Een maandelijkse uitgave van deNederlandse Cementindustriecorrespondentie-adrespostbus 3011, 5203 DA 's-Hertogenboschtelefoon 073-150150 (abonnementen 150231)ISSN 0166-137xseptember 1981OntkisUngsmiddelenBouwen is een merkwaardig vak. Als belangrijkonderdeel van onze nationale nijverheid vertoonthet kenmerken van een moderne industrie. In veelgevallen is echter de ambachtelijke herkomstvaneen aantal activiteiten op de bouwplaats noggoed herkenbaar. Typerend hiervoor is de groteinvloed die het vakmanschap van de hand-werksman op het geleverde produkt heeft. Denkmaar aan de metselaar, de timmerman en destucadoor. Dit hoeft zeker geen nadeel te zijn.Integendeel, men is het er langzamerhand welover eens dat de afname van het aantal vak-bekwame handwerkslieden de kwaliteit van onzebouwwerken niet ten goede komt. Ondanks allenormalisatie, rationalisatie, industrialisatie enhoe moderne ontwikkelingen verder nog mogenheten.Dit geldt zelfs voor een zo betrekkelijk moderneactiviteit als het storten van beton. Ook hier zijneen aantal min of meer ambachtelijke techniekenontwikkeld, gekenmerkt door enkele eenvoudigeuitgangspunten die voor alle normaal voor-komende gevallen een bevredigend resultaatopleverden. Het gebruik van ontkistingsmiddelenis hiervan een voorbeeld.Beton mag niet hechten aan de bekisting. Menontdekte al snel dat een laagje minerale olietussen beton en bekisting een prima oplossingvoor dit probleem vormde. Zo'n laagje is op degebruikelijke bekistingsmaterialen eenvoudigaan te brengen en het tastde cementverhardingniet aan.Maar zo eenvoudig bleef het nu ook weer niet. Inde loop derjaren ontstond steeds meer variatie inaard en eigenschappen van bekistings-materialen. Hout in diverse structuren en opper-vlakken, al dan niet behandeld met lak of coating.Maar ook staal en kunststof. Voor elk van dezezeer versch ilIende bekistingsmaterialen geldt dathet ontkistingsmiddel ineen gelijkmatige, on-onderbroken laag moet kunnen wordenopgebracht. Deze laag mag daarna dan niet ver-stoord worden tijdens het storten en verdichtenen bovendien geen storende invloed hebben (inde vorm van vlekken of luchtblazen) op het ver-harde beton. Om hieraan te voldoen zijn diverseoplossingen bedacht. Voor de 'ambachtsman' ishet dan niet zo gemakkelijk om voor zijn geval debeste oplossing, dat wil zeggen een goed en niette duurontkistingsmiddel te kiezen. Hoe moeilijkdat is blijkt al uit het feit dat volgens een enkelejaren oude enquête het aantal op de Nederlandsemarkt verkrijgbare ontkistingsmiddelen 120bedroeg!Het is daarom nuttig dat we thans beschikkenover de resultaten van een onderzoek naar degeschiktheid van ontkistingsmiddelen. Ditonderzoek is verricht doorlBBC- TNOin opdrachtvan een GUR-VB-commissie; het resultaat is ge-publiceerd als CUR-VB-rapport 97 'Ontkistings-middelen'.Opzet van het onderzoekEen belangrijk uitgangspunt van het onderzoekwas dat het zich niet heeft gericht op de commer-cieel verkrijgbare ontkistingsmiddelen. Dat isgezien het grote aantal al een onpraktische zaak.1-2Luchtblazen kunnen sterk ontsierend werken. Bij detoepassing van schoon beton voor bijvoorbeeld gevel-elementen worden dan ook vaak strenge eisen gesteldaan hetaantalluchtblazen en de grootte ervan. In zulkegevallen dient te worden bedacht dat de toe te passenbekistingsolie daarop een duidelijke invloed kanhebben(onder: Bauhausarchiv Berlin, foto: Beton-Verlag/Rudolf Menk)Het gaat veel meer om het verkrijgen van inzichtin de fundamentele aspecten: welke invloedhebben de min of meer gebruikelijke modificatiesvan 'bekistingsolie' op de eigenschappen in depraktijk.Ten behoeve van het onderzoek werd daarom eenaantal ontkistingsmiddelen samengesteld opbasis van minerale olie. De aangebrachte modi-ficaties betroffen daarbij zowel de viscositeit(vloeibaarheid) van de olie als het al dan nietgebruiken van diverse typen oppervlakte-actievestoffen. Ookwater-in-olie en olie-in-wateremulsies werden onderzocht.Als bekistingsmaterialen werden hout (met enzonder kunststof deklaag), kunststof en staalonderzocht. Als proefstukken werden zowelprisma's op laboratoriumschaal gebruikt alskolommen en horizontaleplaten met semi-praktijkafmetingen. Ook de toegepaste beton-samenstellingen werden gevarieerd; devoornaamste variant daarbij was de zetmaat.Bij de beoordeling tenslotte werden de volgendepunten in ogenschouw genomen:- hoe gemakkelijk kan worden ontkist;aanwezigheid cementhuid op de bekisting;- luchtblazenin het betonoppervlak;cementstof op het betonoppervlak;- ontbrekende cementhuid op het betonopper-vlak;- kleurverschillen in het betonoppervlak.Resultaten van het onderzoekZoals te verwachten was leidt een dergelijk uit-gebreid onderzoek tot een groot aantal resultatendat niet eenvoudig in enkele grafieken en tabellenis samen te vatten.Uit het onderzoek met delaboratoriumprisma'sbleek het soort bekistingsmateriaal het grootsteeffect te hebben. De richting van het effect wasechter niet voor elke onderzochte eigenschaphetzelfde. Met andere woorden: een bepaaldecombinatie van bekistingsmateriaal en ont-kistingsmiddel is soms gunstig voor eenbepaalde eigenschap en ongunstig voor eenandere, terwijl dat voor een andere combinatiejuist andersom is. Ook de invloed van de laagdiktevan het ontkistingsmiddel werkt niet altijd indezelfde richting; hetzelfde geldt voor de viscosi-teit van de olie.Het uiteraard veel kostbaarder onderzoek metkolommen en platen werd uitgevoerd met eenaanzienlijk kleiner aantal proefstukken. Bij dekeus van de aangebrachte variabelen werdgebruik gemaakt van de reeds bij het prisma-onderzoek verkregen gegevens. In grote trekkenkomen de conclusies overeen met die van hetprisma-onderzoek.Ten aanzien van de cementsoort is het noginteressant te vermelden dathoogovencementminder gevoelig bleek voor vorming van lucht-blazen en voor kleurverschillen dan portland-cement. Daarentegen blijkt de stofvorming,althans na enige tijd, bij hoogovencement groterte zijn. Dit is een bevestiging van wat ervarenbetontechnologen, zij het op grond van mindersystematische indrukken, allang meenden temogen vaststellen. Zoals gezegd is het nietmogelijk alle resultaten van dit onderzoekcompact samen te vatten. Voor een totaalbeeld ishet noodzakelijk het rapport zelf ter hand tenemen. We kunnen dit van harte aanbevelen voorwiein het onderwerp is geïnteresseerd.StandaardproefmethodeAan de hand van de ervaring met dit onderzoekworden aan het slot van het rapport nogsuggesties gegeven voor het ontwikkelen van eeneventuele standaardmethode voor het onderling3vergelijken van diverse ontkistingsmiddelen.Zo'n standaardmethode zou dan zowel hetbeproeven van horizontale als verticale vlakkenmet diverse bekistingsmaterialen moeten om-vatten. Ookdeinvloed van de laagdikte van hetontkistingsmiddel zou in elk geval moetenworden onderzocht.Wat doen we met de resultaten?Ongetwijfeld zijn er voor elke betontoepassingwel ontkistingsmiddelen op de markt, diebevredigende resultaten geven; in veel gevallenzelfs wel middelen met uiteenlopende samen-stelling. In zo'n geval kan het toch nuttig zijn allefactoren nog eens opeen rijtje te zetten teneindebewustte kunnen kiezen voorde beste oplossing.En de beste keus uit een aantal goede mogelijk-heden wordt dan tenslotte bepaald door de prijs.Het komt ook voor dat men vermoedt dat hetgebruikte ontkistingsmiddel iets te maken heeftmet moeilijkheden in de betonproduktie. Dan ishet zeker zaak het geheel nog eens doorte lichtenop basis van de resultaten van dit onderzoek.In beide gevallen is het noodzakelijk dat webeschikken over de basisgegevens van desamenstelling van het ontkistingsmiddel. Dat zalin lang niet alle gevallen eenvoudig zijn; voor eenkritische en deskundige beoordeling van dezeprodu kten is het echter onontbeerlijk. Het wordttrouwens langzamerhand steeds meer eennormale zaak dat fabrikanten produktinformatieverschaffen aan hun afnemers. Het is mooimeegenomen dat dit CUR-VB-rapport daartoeeen stimulans levert.AanbevolenCUR-VB-rapport 97, Ontkistingsmiddelen;Betonvereniging/CUR-VB, Zoetermeer, 1980.4
Reacties