
me nger me nger
me nger
schui mbeton
sc
hui m
pa
sta
luch t
8
Het mengen voor
het maken van
schuimbeton
8 januari 2019 STANDAARD 16 I 27
Daarnaast wordt het schuim gemaakt van
een natuurlijk of synthetisch schuimmiddel
in een zogeheten schuimpot. De schuimpot
is een buis gevuld met een materiaal met
een hoog specifiek oppervlakte zoals staal
-
wol. Bij het persen van schuimmiddel, water
en lucht door de schuimpot wordt het
mengsel intensief gemengd zodat er aan
het eind van de schuimpot schuim uitkomt.
Dit schuim ziet eruit als een soort scheer
-
schuim. Het schuim en de specie worden
vervolgens bij elkaar gevoegd en zo wordt
het schuimbeton gevormd. Het schuimbe
-
ton wordt vervolgens met de pomp naar de
plaats van de stort getransporteerd.
Bouwen met schuimbeton
De uitvoering met schuimbeton is op hoofd-
lijnen gelijk aan de uitvoering van in het werk
gestort zelfverdichtend beton met een paar
9 EN 10
Funderingsplaat
van een woning
vóór en tijdens de
stort (bron: Noorder
Betonpompen Cen-
trale)
9 januari 2019 STANDAARD 16 I 27
interessante verschillen. Het heeft net zoals
zelfverdichtend beton een hoge consistentie
en wordt dan ook niet verdicht. Schuimbeton
wordt op de bouwplaats gemengd en met de
pomp aangebracht. Na het storten vlakt het
schuimbeton uit zichzelf redelijk goed uit
zodat het minimaal hoeft te worden afge-
werkt. Net zoals bij 'normaal' beton is het
werken in regen en bij temperaturen onder
de 5 °C ongewenst.
Daarnaast is er een aantal extra aandachts-
punten die specifiek horen bij het werken met
schuimbeton:
? Verdichten hoeft niet, anders gaat de lucht
eruit en wordt ontmenging veroorzaakt.
? Pas op verdrinkingsgevaar! De mens heeft
een hogere volumieke massa dan schuim-
betonspecie en mensen blijven dan ook
niet drijven in schuimbeton. Je kan er dus
zeker niet in zwemmen.
? Schuimbeton wordt op het werk zelf vervaar -
digd, hiervoor zijn extra voorzieningen zoals
opstelruimte voor de wagen noodzakelijk.
? Laat jong schuimbeton met rust. Nabij vers
schuimbeton mag er niet geheid of op
andere wijze worden getrild.
? De bekisting mag lichter worden uitge -
voerd dan we gewend zijn bij 'normaal'
beton. Door de lagere volumieke massa is
de bekistingsdruk veel lager. Maar de
bekisting moet wel helemaal dicht zijn.
Schuimbeton is zeer vloeibaar en door een
spijkergat loopt de specie al naar buiten.
? Pas op met vetten en oliën, die doen het
schuimen teniet.
? Schuimbeton is zelf verdichtend en zelf
vullend, echter niet zelf nivellerend.
? Voor het beste resultaat wordt het schuim-
beton nog afwerkt door het te dobberen
met een rei.
? Om praktische redenen wordt schuimbeton
meestal niet nabehandeld.
? Tijdens het werken met schuimbeton kan
de constantheid van de kwaliteit van het schuimbeton worden gecontroleerd door
de volumieke massa regelmatig te bepalen.
? Vermijd ook na het verharden puntlasten,
bijvoorbeeld van rolsteigers.
Ontwerpen met schuimbeton
Bij het ontwerp wordt er gebruikgemaakt van
de specifieke eigenschappen van schuimbeton.
Waar we bij 'normaal' beton gewend zijn met
behulp van de ontwerpnorm (Eurocode 2) en
de materiaalnorm (EN 206) constructies te
ontwerpen en te bouwen, hebben we voor
schuimbeton geen ontwerpnorm en geen
materiaalnorm. Om toch aan de eisen vanuit
wet- en regelgeving te voldoen, kunnen er op
basis van de rekenregels uit de Eurocode in
combinatie met CUR-Aanbeveling 59 en
goede kennis bij zowel ontwerper, aannemer
als producent prima constructies worden
gemaakt. Bij het ontwerpen met schuimbeton
zijn de navolgende aspecten goed om mee te
nemen, zodat optimaal gebruik wordt gemaakt
van de eigenschappen van het materiaal:
? Maak gebruik van het lage gewicht van het
materiaal als je schuimbeton gebruikt op
een samendrukbare bodem en je geen
paalfundering wilt gebruiken. Door de
grond te ontgraven en de vrijgekomen
ruimte te vullen met schuimbeton kan een
evenwichtsconstructie worden gemaakt die
meteen als fundering functioneert.
11
Een bodemafsluiting
van een kruipruimte
(bron: schuimbeton.
nl)
10 januari 2019 STANDAARD 16 I 27
De warmteweerstand van een vloer
De vloer heeft ook de functie warmte binnen te houden. De
warmtestroom naar de bodem wordt geremd door de verschil-
lende lagen waar deze warmtestroom doorheen moet zoals door
de dekvloer, de betonvloer en het eventueel aanwezige isolatie-
materiaal. Elke laag heeft een bijdrage in deze weerstand die bij
elkaar op te tellen zijn voor de totale warmteweerstand. Voor
elke individuele laag geldt weer dat zijn bijdrage aan de warm-
teweerstand wordt bepaald door de dikte van de laag en de
warmtegeleidingscoëfficiënt van het materiaal waar de laag van
gemaakt is. De warmteweerstand van bijvoorbeeld de beton-
vloer wordt uitgedrukt met de formule:
? Indien er belastingen komen op het verharde
schuimbeton, houd er dan rekening mee dat
schuimbeton goed is in het opnemen van
gelijkmatig verdeelde belastingen. Indien er
toch puntlasten moeten worden opgeno-
men, breng dan een laag aan die de belas-
tingen spreidt zoals een dekvloer of een
betonvloer. Bij het gebruik van schuimbeton
in een verhardingsconstructie zoals een
fietspad zal er altijd een bovenlaag moeten
worden toegepast van (gewapend) beton, asfalt of een klinkerverharding met een
dunne tussenlaag van zand of puingranulaat.
? Doordat schuimbetonspecie zeer vloeibaar
is, is het goed te gebruiken als vulmiddel.
Door het goede vloeigedrag is het met
slechts enkele ontluchtingsopeningen
mogelijk grote afstanden af te leggen en
alle holle ruimtes te vullen.
Schuimbeton wordt gebruikt voor een brede
range van toepassingen die voortkomen uit
de eerder beschreven materiaaleigenschap-
pen. Hoe deze eigenschappen in de praktijk
worden gebruikt, wordt uitgelegd aan de
hand van een aantal voorbeelden.
Toepassingen ? voorbeelden
Funderingsplaat voor een woning met
schuimbeton
Voor een woning is het goed mogelijk met
schuimbeton een rand- en vloerfundering te
maken in een constructie. Bij funderingslagen
van schuimbeton is het ook belangrijk dat de
belastingen die erop komen, kunnen worden
opgenomen. Ook eventuele vervormingen
mogen niet leiden tot scheurvorming. Deze
funderingsplaat is ook meteen als isolatie te
gebruiken. Als voorbeeld geven we een vloer
met een isolatiewaarde van 3,5 (m
2×K)/W.
Met schuimbeton met een soortelijke massa
van 500 kg/m³ kan dit op basis van een
indicatieve berekening worden gehaald met
een dikte van ongeveer 350 mm. Willen we
eenzelfde isolatiewaarde halen bij een geïso-
leerde betonvloer van 200 mm, is daar nog
een isolatielaag van 120 mm geëxpandeerd
polystyreen (EPS) met een warmtegeleidings-
coëfficiënt van 0,035 W/(m×K) voor nodig.
Bodemafsluiter in een kruipruimte
met schuimbeton
Voor bestaande bouw kan de kruipruimte
worden gevuld met schuimbeton. Hiermee
kunnen vocht- en stankproblemen worden
12
Warmtestroom
door een vloer
naar de grond
vloer
gr ond
20 °C
10 °C
dbeton Rd
binne n
warm tes troom
Rd = d vloer
????????
beton waarin:
R d warmteweerstand van de beton-
vloer [in (m²×K)/W]
d
vloer dikte van de vloer [in m]
beton warmtegeleidingscoëfficiënt van het materiaal beton [in W/(m×K)]
11 januari 2019 STANDAARD 16 I 27
voorkomen. Dankzij de hoge vloeibaarheid zal
het schuimbeton zich gemakkelijk over het
oppervlakte verspreiden en de bodem goed
afsluiten. Door de gesloten celstructuur houdt
schuimbeton goed vocht en stank tegen.
Hoewel er veel lucht in schuimbeton zit, zijn de
luchtbellen niet onderling met elkaar verbon-
den en is de wateropname gering. Zo heeft het
hele lichte schuimbeton een wateropname van
75 kg/m² maar neemt dit bij de zwaardere
soorten al snel af tot 5 kg/m². Voor een bodem-
afsluiting wordt bijvoorbeeld een schuimbeton
met een volumieke massa van 1200 kg/m³
gebruikt met een wateropname van 5 kg/m².
Tevens zal het schuimbeton als een na-isolatie
werken. De totale isolatiewaarde van de vloer
zal dan toenemen. Elke 100 mm schuimbeton
waarmee de kruipruimte wordt gevuld, kan
(indicatief) al resulteren in een toename van
de thermische isolatie (toename in de R
d-
waarde) van 1 (m²×K)/W.
Een wegconstructie met schuimbeton
In het soms erg drassige Nederland kunnen
zettingen van wegen vervelend zijn. Door
schuimbeton te gebruiken, kan een zoge-
noemde evenwichtsconstructie worden
gemaakt. De weg die dan wordt aangelegd,
zal niet zwaarder zijn dan de grond die verwij-
derd is. Hierdoor zal de grond onder de weg
geen belasting ervaren en dus ook niet
inklinken. De zettingen die tot vervelende
13
Voorbeeldtekening van een wegconstructie gemaakt
van schuimbeton (bron: SSN, Bestekken Wegenbouw
? GWW ? RAW, Wegconstructie met Schuimbeton)
Beton dat zweeft
In het Stedelijk Museum was van 25 april tot 26 augustus 2018
een voorbeeld van ultiem lichtbeton te bewonderen van het
Nederlandse duo Studio Drift. Het betonnen blok van 4 bij 2 m
zweeft boven de mensen uit. Welke techniek hiervoor is gebruikt,
wordt door ontwerpers Gordijn en Nauta geheimgehouden.
14
Schuimbeton.
Foto: Noorder
Betonpompen
Centrale,
Roelof Feringa
situaties leiden, blijven dan achterwege.
Boven op de funderingsplaat van schuimbe-
ton wordt bijvoorbeeld een puinlaag aange-
bracht om de lasten te spreiden met daarbo-
ven het asfalt waar uiteindelijk overheen
wordt gereden. Er zal dus naast het bereiken
van evenwicht van spanningen in de grond,
er ook op moeten worden gelet dat de con-
structie met schuimbeton genoeg draag-
kracht heeft voor het opnemen van de voer-
tuigbelastingen.
Conclusie
Naast het al brede assortiment 'normaal'
beton met een breed toepassingsgebied en
12 januari 2019 STANDAARD 16 I 27
vele verschillende deelsoorten bestaan er
ook nog andere betonsoorten. In deze
Betoniek is daarvan het schuimbeton behan-
deld. Een soort beton met als basisprincipe
het inbrengen van lucht om de volumieke
massa naar beneden te krijgen. Dit heeft
natuurlijk gevolgen voor de materiaaleigen-
schappen. En juist deze materiaaleigen-
schappen en de wijze waarop schuimbeton
wordt gemaakt, geeft schuimbeton zijn specifieke toepassingen. Schuimbeton vindt
daardoor vooral zijn weg in de in situ aan te
leggen situaties als: vullen van kruipruimten
als funderingsplaten, vullen van oude riool-
leidingen en in wegconstructies.
Literatuur
? CUR-Aanbeveling 59, Vervaardiging en
beproeving van schuimbeton.
? CUR-publicatie 181, Werken met schuimbe- ton: Eigenschappen en toepassingen.
? EN 1992-1-1 Eurocode 2 ? Ontwerp en bere- kening van betonconstructies.
? EN 206 Beton ? Specificatie, eigenschappen, vervaardiging en conformiteit.
? EN 1990 Eurocode ? Grondslagen van het constructief ontwerp.
Dankwoord
De redactie van Betoniek Standaard bedankt
Cees Ossentjuk van de Noorder Betonpompen
Centrale b.v. voor de geleverde input voor dit
nummer.
Betoniek = Standaard + Vakblad
Onderdeel van het Betoniek-abonnement is naast Betoniek Standaard ook
Betoniek Vakblad. Dit is een magazine op groot formaat met artikelen over onder
meer projecten, ontwikkelingen, onderzoek, regelgeving en onderwijs. Deze
artikelen worden geschreven door de lezers van Betoniek zelf. Daarin wijkt Betoniek
Vakblad dus af van Betoniek Standaard, dat volledig door een deskundige redactie
wordt geschreven. Betoniek Vakblad verschijnt vier keer per jaar. Alle artikelen zijn
te raadplegen op www.betoniek.nl. Voor leden van Betoniek is dat gratis! voor technologie en uitvoering van beton 4 2018
Bijzondere
hulpconstructies
Bekisting overstekken Ondersteuning op bestaande loods Onderstempeling kolom Grenzen systeembekistingp00-C over.indd 1 17-12-18 11:5 7
Lidmaatschap 2019
Interesse in vakinformatie?
Vakkennis een belangrijke secundaire
arbeidsvoorwaarde? Sluit een licentie af bij
Kennisplatform Betoniek. Elke medewerker
ontvangt een unieke inlog, de nieuwsbrief en
heeft toegang tot de content van Betoniek,
eventueel aangevuld met het vakblad. Neem
voor meer informatie contact op via lezers-
service@aeneas.nl of 073 2051010.
Betoniek wordt tevens elektronisch opge-
slagen en geëxploiteerd. Alle auteurs van
tekstbijdragen in de vorm van artikelen
of ingezonden brieven en/of makers van
beeldmateriaal worden geacht daarvan op de
hoogte te zijn en daarmee in te stemmen, e.e.a. overeenkomstig de publicatie- en/of
inkoopvoorwaarden. Deze liggen bij de
redactie ter inzage en zijn op te vragen.
Hoewel de grootst mogelijke zorg wordt
besteed aan de inhoud van het blad, zijn
redactie en uitgever van Betoniek niet aan-
sprakelijk voor de gevolgen, van welke aard
ook, van handelingen en/of beslissingen
gebaseerd op de informatie in deze uitgave.
Niet altijd kunnen rechthebbenden van
gebruikt beeldmateriaal worden achterhaald.
Belanghebbenden kunnen contact opnemen
met de uitgever.
© Aeneas Media bv 2019
ISSN: 2352-1090
Betoniek Standaard is onderdeel van Betoniek Platform, hét kennisplatform over technologie en
uitvoering van beton. Betoniek Standaard verschijnt 4x per jaar en is een uitgave van Aeneas
Media bv, in opdracht van het Cement&BetonCentrum. In de redactie zijn vertegenw\
oordigd:
BAM Infraconsult, BTE Nederland, ENCI, Mebin, SKG-IKOB, Spanbeton en TNO\
.
Uitgave
Aeneas Media bv
Ruimte 4121
Veemarktkade 8
5222 AE 's-Hertogenbosch
Website
www.betoniek.nl Lezersservice
T: 073 205 10 10
E: lezersservice@aeneas.nl
Vormgeving
Inpladi bv, Cuijk
Redactie
T: 073 2051027
E: betoniek@aeneas.nl
Kennisdeling via Betoniek, dankzij onze partners
Reacties