In Oxystaalfabriek 2 van Tata Steel IJmuiden is een nieuwe continugietmachine CGM23 gerealiseerd. In de bouwput voor deze gietmachine bevindt zich een bestaande op staal gefundeerde poer. Er moesten maatregelen worden genomen om de draagkracht van de poer tijdelijk over te nemen.
Grond onder poer in Oxystaalfabriek
Tata Steel geïnjecteerd met waterglas
Megap oer ondergraven
In Oxystaalfabriek 2 van Tata Steel
IJmuiden is een nieuwe continugiet-
machine CGM23 gerealiseerd. In de
bouwput voor deze gietmachine
bevindt zich een bestaande op staal
gefundeerde poer. Er moesten maat-
regelen worden genomen om de
draagkracht van de poer tijdelijk over
te nemen.
T
ussen twee bestaande hallen in de
Oxystaalfabriek van Tata Steel in
IJmuiden, de Giethal en de Machinehal,
bevindt zich een bestaande poer
(fig. 2). Deze poer is in de bouwput
voor de nieuwe gietmachine gesitu-
eerd. Omdat deze poer een belangrijke
constructieve functie behoudt, moest
hij tijdens de bouw in tact blijven. Dat
was niet eenvoudig: de bouwput heeft
een ontgravingsdiepte tot 3,3 m onder
de onderkant van de poer.
Ondersteunen poer
Om de poer te ondersteunen is in eerste
instantie als maatregel het aanbrengen
van jetgroutkolommen voorgesteld.
Hierbij wordt onder een hoge druk van
circa 400 bar de grond versneden en
vermengd en deels vervangen door een
cementmengsel. Hiertoe zouden beton-
boringen gemaakt worden over de
volledige dikte van de poer.
Probleem van deze jetgroutkolommen
is echter dat ze pas effectief zijn na
verharding. Dat houdt in dat een nabij-
gelegen kolom pas gemaakt kan wor-
2 VAKBLAD I 3 2019
auteurs ir. Maarten Baan Visser & Smit Bouw, ing. Robert Schippers Geobest, ir. Patrick Wolfs Soil ID
1
De poer (rechts)
met eronder het
injectiemassief in
de ontgraven
bouwput
2
Kolompoer met het
(theoretische)
injectiemassief en
groutankers
Megapoer ondergraven oer ondergraven
den na verharding van de eerste kolom,
opdat deze tijdens de uitvoering vol-
doende geotechnische draagkracht
heeft. Daar komt bij dat een jetgrout-
kolom de neiging heeft enkele milli-
meters uit te zakken. Gezien de strenge
vervormingseisen was dat niet toelaat-
baar. Nadat de jetgroutkolom zou zijn
gestabiliseerd, zou er daarom moeten
worden nageïnjecteerd om de aanslui-
ting met de poer te garanderen. Dit
kost veel tijd, hetgeen niet paste in de
fasering van het project. Bovendien was
de kans groot dat al tijdens het aan-
brengen van de jetgroutkolommen de
toelaatbare vervorming zou worden
overschreden. De grond wordt immers
lokaal verweekt. Bij nadere uitwerking
bleek dat naar een alternatief moest
worden gezocht.
Alternatief: waterglas
Als alternatief voor de jetgroutkolom-
men is ervoor gekozen om onder de
poer een injectiemassief met waterglas
aan te brengen. Dit was mogelijk
omdat het zand onder de Oxystaal-
fabriek injecteerbaar is, zo bleek na
grononderzoek met boormonsters. Het
poriënvolume bleek daarbij voldoende.
Bij het injecteren met waterglas wordt
de bodem als het ware versteend. Hier-
bij wordt het waterglas in overlappende
bollen (diameter circa 3,0 m) aange-
bracht. De bodeminjectie wordt uitge-
voerd met silicaat. Het mengsel bestaat
uit drie hoofdcomponenten: water,
waterglas (natriumsilicaat) en een
verhardingsmiddel. Door het toevoe-
gen van een verhardingsmiddel start de
polymerisatie of 'uitharding' (foto 3).
De voordelen van injectie zijn twee-
3 VAKBLAD I 3 2019
3
Geïnjecteerd massief
ledig. Allereerst kunnen de injectie-
bollen gelijktijdig worden aangebracht.
Dit geeft een enorme tijdswinst. Daar-
naast blijft het korrelskelet van het zand
intact; de poriën worden gevuld met
waterglas. Er treedt tijdens het aanbren-
gen geen verweking op met eventuele
vervormingen als gevolg. Ook sluit het
injectiemassief 100% aan op de poer.
Om de vervormingen van de kolom-
poer in de bouwfase zo veel mogelijk te
minimaliseren, zijn tevens zes verticale
groutankers geïnstalleerd en voorge-
spannen. Hierdoor is de constructie als
het ware voorgespannen tegen de
onderliggende grond.
Eisen
De eisen aan het injectiemassief waren
bijzonder streng. De krachten op de
poer zijn groot, waardoor ook de
sterkte van het injectiemassief hoog
moest zijn. Bij gebruikelijke toepassin-
gen van stabiliserende bodeminjecties
treden funderingsdrukken op van 100 à
200 kN/m
2. Bij deze poer treden echter
veel grotere belastingen op. Op voor-
hand werden op basis van handbereke-
ningen spanningen verwacht van circa
600 à 900 kN/m
2 (0,6 ? 0,9 N/mm 2),
zodat speciale aandacht moest worden
besteed aan de mengverhoudingen van
het injectiemiddel (zie verderop). Hier-
bij gold dat de bouwfase maatgevend
was, omdat na de bouw van de nieuwe
gietmachine deze poer rondom weer
volledig is aangevuld tot het oorspron-
kelijke maaiveld.
Ook ten aanzien van de vervormingen
waren de eisen streng. Daarbij moet
worden opgemerkt dat een kleine rota-
tie aan de voet van het injectiemassief
door de hefboom een grote horizontale
verplaatsing aan de bovenkant van de
poer geeft.
Geometrie injectiemassief
Voor een eerste aanzet van de geome-
trie van het injectielichaam is uitgegaan
van het doorzetten van de onderzijde
van de poer tot een diepte die bij ont-
graving minimaal dezelfde gronddek-
king heeft als in de huidige situatie. De
poeren waren in het verleden berekend op een minimale gronddekking van
2 m. Dit houdt in dat het injectie-
massief bij een gelijke oppervlakte tot
een diepte van circa 2 m onder het
diepste ontgravingsniveau van de
bouwput moest reiken voor een
vergelijkbare draagkracht.
Door het oppervlak van het injectiemas-
sief onder het maximale ontgravingsni-
veau groter te maken (fig. 4), kunnen
de spanningen op de ondergrond wor-
den verlaagd en de optredende vervor-
ming logischerwijs ook.
De vorm van het massief is mogelijk
dankzij de uitvoeringstechniek van het
injecteren. De diameter van het injectie-
lichaam kan namelijk op basis van de
gekozen uitvoeringsparameters worden
beïnvloed. Door een grotere diameter
te kiezen, waarbij het injectielichaam
uitsteekt buiten de contour van de poer,
wordt een groter oppervlak gecreëerd.
Over de hoogte waarover de bouwput
wordt ontgraven, kan het massief later
worden geprofileerd door het af te hak-
ken (foto 5).
Het injectielichaam is verder geoptima-
liseerd door geen volledig massief te
maken, maar een kraag (fig. 4). Op
basis van het grondonderzoek is vastge-
steld dat de grond binnen de kraag zeer
vast gepakt en zodanig is opgesloten,
dat deze vrijwel niet vervormbaar is en
zo een bijdrage levert aan de totale
draagkracht van het injectiemassief.
Mengverhoudingen
Door verschillende verhoudingen van
de componenten water, waterglas en
verhardingsmiddel kunnen de eigen-
schappen van het injectiemiddel (zoals
reactietijd en druksterkte) worden beïn-
vloed (fig. 6).
Normaal gesproken wordt uitgegaan
van 50% waterglas, 6 à 10% harder en
Unconfned compressive strenght (kN/m
2)
Volume hardener in grout (%)
Silicate (% by volume of grout)
3
0
1000 2000
3000
4000
4
5 6 7 1070
60
50
40
30
9
8
4 VAKBLAD I 3 2019
5
Zicht op injectiemassief
en poer na 1 m
ontgraving
6
Sterkte in relatie tot
mengverhouding
(bron: 'Engineering
properties of silicate-
R100 ester chemical
grout', G.S. Little-
john, e.a., Ground
Engineering 30(3),
1997)
4
Geometrie injectiemassief
(leiding)water. Zoals uit figuur 6 blijkt,
wordt hiermee een UCS-waarde (uni-
axiale druksterkte) behaald van circa
0,7 MPa (700 kN/m
2). In dit geval is
gekozen voor een mengsel met een
waterglaspercentage van 60% en ten
minste 8% harder R100. Zoals uit de
grafiek blijkt, wordt hiermee een UCS
behaald van circa 1,1 MPa.
Beproevingen
Omdat een hogere druksterkte nodig
was dan gebruikelijk, is op het terrein
een proefmassief gemaakt. Het gereali-
seerde massief is ontgraven en er zijn
monsters verzameld door kernen met
een diameter van 100 mm uit het mate-
riaal te boren. Voor de lengte van de
kernen is 100 à 200 mm aangehouden,
mede afhankelijk van de beschikbaar-
heid. Hierop zijn in een laboratorium
uniaxiale drukproeven uitgevoerd. Hier-
bij is zowel de druksterkte als de elastici-
teitsmodulus bepaald. Foto 7a en 7b
laten een kern voor en na beproeving
zien.
Om praktische redenen is het proef-
massief minder diep uitgevoerd dan de
definitieve injecties. Omdat het effectief
spanningsniveau op grotere diepte
hoger is, kunnen de resultaten van de
drukproeven als veilige ondergrens
worden gezien.
Bekend is dat de sterkteontwikkeling in
de tijd relatief snel verloopt. Na een
periode van 7 dagen is de chemische
reactie grotendeels voltooid (fig. 8).
Zekerheidshalve is uitgegaan van een
verhardingstijd van 21 dagen voordat
met het ontgraven van de bouwput
rondom de kolompoer is begonnen. De drukproeven zijn om die reden ook uit-
gevoerd na 21 dagen verhardingstijd.
In totaal zijn tien drukproeven uitge-
voerd. Uit de proefresultaten blijkt dat
de karakteristieke druksterkte circa 2,45
N/mm
2 bedroeg. De gevonden karakte-
ristieke stijfheid bedroeg 1030 MPa.
Uitvoering
Het theoretische injectiemassief is ver-
taald naar een raster met boven en
naast elkaar gelegen bollen (fig. 9). De
injectievloeistof is aangebracht via man-
chettebuizen (foto 10). De manchetten
zijn via kernboringen door de poer
5 VAKBLAD I 3 2019
7
Proefstuk voor (a) en
na (b) beproeving
8
Sterkteontwik-
keling geïnjec-
teerde grond
9
Eerste stap plaatsing
injectiebollen (voor
overige stappen zie
www.betoniek.nl)
Unconfned compressive strenght (kN/m
2)
Formulation: 40% Sodium Silicate
6% R100 Ester
54% Water
Time (days)
0510 152025 30
400
300
200
100
0
ingebracht. De manchettebuizen heb-
ben elk drie injectiepunten. Deze wor-
den opening voor opening geïnjec-
teerd, waarbij de injectievloeistof er alle
kanten wordt uitgeperst. Hierbij ont-
staat een bol (weliswaar iets afgeplat
door de zwaartekracht). De
h.o.h.-afstand van de openingen is klei-
ner dan de diameter van de bol, zodat
de vloeistof vanuit de ene opening
vervloeit met de vloeistof uit de andere
opening. De bollen overlappen zo en er
ontstaat één massief. De overlap van de
bollen is dus fictief, omdat de vloeistof
van de eerste bol niet verdreven of ver-
vangen wordt. Waar de poriën al vol
zitten met vloeistof komt er geen
nieuwe vloeistof bij.
Er is een aantal controles uitgevoerd om
de aanwezigheid van het injectiemassief
te garanderen:
1 Per bol zijn de ingebrachte liters
waterglas vergeleken met de theore-
tisch benodigde hoeveelheid.
2 Na uitharden van de vloeistof is de
grond naast de poer laagsgewijs
ontgraven. Bij elke ontgravingsslag is
de aanwezigheid van het injectie- lijk door de ontspanning van de grond
door de ontgraving.
Grenzen verlegd
Met deze toepassing van chemische
injectie zijn de grenzen verlegd. Het
injectiemassief heeft zijn functie naar
tevredenheid vervuld. In praktische zin
is het belangrijk goed na te denken over
het te hanteren injectieraster in relatie
tot het risico op imperfecties. In dit
geval is er, gezien de noodzaak eerst
kernboringen door de poer te maken
om de injectielansen te kunnen plaat-
sen, voor gekozen het aantal injectie-
lansen te minimaliseren. Dit brengt
grote tussenafstanden met zich mee en
maakt het noodzakelijk tijdens de uit-
voering goed naar de uitvoeringsgege-
vens (verpompte hoeveelheid vloeistof
per injectiepunt) te kijken. De geregis-
treerde hoeveelheden moeten daarbij
worden vergeleken met de theoretisch
vooraf bepaalde waarden. Ook is het
belangrijk om, voorafgaand aan het fei-
telijke ontgraven, enkele proefsleuven
te graven om de aanwezigheid van vol-
doende injectiemateriaal te kunnen
vaststellen.
massief gecontroleerd. Hoewel er
meer dan de theoretisch benodigde
hoeveelheid waterglas is aange-
bracht, bleek op enkele plekken een
na-injectie nodig (foto 11).
Tijdens de hele uitvoering is de bewe-
ging van de poer continu gemonitord.
De vervormingen bleven binnen de
geëiste norm. De bovenkant van de
poer is maximaal 8 mm in horizontale
richting opgeschoven. De gehele poer
is 8 mm omhooggekomen, waarschijn-
6 VAKBLAD I 3 2019
10
Aanbrengen van injec-
tievloeistof via man-
chettebuizen
11
Na-injectie met een
lans voor die gebieden
waar onvoldoende
injectiemassief aanwe-
zig was
In de bestaande Oxystaalfabriek van Tata Steel in IJmuiden bevindt zich een bestaande poer (foto 1). Deze poer is in de bouwput voor de nieuwe gietmachine gesitueerd. Omdat deze poer een belangrijke constructieve functie behoudt, moest hij tijdens de bouw in tact blijven. Dat was niet eenvoudig: de bouwput heeft een ontgravingsdiepte tot 3,3 m onder de onderkant van de poer.
Reacties