·nlUitvoeringSterkteklasse 865 of hogerinuitvoerin.g!Het verwerken van nieuwe producten vergt in het begin altijd enigegewenning. Beton met hogere sterkte ('HSB') is hierop geen uitzonde-ring. Zeker wanneer dit beton voor het eerst grootschalig wordt ver-werkt op de bouwplaats, moeten we rekening houden met aanlooppro-blemen. In deze Bet 0 n i e k gaan we in op ervaringen die zijn opge-daan bij de bouw van in het werk gestorte bruggen en viaducten metspecie voor beton met hogere sterkte.Rijkswaterstaat bouwde de afgelopen jaren denodi-ge viaducten en een aantal bruggen in beton methogere sterkte. Dat wil zeggen in beton met eenVoetgangersbrug Veerse Dam,het eerste viaductin B 65oktober 2000sterkteklasse van B65 of hoger. Bij de uitvoeringvan deze werken is in het traject van productie toten met de verharding van de betonspecie veel erva-ring opgedaan.Sommigen onder u zeggen wellicht: B 65, dat istoch niets nieuws? Dat klopt, want deze sterkteklas-se wordt gewoon in de voorschriften genoemd.Maar het gedrag van betonspecie in sterkteklasseB 65 vertoont veel overeenkomsten met het gedragvan hogesterktebetonspecie. Daarnaast moeten weonderscheid maken in zelfverdichtende betonspe-cies en betonspecies met een aangepaste verwerk-baarheid. Om dit laatste type specie draait het indeze Bet 0 n i e k .kenmerk van hogesterktebetonspede is dat zergaans redelijk tot hoog vloeibaar is indien zehet werk moet worden gestort. De ontwikkelinghogesterktebetonspecie is zelfs begonnen alszelfverdichtende betonspecie. Daarvan is de beton-spede met een aangepaste verwerkbaarheid voortoepassing in bruggen en viaducten afgeleid. Dezeaanpassing was nodig omdat veel dekken van brug-gen en viaducten niet waterpas liggen. Het dek ligtten minste in één richting (dwars) onder een hel-ling om te zorgen dat regenwater van het wegdekafloopt. Zou je dit dek willen storten met zelfver-dichtend beton, dan laten de gevolgen zich raden.Daarnaast ligt het dek ook in de langsrichting vande constructie vaak onder een helling, vooral bijlangere viaducten en bruggen. Inmiddels is veelervaring opgedaan met betonspede in de sterkte-klassen B 65 en B85. In deze Bet 0 n i e k gaanwe in op de specifieke aandachtspunten die tijdensde productie en verwerking van toepassing zijn.BrugbijSon,deeerste brug in BIn vergelijking met het verwerken van 'normaal'beton heeft deze specie voor bruggen en viaductenéén belangrijk verschil: ze oogt zeer vloeibaar, maaris dat niet altijd! De betonspede bevat veel cement-pasta en fijne vulstoffen, bij wat lagere consistentieontstaat hierdoor een tixotroop gedrag. Zonder toe-voeging van energie is de betonspede veel stijverdan men in eerste instantie verwacht. Door hetinbrengen van trilenergie krijgt de specie direct(weer) een hoge vloeibaarheid. Een ander kenmerkis de ldeverigheid: de betonspede plakt vast aanalles waarmee het in aanraking komt.Bet 0 n jek oktober 20002Mengselsamenstellingtonspecie voor beton met hogere sterkte ken-rkt zich door een lage water-cementfactor (wet),latlefweinig water, een hoog cementgehalte enet gebruik van plastificerende hulpstoffen. Debasis voor de hogere sterkte wordt gelegd met eenlage wcf. Voor sterkteklasse B 65 is de wcf 0,35 - 0,40en voor sterkteklasse B 85 0,30 - 0,35. Het cementge-halte ligt tussen 375 en 500 kgjm-', afhankelijk vande gewenste sterkte en de overige grondstoffen.Beton met hogere sterkte wordt ontworpen op basisvaneen zo laag mogelijk watergehalte. Dit betekentdat veel plastificerende hulpstoffen nodig zijn.Door het hoge cementgehalte is het pasta-aandeel(water + cement) hoog. Om voor spedes met eenhoge verwerkbaarheid ook een goede spedestabili-teit te waarborgen, kunnen vulstoffen (bijvoorbeeldkalksteenmeel ofsilica fume) worden toegepast.Productieproductievan betonspede met hogere sterkteagt speciale aandacht op de betoncentrale. Doorde afwijkende mengselsamenstelling (meer grond-Stoffen en afwijkende hoeveelheden) kan een ande-re, stapsgewijze mengprocedure nodig zijn. Dezekan de productiecapaciteit van de centrale sterkbeïnvloeden. Daarbij moet rekening worden gehou-den met een aanzienlijke reductie van de capaciteit.Bij B 65 wordt de capaciteit gereduceerd tot 75 à90%, voor B 85 zelfs tot 25 à 50%!De reductie is sterk afhankelijk van de beschikbaredoseerinrichting, de capaciteit van de weegappara-tuur en het mengertype. De totale productietijdzal derhalve toenemen. Het inzetten van eentweede centrale kan zelfs nodig zijn om op tijdde gewenste hoeveelheid betonspede te kunnenleveren.Afhankelijk van gebruikte grondstoffen en typemenger zal het personeel van de betoncentrale tijdmoeten inruimen voor de reiniging van mengersen truckmixers. Dit is een gevolg van het ldeverigegedrag van de betonspecie. waardoor allerlei restenachterblijven. Schoonmaken kan een belangrijkeonderbreking geven in de productie en aanvoernaar de bouwplaats.Consistentie en verwerk-baarheide.consistentie van dezebetonspecies ligt door-ns ver boven wat er in de voorschriften isschreven. Consistentiegebied 4 met een zetmaatVan 160 mm en hoger is eigenlijk niet voldoende!Eigenlijk is er een consistentiegebied 5 nodig: zet-maten tussen de 200 en 250 mm zijn gebruikelijk.Door het hoge aandeel fijn materiaal zijn dezebetonspedes alleen goed verwerkbaar bij deze hogeconsistentie.Dergelijke betonspedes zijn gevoelig voor kleineafwijkingen in de samenstelling. Vooral variaties inhet watergehalte hebben onmiddellijk gevolgenvoor de verwerkbaarheid. Door het hoge aandeelfijn materiaal is de relatie tussen consistentie enverwerkbaarheid duidelijk anders dan bij gewoonbeton. Voor deze betonspedes is de zetmaat geengoed uitgangspunt meer voor de verwerkbaarheid.Daarnaast is de relatie tussen de zetmaat en schud-maat niet eenduidig aan te geven. Controle op ver-werkbaarheid is alleen zinvol indien de schudmaaten/of de uitvloeimaat wordt gebruikt.Mengsels zonder silica fume (B65) kunnen bij eenschudmaat van 400 à 450 mm al redelijk goed wor-den verwerkt. Voor mengsels met silica fume zaleen schudmaat van 500 à 550 mm nodig zijn. Bijeen te lage consistentie zal de specie zeer taai zijnen moeilijk te verdichten en afte werken.Zetmaat 25?Bet 0 n ; e k oktober 20003Ondanks de ogenschijnlijk hoge vloeibaarheid vande betonspede vraagt het verwerken de nodigeenergie! Het vloeigedrag wijkt afvan wat we vannormale betonspede gewend zijn. De specie ver-toont een tixotroop gedrag: zonder verdichtings-energie is despede redelijk stug, met verdichtings-energie is de specie (hoog) vloeibaar. Dit heeft dusook grote gevolgen voor de verdichting.Betonstorten'Voorafgaand aan het betonstorten, is het verstandigstortplan te maken waarin wordt aangegevenwelke maatregelen (trilcapaciteit, afwerkmethode.nabehandelen etc.) er moeten worden genomen omhet stort te realiseren. Andere zaken die in het planhoren te staan, zijn bijvoorbeeld pompcapaciteit.aanvoer van de betonspecie. planning, weersom-standigheden etc. Natuurlijk staan er ook maatrege-len in die moeten worden genomen als noodge-dwongen van dit plan moet worden afgeweken.Vooral bij het eerste stort dienen alle betrokkenenvoorafgoed te worden geïnstrueerd. Zij moetenweten welk gedrag de betonspede heeft en hoe zijdaarop moeten reageren. Het uitvoeren van eenproefstort kan daarom heel leerzaam zijn, nietalleen voor de stortploeg. maarvoor alle betrokkenpartijen!De verwerkbaarheid moet zijn afgestemd op degekozen verwerkingsmethode. Voor het storten kangebruik worden gemaakt van :de goot, de kubel ofde pomp. De afwijkende mengselsamenstellinggeeft een hoge stabiliteit, maar een taai pompge-drag. Hierdoor zal ook de capaciteit van de pompaanzienlijk minder worden en kunnen de pomp-drukken wat hoger oplopen dan gebruikelijk.Verpompen van het beton verloopt goed mits de zet-maat niet kleiner is dan circa 180 mmen de schud-maat niet kleiner dan 400 mm (B65) of 500 mm(E 85). In het algemeen zal bij pompen een groterepompdruk nodig zijn en moet rekening wordengehouden met een terugloop van de verwerkbaar-heid aan het einde van de slang. Aan de anderekant geldt, net als bij normaal beton, dat een tehoge verwerkbaarheid aanleiding kan zijn tot ont-mengen tijdens het pompen.Lange wachttijden van de truckmixer op de bouw-plaats kunnen leiden tot een niet meer verwerkba-re specie. Afkeuren en wegsturen is dan nog deenige mogelijkheid. Enige tijd geen beton op debouwplaats is ook niet wenselijk. Juist beton methogere sterkte vraagt om een zo continu mogelijkstortproces. Bijelke onderbreking bestaat het risicodat het stortfront later goed zichtbaar is aan hetbetonoppervlak. Bovendien kan er een grensvlakvan lagere kwaliteit ontstaan. De aanvoer van debetonspecie dient dus goed op de stortcapaciteitvande bouwplaats te worden afgestemd. Een nieu-we laag betonspecie zal alleen met de onderliggen-de laag tot een homogene massa samenvloeienindien ze kort na de voorgaande laag wordt aange-bracht en voldoende wordt doorgetrild.Het storten van een hellend constructiedeel vraagtnatuurlijk om een lagere consistentie om te voor-komen dat de betonspecie direct over de kist loopt.Toch is er een kans dat een deel van de bovenkantvan het stort moet worden bekist. Uiteraard is ditlaatste vooral afhankelijk van de vorm en hellingvan het te storten onderdeel.Verdichtenicht ten overvloede: met beton met hogere sterk-bedoelen we hier zeker geen beton dat 'zelfver-çhtend' is. Zoals we al eerder aangaven, lijkt debedoelde specie hoog vloeibaar. Maar schijnbedriegt: ze is alleen hoog vloeibaar als er energieaan wordt toegevoegd. Een bijkomend effect is dattoegevoerde verdichtingsenergie snel uitdempt. Ditbetekent dat de invloedsfeer van een trilnaald klei-ner is dan we gewend zijn. Er moet dus op meerplaatsen dan gebruikelijk worden getrild.Wanneer bijvoorbeeld een wand wordt gestort enverdicht, loopt de specie tamelijk gemakkelijk doorde kist en vloeit bijna horizontaal uit. Bijdeze specieontstaat ook gemakkelijk de indruk dat ze alle hol-tes en aansluitingen op eerder gestorte lagen 'vol enzat' opvult en dat de wapening op een goede manierwordt omhuld. Hierdoor moeten we niet in de verlei-ding komen de trilplaatsen verder uit elkaar te leg-gen dan gebruikelijk, Want in de praktijk is geblekendat luchtinsluitingen en luchtbellen moeilijk doorBetoniek oktober 20004trillen kunnen worden verwijderd. Door de viscosi-teitvan de specie blijven ze gemakkelijk 'hangen'.De trilnaalden moeten daarom op kortere afstandendan gebruikelijk voldoende diep in de specie wordengestoken om een goede. homogene verdichting tekrijgen. Wanneer in lagenwordt gestort, moet vol-doende diep in de vorige laag worden doorgetrild.De te trillen laagdiktes mogen niet dikker zijn dan0,50 m. Om een goed dicht en strak oppervlak te krij-gen, moet zo dicht mogelijk in de buurt van de be-kisting worden getrild. Uiteraard mag niet tussen dekist en de wapening worden getrild, maar dat wistenwe al (of niet?). Op moeilijk bereikbare plaatsen moe-ten voorzieningen worden getroffen om de hele be-tondoorsnede te kunnen bestrijken. Bijdichte wape-ningconcentraties moet ruimte worden gespaardVerdichtenom overal tussen de wapening voldoende te kunnenverdichten ofer moeten bekistingstrillers wordeningezet.Zomerse omstandighedenhogere sterkte bevat veel fijn materiaalrelatiefweinig water. Dit betekent dat het afge-betonoppervlak gevoelig is voor uitdroging.lager de water-cementfactor, hoe gevoeliger debetonspecie hiervoor is. Dom de grote hoeveelheidfijn materiaal zal nauwelijks bleeding optreden. Alsgevolg hiervan kan de toplaag snel uitdrogen. waar-door plastische scheurvorming kan optreden.De beste methode om plastische krimpscheuren tevoorkomen, is het direct afdekken van het versebeton met folie. Een (wat minder goed) alternatiefis het gebruik van nevelsproeiers. De ervaring heeftgeleerd dat afgewerkte betonoppervlakken onderzomerse omstandigheden 10 tot 20 minuten openkunnen liggen. Echter door weersinvloeden, zoalswind- en zonbestraling, kan deze tijd aanzienlijkkorter zijn.Als het betonoppervlak moet worden nageschuurd,kan uitdrogen worden voorkomen door het opper-vlak nat te houden door middel van nevelen. Ditvraagt echter continu aandacht vanafhet momentvan afwerken tot het moment van vlinderen.Door de snelle sterkteontwikkeling kunnen de tem-peraturen in het beton hoog oplopen tijdens de ver-harding. In de zomer moet de temperatuur van debetonspecie daarom zo laag mogelijk wordengehouden; hierbij kan worden gedacht aan maatre-gelen, zoals het overkappen van toeslagmateriaal,het koelen van de truckmixertrommel met waterop de bouwplaats ofzelfs koelen met stikstof.In het werk kunnen temperatuurgradiënten zoklein mogelijk worden gehouden door tijdens deverharding het beton in de dikkere delen te koelenofde dunnere delen te isoleren.Winterse omstandigheden~ specietemperaturen in combinatie met eenlage buitentemperatuur kunnen leiden tot een aan-zienlijke verlenging van de verhardingstijd.Daardoor kan de bouwcyclus worden verstoordendus ook de planning van het werk.De te treffen maatregelen kunnen bestaan uit ener-zijds verhoging van de specietemperatuur en ander-zijds het aanbrengen van isolatie op de bekistingrespectievelijk het afgewerkte betonoppervlak.Bijhet toepassen van verwarmde betonspecie staandiverse mogelijkheden ter beschikking, zoals ver-warming van het aanmaakwater en het vorstvrijhouden van de toeslagmaterialen met stoominjec-tie. Toepassing van verwarmd water heeft door-gaans weinig rendement. Het verwarmen van zandvia stoominjectie levert problemen op als gevolgvan ongecontroleerde vochtopname door het toe-Bet 0 n i e k oktober 20005slagmateriaal waardoor het watergehalte moeilijkonder controle is te krijgen.Met het verwarmen van zand in een asfaltcentralezijn goede resultaten geboekt. Hierbij was de specie-temperatuur eenvoudig onder controle te houdendoor warm en koud zand te mengen. Bovendienhad het droge zand een gunstige invloed op hetmenggedrag van de specie.Afwerken van de betonspedetonspecie met hogere sterkte wordt op dezelfdeWijze afgewerkt als betonspecie in lagere sterkte-klassen. Door het kleverige karakter van de speciezal het afwerken zwaarder gaan en zal er meermateriaal aan het gereedschap blijven kleven, Hoelager de consistentie, hoe sterker dit effect.Afwerkenvan eenviaductin hogesterktebetonVelvormingEen fenomeen dat we bij 'normale' betonspecieniet snel tegenkomen, is de 'velvorming'. Op specievan beton met hogere sterkte kan door verdampingvan water uit de bovenste laag een vel ontstaan. Debetonspecie is dan nog in de plastische fase. Doorde hoge samenhang van betonspecie wordt geenwater aangevoerd vanuit het dieper gelegen beton(geen bleeding). Door de verdamping wordt de top-laag van de specie stugger. Het lijkt of de betonspe-cie al begint te binden. Maar dat is niet waar. Onderhet 'vel' is de betonspecie nog volop plastisch.De dikte van het vel varieert van enkele millimeterstot enkele centimeters, afhankelijk van de matewaarin de uitdroging plaatsvindt.De mate waarin velvorming optreedt, is afhankelijkvan de weersomstandigheden. Hoge temperaturen,directe zonbestraling, wind ofeen combinatie daar-van zijn ideale omstandigheden voor uitdrogingvan het verse betonoppervlak en dus voor velvor-ming.Velvorming is niet geconstateerd bij koudeen vochtige (mist, regen)weersomstandigheden.Het zal duidelijk zijn dat velvorming het afwerkenernstig kan bemoeilijken. De toplaag van de specieis stug geworden en laat zich moeilijk of helemaalniet meer afwerken. Het gevolg is dat het beton-oppervlak wordt opengetrokkenen er brede, vaaktot de wapening doorlopende scheuren wordengevormd. Een ander gevolg van dit fenomeen is dathet betonoppervlak beloopbaar ofbewerkbaar lijkt,maar dat nog lang niet is omdat het onderliggendebeton nog plastisch is. Elke handeling leidt danonherroepelijk tot schade aan het oppervlak in devorm van voetstappen, ongelijkheden, scheuren etc.NaschurenHet naschuren van dekkenvoor viaducten en brug-gen is vrij gebruikelijk om een goed dicht betonop-pervlak te verkrijgen. Kleine scheuren worden daar-bij dichtgeschuurd. Het naschuren van grote opper-vlakken gebeurt meestal met een vlindermachine.Het zal enige tijd duren voordat de betonspeciezodanig is opgesteven en verhard dat ze het gewichtvan een vlindermachine kan dragen. Na enige tijdbegint het cement te binden. Deze tijd is afhanke-lijk van de cementsoort, temperatuur en eventueeltoegevoegde vertragende hulpstoffen. Afhankelijkvan het verloop van hethydratatieproces zal hetbeton na circa 4 - 8 uur verharden voldoende sterkzijn om het gewicht van een vlindermachine tekunnen dragen (let op: deze tijd is afhankelijk vande gekozen samenstelling en kan dus sterk varië-ren!). Ook de dikte van de vloer speelt een rol. Nahet afschuren dient het betonoppervlak direct teworden afgedekt.Bij het schuren kan het lastig zijn dat niet allebetonspecie in het dek op hetzelfde moment isB e ton i e k oktober 20006geproduceerd en verwerkt. Hierdoor ontstaatverschil in afwerkgedrag tussen de specie die heteerst is gestort en afgewerkt, en de specie die alslaatste in het werk is gebracht. Vooral bij oppervlak-ken van grote omvang kan dit probleem zich voor-doen. Door de snelle sterkteontwikkeling kan deomslag van afwerkbaar naar niet meer afwerkbaarsnel verlopen. Als er sprake is van velvorming zalnaschuren niet mogelijk zijn. Dit beperkt de toepas-sing van het naschuren.Overigens is het de vraag of riaschuren in alle geval-len een goede methode van afwerken is voor betonmet hogere sterkte. Door het goede vloeigedrag ende hoge samenhang van de betonspecie laat dezezich uitstekend afwerken. Indien direct daarnagoed wordt nabehandeld kan een glad en dichtoppervlak worden verkregen.NabehandelenNabehandeling van beton is nodig, dat is algemeenbekend. De nabehandeling van beton met hogeresterkte vraagt op een aantal punten extra aandacht.Als gevolg van de lage water-cementfactor ende hoge cementgehalte van het mengsel bevathet relatiefweinig water. Theoretisch is al het aan-wezige water nodig voor de hydratatie van hetcement. Waterafscheiding als gevolg vansedimen-tatie, beter bekend onder de naam 'bleeding', zalmede hierdoor nagenoeg niet optreden.Al deze factoren bij elkaar maken een dergelijkbetonmengsel gevoelig voor uitdroging. Zeker bijsterk drogende omstandigheden, zoals wind en/ofzonbestraling. Nabehandeling is dus beslist nood-zakelijk.Curing-compoundDe toepassing van een curing-compound, aange-bracht via nevelen, is als enige nabehandeling voorbeton met hogere sterkte niet voldoende. Proevenop een dek van beton met hogere sterkte hebbenaangetoond dat scheurvorming niet afdoende kanworden voorkomen met een curing-compound.Zelfs niet bij voor betonstorten ideale weersomstan-digheden, zoals matige temperaturen en een hogeluchtvochtigheid.AfdekkenEen pas gestort en afgewerkt betonoppervlak kunnenwe afdekken met plastic folie en/ofisolatiedekens.Omdat deze afdekking dampdicht is, is het een zeereffectieve nabehandeling tegen uitdroging. Dit lijkteen eenvoudige oplossing, maar dat is het niet altijd.Voordat we de folie enjofisclatiedekens kunnen aan-brengen, moeten voorzieningen worden getroffenom het verse betonoppervlak tijdens het aanbrengenvan de afdekking niet te beschadigen. Hierbij kanworden gedacht aan het afrollen van de afdekkingetc. Dit vraagt om een specialehulpconstructie. Ligtde afdekking eenmaal op zijn plaats, dan moetennog voorzieningen worden getroffen om te bewerk-stelligen dat ze ook goed vlak blijft liggen. Opwaaiendoor de wind kan alle goede voorzorgsmaatregelenweer teniet doen. Ook plaatselijk opwaaien moetworden voorkomen. Als dit gebeurt, ontstaat lucht-stroming tussen de afdekking en het betonoppervlak.waardoor uitdroging juist wordt bevorderd. Vooralfolie is erg gevoelig voor opwaaien. Maatregelen omdeafdekking goed vast te leggen, zijn bijvoorbeeldhet leggen van houten baddingen op de randen enhet strooien van wat zand op de afgedekte vlakken.Op plaatsen waar stekeinden van wapening aanwezigzijn, is het moeilijk, zo niet onmogelijk een goedeafdekking aan te brengen. Het niet afdekken leidtonherroepelijk tot scheurvorming in de niet afgedek-te gebieden. Om dit te beperken, kan een smallestrook folie tussen de stekken worden aangebracht.Een kwalitatiefminder goed alternatiefis hetgebruik van een curing compound op deze plaatsen(te verwijderen wanneer er weer betonspecie opwordt gestort).VOOr beton met hogere sterkte is het essentieel dat deafdekking direct na het afwerken van het betonwordt aangebracht. Wordt hiermee te lang gewachtdan zal in de tussentijd al uitdroging optreden.Gebreken en onvolkomen-hedenOok beton met hogere sterkte wordt gemaakt doormensen en zal dus zeker niet volmaakt zijn!Gebreken als grindnesten. scheuren en andereonvolkomenheden behoren daarmee niet tot hetBet 0 n jek oktober 20007verleden. Een paar voorbeelden:Grindnesten zijn meestal het gevolg van te wei-nigverdichten ofte stugge specie. Gelukkigkomen ze niet vaak voor, hooguit op voor de tril-naald slecht bereikbare plaatsen, zoals onder inde wand of nabij concentraties van wapening.· Schrale plekken aan het betonoppervlak van dewanden kunnen voorkomen als gevolg van onvol-doende trillen, warm weer, discontinue aanvoervan de betonspecie en een te lage verwerkbaar-heid van de specie in het werk.· Stortfrontenkunnen zich aftekenen als gevolgvan fijn tot zeer fijn materiaal dat op het frontdrijft, ondanks intensiefdoortrillen kan dit totkleurverschillen leiden. In de tijd nivelleert eendeel van het kleurverschil,· Het uiterlijk van het betonoppervlakte wordtsterk beïnvloed door het type beldstingsmateri-aal. Type materiaal, beschadigingen, plaatnaden.spijkergaten etc. geven een sterkere aftekeningdan bij 'normaal' beton. Hiermee dient bij dekeuze van de plaatkwaliteit rekening te wordengehouden. Ook verschillen in vochtigheid van debekisting kunnen zorgen voor kleurverschillen,met reparatierepareren van beton met hogere sterkte is nietdan bij gewoon beton, met uitzondering vanbehandeling van de ondergrond. Deze is zo dichter nagenoeg geen vocht uit de reparatiemortelwordt opgenomen. Voor een goede hechting is eenhechtlaag (primer) noodzakelijk. Na het aanbren-gen van een hechtmiddel dient de reparatiemortelnat in nat te worden verwerkt. Om uitdroging tij-dens de verharding te voorkomen, dient de gerepa-reerde plek te worden nabehandeld. Ook bij betonmet hogere sterkte geldt dat de kwaliteit van dereparatie vooral wordt beïnvloed door de wijze vanuitvoeren. Alleen met een goede uitvoering en eengoed reparatiemiddel wordt een goede reparatieverkregen. Gebleken is dat bij reparaties metcementgebonden reparatiemortel behoorlijkekleurverschillen optreden.Tot slott deze Bet 0 n jek hebben we u kennis laten
Reacties