5 T C H T N G BETONPR 5 M Aoch isteel verschil tussen beide ara-meters. Voor het draagvermogen vaneen constructie is het van belang dat debeoogde sterkte over de gehele door-snede van de constructie aanwezig is.Voor de duurzaamheid speelt vooral dekwaliteit van de buitenste centimeter(s)van het beton, de (onderhuidse)buitenhuid. de belangrijkste rol.POSTBUS 35325203 DM 'S-HERTOGENBOSCHnetie van de buitenhuidWaarom is de buitenhuid zo belangrijk?Welnu, op debuitenhuid van beton oefent de omgeving direct zijninvloed uit. De buitenhuid is ook dat deel van debetonconstructie waar je als gebruiker direct mee temaken hebt.In constructief beton speelt de wapening eenessentiële rol. Met de wetenschap dat onbeschermdwapeningsstaal kan roesten, wordt de buitenhuid vanhet beton, de dekking, als beschermingslaag gebruikt.Maar ook bijongewapende constructies kan dekwaliteit van de buitenhuid voor de gebruiker eenbelangrijke kwaliteitsparameter zijn. Een intensiefbereden bedrijfsvloer bijvoorbeeld dient slijtvast tezijn en mag niet stuiven.De duurzaamheid van de buitenhuid kan, in de tijdgezien, door diverse uitwendige aantastingsmechanis-men worden 'belaagd'. Denk hierbij aan invloeden als:mechanische aantasting en erosie;- aantasting door vorst en inwerking van (dooi)-zouten;- fysisch-chemische, chemische en biologischeaantasting;aanhechting van vuil.Voor de eerstgenoemde factor geldt dat hoe sterkerde buitenhuid is, des te meer weerstand het beton kanbieden aan uitwendige mechanische invloeden.Voor de andere factoren geldt met name dat depermeabiliteit van de buitenhuid enorm belangrijk is.februari 1995..De diverse aantastingsmechanismen worden hier nietverder besproken. In eerdere afleveringen vanBETON/EK zijn ze alle in meer of mindere mate reedsaan de orde geweest.In deze aflevering besteden we vooral aandacht aan dieinvloedsfactoren die bepalend zijn voor de kwaliteitvan de buitenhuid.ositeitDe dichtheid van de 10tot mm dikke buitenhuidvan beton is voornamelijk afhankelijkvan de dichtheidvan de cementsteen. 'Dichtheid' is maar eenbetrekkelijk begrip. Een groot deel van de cement-steen bestaat namelijk uit poriën. Poriën zijn holleruimten in een vaste stof, gevuld met water of een gas(bijvoorbeeld lucht). Voor de duurzaamheid van debuitenhuid is het van belang dat deze holle ruimten alsafzonderlijke gesloten ruimten aanwezig zijn.Vormenze echter een doorlopend kanalenstelsel, dan kunnenvloeistoffen en gassen betrekkelijk eenvoudigbinnendringen, of andersom kan beton betrekkelijkPoriën in cementsteeneenvoudig uitdrogen. Welke poriën er in cementsteenzitten, is aangegeven in bijgaandkader. Hier kunnenwe volstaan met te vermelden dat met het oog op deduurzaamheid, het transport van vloeistoffen engassen voornamelijk plaatsheeft in het capillaireporiënsysteem.meabiliteitOnder de permeabiliteit van een stof verstaan we demate waarin deze stof doorlaatbaar is voor vloeistof-fen en/of gassen. Een poreus materiaal kan heel goedweinig permeabel zijn,andersom kan een materiaalmet weinig, maar zeer grove poriën, zeer permeabelzijn I).Vastgesteld is dat er voor het materiaal cementsteeneen nauwe samenhang bestaat tussen porievolume enpermeabiliteit. Vooral de capillaire poriën spelen eenbelangrijke rol in de mate van permeabiliteit.De transportsnelheid van vloeistoffen en/ofgassen indeze capillaire poriën is niet alleen afhankelijkvan degrootte en hoeveelheid van de poriën, maar ook van- Toevallige holten of luchtblazenDit zijn holten die ontstaan doordat bijhet storten lucht mechanisch wordt opgesloten. Door goed verdichten kunnen zeworden verwijderd. Gebeurt dat niet dan zijn deze holten of luchtblazen, goed zichtbaar aan het oppervlak. Hun diameterkan tot enkele millimeters oplopen. Hoewel visueel misschien niet zo aantrekkelijk, zijn deze holten voor de duurzaamheidvan minder groot belang. Ze vormen immers geen doorlopende kanalen in de cementsteen.- Luchtbelletjes, al of niet ingebracht met een luchtbelvormerKleine luchtbelletjes hebben over het algemeen een zodanige stabiliteit dat zij niet door trillen of andere verdichtingsme-thoden uit de betonspecie worden verdreven. Ook betonspecie waaraan geen luchtbelvormende hulpstoffen zijntoegevoegd, bevat in geringe mate (I à 2%)luchtbelletjes. De gemiddelde diameter van de luchtbelletjes bedraagt 0, I mmoKenmerkend voor deze poriën is, dat zijvan het begin af met lucht zijngevuld. Zij vormen geen doorlopend systeem metelkaar en werken dan ook niet nadelig op de duurzaamheid.Sterker nog, voor betonconstructies die tijdens de gebruiksduur worden blootgesteld aan vorst en/of doolzouten. wordtjuist aanbevolen (of voorgeschreven) om kunstmatig luchtbelletjes aan de betonspecie toe te voegen. Hun functie is dantweeledig: enerzijds doorbreken ze het capillaire poriënsysteem waardoor verzadiging met water wordt bemoeilijkt,anderzijds bieden ze voldoende expansieruimte voor het geval dat water in de capillaire poriën bevriest.Capillaire poriënWater in betonspecie, in eerste instantie benodigd voor de verwerkbaarheid en daarna voor de hydratatlereactle, isopgeslagen in de zogenoemde capillaire poriën. Aanvankelijkvormen deze poriën een doorlopend kanalenstelsel in decementlijm. Bij het voortschrijden van de hydratatie verandert echter het karakter van deze capillaire poriën; ze groeiengeleidelijkaan dicht met cementgel. Het aantal en de afmetingen van deze poriën zijn dus sterk afhankelijkvan dehoeveelheid water en de water-cernentfactor. Cement kan maar een beperkte hoeveelheid water aan zich binden; waterdat niet door het cement wordt gebonden, blijftals capillaireporiën in de cementsteen achter.Capillaire poriën hebben een diameter ter grootte van 0,I die weer een factor 1000 kleiner is dan de hiervoorgenoemde luchtbelletjes. Maar ofschoon zeer klein en met het blote oog niet zichtbaar, zijn deze poriën van groot belangvoor de permeabiliteit en dus de duurzaamheid van (de buitenhuid van) beton.GelporiënDe verharde cementgel die tijdens de hydratatie ontstaat, bestaat eigenlijkuit geldeeltjes en gelporiën. De gel bestaat uitcalciumsilicaathydraat-deeltjes, inclusiefhet chemisch gebonden water, de gelporiën bestaan uit fysischgebonden water.De gelporiën hebben een afmeting van de orde van grootte van moleculen. Vochttransport is in deze poriën vrijwel nietmogelijk.Voor de betonpraktijk kunnen deze gelporiën als volkomen dicht worden beschouwd.menstelling van de buitenhuiduitdrogen. Als de poriën gevuld zijn met water dankunnen vochtbewegingenin beton alleen plaatshebbenonder een uitwendige (hydrostatische) druk. Wordthet beton van buitenaf blootgesteld aan schadelijkestoffen die in het water aanwezig zijn,dan kunnendeze slechts door diffusiehet beton binnendringen. Demate waarin en de snelheid waarmee gassen envloeistoffen het beton kunnen binnendringen zijn dussterk afhankelijkvan de permeabiliteit van debetonhuid.Een duurzame betonhuid vraagt dus omeen lage permeabiliteit, die op zich weer afhankelijkisvan een zo laag mogelijkcapillair poriënvolurne.Het capillaire poriënvolume is voornamelijk afhankelijkvan de water-cementfactor.Uit deze definitie blijktal dat de sterkte en dedichtheid van de betonhuid niet zonder meer zijnaf teleiden uit de sterkte en de dichtheid van hetkernbeton!De vraag dringt zich op hoe dat kan, want je zou tochveronderstellen dat het voorschrijven van milieuklas-sen in verband met de duurzaamheid juist vantoepassing zou moeten zijn op debuitenhuid van hetbeton.De samenstelling in debetonhuid blijktanders te zijndan die van het kern beton. De oorzaak hiervan is hetVoordat we dieper ingaanop de rol van de water-cementfactor,wordt eerst de beton(specie)-samenstelling in de buitenhuid nader bekeken.De basis van de betontechnologie is het zoeken naarde juiste balans tussen de onvermijdelijke holleruimten in het toeslagmaterialenpakket in de verdichtebetonspecie en de voor de verwerkbaarheid enlijmfunctievereiste hoeveelheid cementpasta. Dezebeschouwing is echter vollediggericht op hetkernbeton en blijktniet geheel van toepassing op desamenstelling van de bultenhuid.Op zich is dat natuurlijk vreemd! Wat verstaan we danprecies onder de buitenhuid van beton/In Stutech-rapport 111, 'Duurzaamheid buitenhuid beton', wordtde volgende definitie gegeven:'onder de buitenhuid van beton, ook wel betonhuidgenoemd, wordt verstaan de niet nabewerktebuitenste laagvan het beton tot een diepte waarop devan belang zijnde materiaalkarakteristieken niet meerafwijken van die van het beton in de kern van hetbetreffende constructiedeel'.30dekkingsituatie, buiten,onbeschut2Sb.d. lage hogepermeabititeitindit gebied droogt het betonlangzaam uit201S10gebied metwisseLendvochtgehaltee.pereus , materiaalIn droge poriën zullen gassen eenvoudig kunnenbinnendringen. Zijn de poriën echter gevuld metwater dan kunnen gassen slechts door diffusiebinnendringen, een proces dat erg langzaamverloopt.De kracht waarmee uitgedroogde poriën zichvolzuigen met water wordt de capillaire zuigkrachtgenoemd. Die is afhankelijkvan de diameter van deporiën. Hoe kleiner de poriediameter, des te sterkerde zuigkracht, maar des te langzamer zal het betonVochtbewegingen inde buitenhuidhet feit of de poriën uitgedroogd zijn of gevuld metwater. Dit hangt vooral samen met de expositie-omstandigheden. In een altijd droog milieu zullen deporiën langzaamuitdrogen totdat een bepaaldevenwichtsvochtgehalte isbereikt. In beton datvoortdurend in aanraking is met water, zullen deporiën gevuld blijvenmet water. In beton datafwisselend uitdroogt dan wel nat wordt, zullen in debuitenhuid continue vochtwisselingen plaatshebben.CUR-onderzoekheeft geleerd dat onder dergelijkeomstandigheden, en bijeen kwalitatief goedebetonsamenstelling, deze vochtbewegingen zichslechts afspelen in de buitenste 15 mm van debetonhuid 2).Het verschil tussenporositeit en permeabiliteitwandeffect tegen de bekisting; de holle ruimte tussende toeslagmaterialen zal daar groter zijn dan in hetkernbeton. Hierbij magniet onvermeld blijven dat ookom wapeningsstaven heen een soort wandeffectoptreedt.Dit wandeffect heeft tot gevolg dat altijd een geringeovermaat aan cementpasta c.q. mortel nodig is vooropvullingvan de extra holle ruimte. Deze overmaat isbijvolumineuze constructies betrekkelijk gering,omdat daar de inhoud groot is ten opzichte van debuitenvlakken het oppervlak van de wapeningssta-ven). Bij slanke kolommen, dunne wanden en dunnevloeren zal de betonspecie echter een grotereovermaat aan 'vulling'nodig hebben door de tenopzichte van de inhoud grote buitenvlakken en hetgrote oppervlak van de wapeningsstaven. Hetwandeffect neemt niet alleen toe naarmate hetoppervlak van de begrenzingen toeneemt, maar ooknaarmate de grootste korrels van het toeslagmateriaalgroter zijn.Ten gevolge van het wandeffect, dit geldt niet alleenvoor bekiste, maar ook voor niet-bekiste vlakken, zalvanaf het kernbeton richting buitenhuid de hoeveel-heid toeslagmateriaal afnemen en de hoeveelheidcementsteen toenemen.Door nog twee andere factoren, namelijk hydrostati-sche druk en/of sedimentatie, neemt in de buitenhuidechter niet alleen de hoeveelheid cementlijm toe, ookde kwaliteit van de cementlijm, de verhouding tussende hoeveelheid water en cement, water-cernentfactor. verandert (zîe 3 en 4).Zoals we al hebben gezien, heeft deze veranderinggevolgen voor de porositeit en de permeabiliteit vande buitenhuid.Een andere reden dat de kwaliteit van de buitenhuid,vertaald naar sterkte en dichtheid, zal afwijkenvan dievan het kernbeton, wordt veroorzaakt door het risicovan uitdroging van de buitenhuid. Hierop komen weonder nabehandeling nog terug.Water-cementfactorWaarom speelt de water-cementfactor zo'nbelangrijke rol bij de porositeit en permeabiliteit vande buitenhuid?Cementpasta of -lijmbestaat uit een mengsel vanwater en ongehydrateerd cement. Het water in dezepasta vormt een doorlopend systeem van capillaireporiën.Het is eenvoudig in te zien dat de grootte van deporositeit van de cementpasta afhankelijkis van dehoeveelheid water ten opzichte van de hoeveelheidcement, de water-cernentfactor. Wanneer het cementgaat reageren met water, ontstaat een nieuw produkt,cementsteen. Daarbij wordt het water gebonden. Bijvoortgaande hydratatie neemt derhalve het capillaireporiënvolume af. Cement kan echter niet ongelimi-teerd water aan zichbinden. Water wat niet wordtgebonden blijftdan ook als capillaire poriën in decementsteen achter (zie kader).Desgewenst kan voor elke water-cernentfactor,afhankelijkvan de hydratatiegraad, globaal wordenberekend hoe groot de capillaire porositeit wordt inde cementsteen.Veranderîng în de verhoudîng vangrondstoffenInvloed wandeffeet op de mengselsamenstellingwaterI cement"'-----o 20 40 60 80 100afstand tot bekisting (mm)0,70,6watergehaltecementgehaltekernbetonOnderzoekers hebben vastgesteld dat bijvolledige omzetting per 100 kg cement ongeveer 25 liter water chemisch wordtgebonden in de cementgel, het caiciumsilicaathydraat, en dat ongeveer 15liter water fysischwordt gebonden, in degelporiën. De gelporiën zijn echter voor de duurzaamheid van beton niet van belang.Volledige hydratatie betekent dat bijeen water-cementfactor van 0,40 (40 liter water op 100 kg cement) al hetaanmaakwater chemisch fysischis gebonden en dientengevolge de capillaireporositeit gelijkaan nul is geworden. Dit isniet helemaal waar omdat het volume van de cementgel en het chemisch gebonden water kleiner is dan het oorspronkelij-ke volume aan cement en aanmaakwater samen. Deze inwendige krimp, ook wel chemische of hydratatiekrimp genoemd,vormt capillaireporiën in de cementsteen.Isde water-cementfactor groter dan 0,40, dan betekent dat bijvolledige hydratatie niet al het water chemisch of fysischkan worden gebonden. Het overtollige water blijftin de cementsteen in de capillaire poriën achter.III//II/I-VRelatie tussen porositeiten permeabiliteit en derelatie tussen water-cementfaaorenpermeabiliteit9080706050o4020E 100o 10 20porositeit (%)30 40El2060-2000,3 0,5 0,6 0,7 0,6water_cementfactorProefondervindelijk is het verband vastgesteld tussende capillaire porositeit ende permeabiliteit van decementsteen. Incombinatie met het berekendeverband tussen de water-cementfactor en deporositeit kan nu ook het verband worden aangegeventussen de water-cementfactor en de permeabiliteit(fig. 5).Hieruit blijktdat de permeabiliteit sterk toeneemtwanneer de water-cementfactor groter wordt dan 0,60.Afhankelijkvan de expositie-omstandigheden betekenthet ontwerpen van beton mengsels op duurzaamheiddan ook het voorschrijven van een lagewater-cementfactor. Bijhet ontwerp van een betonmengselwordt er echter van uitgegaan dat de betonsamenstel-lingen water-cementfactor in de gehele constructiegelijkzijn en dat de hoeveelheid capillaire poriën dushomogeen is verdeeld.Zoals we eerder in dit artikel hebben gelezen, blijktjuist voor debuitenhuid de water-cementfactor deneigingte hebben, groter te willen worden.Naast het reeds behandelde wandeffect zijnalgenoemd sedimentatie, nabehandeling en hydrosta-tische druk als factoren die van invloed kunnen zijnop het capillaire poriënvolume in de buitenhuid.Sedimentatie/bleedingBetonspecie bestaat uit vast materiaal in diversekorrelgrootten en een hoeveelheid water. Belangrijkisdat de betonspecie een zekere stabiliteit bezitwaardoor deze een samenhangend geheel vormtwaarbij de korrels onderling in hun beweging wordenbeperkt. Inwaterrijke betonspecie of door hettoevoeren van (verdichtings)energie wordt deonderlinge wrijvingtussen de korrels opgeheven. Devaste delen van de betonspecie bewegen door dezwaartekracht naar beneden, waarbij de zwaarstekorrels het snelst bewegen. Dit verschijnsel noemenwe sedimentatie. Het door sedimentatie verdrongenwater verzamelt zich als een helder laagjeaan debovenzijde; we spreken over bleeding. De aldusverdichte betonspecie is ontmengd en bevat in debovenste laageen hoger gehalte aan water en fijnedelen, terwijl zich langs het verticale bekistingsopper-vlak zgn. zandlopers kunnen aftekenen. De toplaagheeft een relatief hoge water-cementfactor en bevateen relatief grotere hoeveelheid capillaire poriën danhet kernbeton en is daardoor minder slijtvast.Maatregelen overmatige sedimentatie/bleeding te voorkomen:- ontwerp een goede korrelopbouwvanhet toeslagmaterialenmengsel: dit resulteert ineen zo laag mogelijkewaterbehoefte en een zo hoogmogelijke stabiliteit;- maakgebruikvancement met een snellesterkte-ontwikkeling. Door een snellehydratatie wordt het aanmaakwatergebonden,stijftde betonspecieop en kunnende zwaardere delen niet meer uitzakken;- ontwerp een stabielehetonspecie met voldoendefijn materiaal, bijvoorbeeld door gebruikte makenvaninertevulstoffen. Een vuistregel hiervoor is: minstens 125literfijn materiaal per m3 bijeen grootste korrelafmeting van 16mmen minstens 115 literfijn per m3 bij een grootste korrelafmeting van32 mm;- gebruikplastificerende hulpstoffen waarmeeeenzelfde verwerkbaarheid wordt verkregenbijeen lagerwatergehalte;- door het gebruikvaneen luchtbelvormer kan de hoeveelheid aanmaakwater wellicht verminderen, maar de zeer velekleine luchtbelletjes verbeteren tevens de samenhang vande betonspecie.Om overmatige sedimentatie en/of bleeding tevoorkomen moet de betontechnoloog zorgen vooreen goede korrelopbouw van het toeslagmaterialen-mengsel. Een goede korrelopbouw resulteert in eenzo laag mogelijke waterbehoefte en een zo hoogmogelijke stabiliteit van het mengsel.NabehandelingNabehandeling betekent kortweg: voorkomen dat erwater verdampt uit de betonspecie, nadat deze isverdicht en afgewerkt. Bij constructies met een grootoppervlak, zoals vloeren en wanden, kan verdampingeen funeste uitwerking hebben. Gaat deze ongehin-derd door, wanneer dus geen nabehandeling wordttoegepast, dan blijfter in het oppervlak van het betonal spoedig weinig water meer over. Zelfs zo weinig datde reactie tussen cement en water wellicht stopt. Erwordt geen cementgel meer gevormd en het vanoorsprong 'open' capillaire poriënsysteem kan nietmeer dichtgroeien. Vroegtijdig uitdrogen maakt hetbeton te allen tijde meer permeabel. De eenvoudigstemanier om beton goed na te behandelen is het latenstaan van de bekisting. Horizontale oppervlakkenkunnen het best worden nabehandeld door afdekkenmet een plastic folie of het opspuiten van een curingcompound. De termijn waarover moet wordennabehandeld is afhankelijk van de hydratatiesnelheidvan het betonmengsel en van de verdampingssnelheid.In CUR-Aanbeveling 'Nabehandeling van beton'wordt voorgeschreven hoe lang beton moet wordennabehandeld, afhankelijk van de expositieomstandig-heden.Tegenwoordig hebben de meeste bekistingen eencontactvlak van betonplex of staal. In tegenstelling totonbehandeld, zuigend, ruwhouten bekistingsmateriaal,nemen deze geen water op uit de betonspecie. Dehoeveelheid aanmaakwater in betonspecie is vanwegede benodigde verwerkbaarheid groter dan er door hetcement kan worden gebonden. Door overmatigeverdichting of hydrostatische druk kan water uit debetonspecie worden gedreven.Terwijl de sedimentatie die hierbij ontstaat in verticalerichting werkt, wordt door de hydrostatische druk hetwater horizontaal uitgedreven. Tegen de bekistingspeelt dan het wandeffect een rol; het 'opstijgen' vanwater wordt tegen de bekisting vrijwel nietbelemmerd door korrels toeslagmateriaal. Dit tekentzich af als zandlopers op het betonoppervlak. Bij hogewanden zet zich in meer of mindere mate - tegen hetbekistingsoppervlak een waterrijk mengsel cementlijmaf met een relatief hoge water-cementfactor. De matewaarin dit gebeurt is sterk afhankelijk van demengselsamenstelling. Het water kan zich tegen debekisting ook in druppels ver:zamelen, waardoor nahet ontkisten in het betonoppervlak luchtbellenzichtbaar blijven. Overigens zijn de meeste luchtblazenin een betonoppervlak oorspronkelijk gevuld geweestmet water.Licht uitgevoerde bekistingen die tijdens hetverdichten kunnen gaan meetrillen, versterken diteffect. Door de meetrillende bekisting wordt decementpasta als het ware uit de betonspecie geklopt.Om een dergelijke resonantie te voorkomen moetenbekistingen zo stijf mogelijkworden uitgevoerd.Sterkere buitenhuid door zuigende/filterendebekistingsbekledingIn tegenstelling tot een gladde, dichte bekisting, zal eenruwhouten, onbehandelde en droge bekisting een deelvan het aanmaakwater uit de betonspecie opzuigen endaarmee het watergehalte - en dus de water-cementfactor - in de buitenhuid verlagen.met filterende bekledingwcf 0,50---__ in de =/I_.-. __...De belangrijkste hiertoe zijn hettoepassen van een lage water-cementfactor en eengoede nabehandeling. Verder hebben we gezien datdoor het wandeffect in combinatie met sedimentatieen hydrostatische druk, het pastagehalte en vooralook het watergehalte in de dekkingszone ofbuitenhuid hoger kan zijn dan wellicht gewenst.Het is de taak van de betontechnoloog om mengselsa-menstellingen te ontwerpen die stabiel zijn en weiniggevoelig voor ontmenging door sedimentatie. Ookbestaat de mogelijkheid om overtollig aanmaakwateruit de betonspecie te verwijderen door gebruik temaken van min of meer speciale technieken: eenvacuümbehandeling of het bekleden van de bekistingmet een doek dat een filterende werking heeft. Heteffect van dergelijke technieken is het grootst bijlangzaam opstijvende en tamelijk waterrijkemengselsamenstellingen. In deze situaties mag metgenoemde technieken een aanzienlijke verbetering vande prestaties van de buitenhuid worden verwacht.LiteratuurSTUTECH-rapport 111, Duurzaamheid BuitenhuidBetonBetontechnologie, studieboek voor de cursusBetontechnoloog BV, uitgave Stichting BetonPrisma,'s-HertogenboschQualltät der Betondeckung, BETON 5/94, Dichteder Betonrandzone. Heinz-Werner Vissmann,DortmundColofonBETONlEK is een praktijkgericht voorlichtingsbladop het gebied van de betontechnologie en verschijnt10 keer per jaar.Uitgave: Stichting BetonPrismapostbus 3532, 5203 DM 's-HertogenboschRedactie: 073 - 40 12 22Abonnementen: 073 40 12 3IDe Stichting BetonPrisma is een initiatiefvan deVereniging Nederlandse Cementindustrie(VNC).Daar maak je ft mee.Overname van artikelen en illustraties is toegestaan,onder voorwaarde van bronvermelding.Abonnementsprijzen:Nederland f 26,50Belgiëf 27,50andere landen f 42,-Abonnementen lopen per kalenderjaar en wordenautomatisch verlengd, tenzij voor I decemberschriftelijk wordt opgezegd.ISSN 0166·137x CVAK=25 JAARRuim 700 lezers hebben de kruiswoordpuzzel tergelegenheid van het 25-jarig jubileum opgelost en deslagzin ingestuurd.De redactie heeft het als extra plezierig ervaren datvelen hun slagzinvergezeld lieten gaan van felicitatiesen goede wensen voor 1995 en de toekomst van hetgewaardeerde vakblad.Dat velen BETON/EK allang lezen, bleek onder meeruit de reactie van Dirk Teeuw die de slagzin 'al eenkwart eeuw verfrist Betonlek uw betonkennisperiodiek' aanvulde met:'al een kwart eeuw lees ik hier Betoniek met veelplezier'.AImet al reacties die zeer stimulerend zijn voor deredactie. Alle inzenders willen wij bijzonder bedankenvoor het meedoen.Maar dan nu de bekendmaking van de prijswinnaars.Intussen hebben zij hun prijzen toegestuurd gekregen.Vijf hoofdprijzen van f 250,-P.W. van de Heuvel, Nieuwerkerk aId IjsselSterk Adviesburo voor Bouwkonstrukties BV, BredaV.H.C.Hof, Venrayj.J.Veening, HavelteTeBeKo Trading BV, Ijsselstein10 kadobonnen van f 100,-[Baggerman, ZoetermeerNoorder Betonpompen Centrale, AOosting,ZuidbroekArjanne Rohaan, RijswijkF.Maas,SomerenH.D.Nanninga, Meerbusch-Osterath (D)B.J.M. van Tongeren, GroningenT. van der Steen, TilburgPersoneelsvereniging Aannemingsbedrijf LeijssenVenray BV, VeulenH.Ruwette, SittardC]. van Vugt, Oosterhout10 kadobonnen van f75,-F.Dircks, GrevebrichtADuursma, EnschedeIng.P.Donk, Tilburgj.Albers, BrunssumM.Avan Heezik, RaamsdonkveerACASpierings, NuenenJ.J.Ronner, MaarssenArchitectenburo Joh.Houweling, J.T. de Graaf, Berkelen RodenrijsAH.G.in den Haak, AmersfoortM.J.PA van Roosmalen, Lith
Reacties