Betonpuin kunnen we hergebruiken door het te granuleren en in te zetten als zand- en grindvervanger. Met moderne technieken kan ook een zeer fijne fractie, die rijk is aan cementsteen, worden teruggewonnen. Voor deze fractie worden duurzame en circulaire toepassingen gezocht, in het ideale geval als bindmiddel in beton. De vraag hierbij is: kunnen we er weer cement of een cementvervanger
van maken?
Betonpuin kunnen we hergebruiken door het te granuleren en in te
zetten als zand- en grindvervanger. Met moderne technieken kan ook
een zeer fijne fractie, die rijk is aan cementsteen, worden
teruggewonnen. Voor deze fractie worden duurzame en circulaire
toepassingen gezocht, in het ideale geval als bindmiddel in beton. De
vraag hierbij is: kunnen we er weer cement of een cementvervanger
van maken?
M
ateriaalstromen circulair maken wordt
steeds belangrijker. Dit gebeurt om
grondstoffen te sparen, economische
waarde te behouden en minder afhankelijk te
zijn van import.
We kunnen bijna alles recyclen (foto 1) en ook
beton is circulair in te zetten in de vorm van
granulaat als zand- en grindver vanger
(foto 7). Door innovatieve technieken wordt
de k
waliteit van het granulaat beter (zie het
artikel 'Een overzicht van innovatieve recy -
clingsmethoden' uit Betoniek Vakblad 2020/1
[1]). Met de
ze technieken wordt betonpuin
steeds beter gescheiden in schoon toeslag -
materiaal en een fijne fractie die rijk is aan
c
ementsteen. Deze fijne fractie bevat ook
ongehydrateerd cement, dat bij hergebruik
eventueel alsnog kan hydrateren. Maar ook de
overige bestanddelen zouden nuttig kunnen
zijn bij de productie van cement of cement -
ver vanger.
Met innovatieve technieken
wordt betonpuin gescheiden in
schoon toeslagmateriaal en een
fijne fractie die rijk is aan
cementsteen
De vraag in hoeverre de fijne fractie als bind-
middel kan worden ingezet in twee vragen:
?
Hoe
veel ongehydrateerd cement in de fijne
fractie kan hydraulisch werken?
?
Hoe k
an meer cement of cementver vanger
uit de fijne fractie worden geproduceerd?
Om deze vragen te kunnen beantwoorden, is
eerst een korte uitleg over de componenten en
de chemie van cementhydratatie nodig.
COMPONENTEN EN CEMENTCHEMIE
Portlandcement
Portlandcementklinker wordt geproduceerd door
kalksteen (calciumcarbonaat) met de juiste toe -
voegingen (silica, alumina, ijzeroxide) te calcine -
ren en te smelten (zie ook Betoniek 14/08 ? 'Heet
gebakken' [2]). Portlandcementklinker is opge -
bouwd uit verschillende mineralen (combinaties
van oxiden, tabel 1). Vooral aliet en beliet zijn
belangrijk voor de vorming van cementsteen. Ze
moeten in de juiste verhouding aanwezig zijn,
maar ook de juiste kristalgrootte bezitten en in de
juiste configuratie/omgeving (beschikbaar voor
hydratatie) zijn. Dit wordt bereikt door de juiste
grondstoffen in de juiste samenstelling tot de
juiste temperatuur voldoende lang te verhitten,
maar ook weer met de juiste snelheid af te koelen. Calciumsulfaat (gips) wordt toegevoegd als als
bindtijdregelaar.
Hydratatiereacties van portlandcementklinker
In contact met water lossen de klinkermineralen
op en vormen nieuwe verbindingen (zie Beto
-
niek 16/26 ? 'De tijd aan zijn zijde' [7]). De mine -
ralen aliet en beliet reageren tot calciumsilicaat -
hydraat, ofwel CSH-gel, het hoofdbestanddeel
v
an cementsteen. Ook wordt vrij veel portlandiet
WE KUNNEN BIJNA ALLES RECYCLEN.
HOE ZIT DAT MET CEMENT?
Terugwinnen van
cement uit beton
1 We kunnen al bijna alles recyclen
28 VAKBL AD 3 2020
Auteur Martin Verweij MSc, Cementbouw Dit artikel is mede tot stand gekomen dankzij de hulp van Marija Nedelkovi? (TNO).
BV-2020-1_BetonGranulaat.indd 28 21-09-20 12:30
gevormd, ofwel calciumhydroxide. Deze hydra-
tatiereacties staan in tabel 2.
Vorming van cementsteen
CSH-gel bestaat uit een mengsel van calcium-
silicaathydraten en vormt het hoofdbestand-
deel van cementsteen. Dit is voor 90% verant-
woordelijk voor de sterkte van beton en samen
met portlandiet voor de duurzaamheid. De
samenstelling en de structuur van de CSH-gel
Terugwinnen van
cement uit beton
1) D
Tabel 1 Bestanddelen van portlandcement en hun eigenschappen
CHEMISCHE NA AMMINER ALOGISCH AFKORTING EIGENSCHAP
tricalciumsilicaat alietC
3Slevert sterkte in de eerste dagen
dicalciumsilicaat belietC
2Slevert sterkte na weken, reageert jaren
tricalciumaluminaat C
3Alost snel op, weinig sterkte
tetracalcium-aluminoferriet brownmilleriet C
4AFlost snel op, weinig sterkte
calciumsulfaat gipsCSH
2 bindt C 3A
Tabel 2 Hydratatiereacties portlandcement
REACTIE FORMULE BESCHRIJVING HYDR ATATIE
hydratatie aliet C
3S + xH ? CSH + yCH snel, met portlandietvorming
hydratatie beliet ?-C
2S + xH ? CSH + zCH langzamer
hydratatie aluminaat C
3A + H ? C 3AH6 ? ash setting
hydratatie ferriet C
4AF + H ? CAFH + CH
ettringietvorming C
3A + 3CSH 2 + 26H ? C 6AS3H32 voorkomt ? ash setting
ferriet met gips C
4AF + CSH 2 +H ? C 6(A,F)S 3H32 als C 3A maar langzamer
omzetting sulfaten AFt + C
3A ? AFm + (A,F)H van tri- naar monosulfaat
29
VAKBL AD 3 2020
BV-2020-1_BetonGranulaat.indd 29 21-09-20 12:30
zijn afhankelijk van de cementsamenstelling
en van de reactieomstandigheden. De overall
verhouding C:S in de CSH-gel is belangrijk,
deze is doorgaans 1,5 tot 2, terwijl sommige onderzoeken ook 1 tot 3 aangeven.
De hydratatiereacties verlopen eerst snel,
maar ver volgens steeds langzamer, om drie
redenen:
?
Vorming van een laag cementsteen om de
cementkorrels, die contact tussen water en
cement remt.
? Afnemende porositeit. Hierdoor wordt de
verplaatsing van water geremd en komt het
minder snel in contact met cement.
? Afname van de hoeveelheden beschikbaar
water en cement.
De hydratatie gaat nog jaren door, zolang er
voldoende water beschikbaar is. Delen van de
grovere cementkorrels blijven als laatste over.
Een maat voor de hydratatie is de hydratatie-
graad, die aangeeft welk percentage van de
cementmineralen hebben gereageerd met
water. De hydratatiegraad is onder meer
afhankelijk van de temperatuur, de maalfi jn-
heid van het cement en de wcf. Na een jaar kan
de hydratatiegraad 60 tot 90% zijn, na vijf jaar
meer dan 95% (fi g. 3). Het verloop van de
hydratatie van de cementbestanddelen is
weergegeven in fi guur 4. Overige bestanddelen
Het genoemde geldt voor portlandcement,
CEM I. In de literatuur wordt hier het meeste
onderzoek naar gedaan. Maar in de praktijk komen we als bindmiddel ook hoogovenslak en
poederkoolvliegas tegen uit andere cement-
soorten en als vulstoff en in beton.
Hoogovenslak bestaat hoofdzakelijk uit calci-
umaluminaatsilicaat (CAS). Dit hydrateert net
als klinker tot een CSH-gel. Deze gel heeft wel
een lagere C:S-verhouding dan de CSH-gel
van klinker. Ook kan CASH-gel worden
gevormd. Poederkoolvliegas bestaat voor een
deel uit reactief silica (S), dat met portlandiet
(CH) reageert tot CSH (puzzolane reactie).
De fi jne fractie van betonpuin bevat verder
inerte vulstoff en en fi jne delen van het toe-
slagmateriaal. Daarnaast komen overige addi-
tieven terecht in de fi jne fractie, zoals hulpstof-
fen, pigmenten maar ook kunststofvezels.
Ten slotte zijn er de verontreinigingen die tij-
dens het gebruik van de betonconstructie zijn
ingedrongen: zouten, chemicaliën, zuren, olie
en dergelijke.
EERSTE ONDERZOEKSVR A AG
Met deze informatie gaan we de eerste onder-
zoeksvraag beantwoorden: hoeveel ongehy-
drateerd cement in de fi jne fractie kan hydrau-
lisch werken?
Er is in oud beton vaak weinig ongehydrateerd
cement (klinker) aanwezig, maximaal enkele
procenten van het cement. Dat geldt niet voor
beton uit een droog binnenmilieu, relatief jong
betonpuin (productieafval van de prefab
industrie en van betoncentrales, retourbeton)
en beton met een zeer lage wcf (hogesterkte-
beton, betonwaren). In dit beton is de hydrata-
tiegraad vrij laag en is een aanzienlijk groter
deel ongehydrateerd cement aanwezig.
Om te kunnen hydrateren in nieuw beton moet
dit cement in contact kunnen komen met water.
Dit betekent dat de gehydrateerde schil rond
de korrels moet worden gebroken. Dat kan
door de fi jne fractie te malen tot ongeveer de
fi jnheid van cement, circa 20 micron gemid-
deld. Hierbij moet worden voorkomen dat deze
cementdeeltjes vroegtijdig in contact komen
met water, bijvoorbeeld met overtollig, vrij
water uit het beton zelf. De fi jne fractie moet
dus tijdens de productie worden gedroogd en
droog opgeslagen.
Theoretisch kan op deze manier de ongehydra-
teerde cement uit de fi jne fractie hydrateren in
nieuw beton na toevoeging van water. Gezien
het lage percentage ongehydrateerd cement in
de fi jne fractie zal de bijdrage aan de sterkte
echter gering zijn.
C = CaO
S = SiO
2
A = Al 2O3
F = Fe 2O3
H = H 2O
S = SO
3
C = CO 2
mono = 1
di = 2
tri = 3
tetra = 4
2 Het alfabet voor oxiden in cement; een
voorbeeld: C
3S is 3CaO.SiO 2 ofwel
tricalciumsilicaat
3 Beeld van bestanddelen in vijf jaar oud beton [3]: 4% van de cementsteen (zwart+wit) bestaat uit ongehydrateerd cement (wit)
LEGENDA
rood en blauw
kalksteentoeslagmateriaal
(limestone aggregate, L A)
geel
vliegas (? y ash, FA)
wit
ongehydrateerd cement
(anhydrous cement, AC)
zwart
cementsteen
CHEMISCHE NOTATIES
In de cementchemie worden voor de notatie van
oxiden, sulfaten en andere belangrijke bestand-
delen meestal afkortingen gebruikt, omdat de
volledige notaties te onoverzichtelijk zijn. Die
afkortingen staan in fi guur 2. Voor siliciumoxide
en aluminiumoxide zijn er ook verkorte namen,
respectievelijk silica en alumina.
30 VAKBL AD 3 2020
BV-2020-1_BetonGranulaat.indd 30 21-09-20 12:30
Hoe verhardt de fijne fractie?
Toch zien we fijn betongranulaat in de buiten-
lucht hard worden. Hierbij kunnen een paar
verschijnselen een rol spelen:
?
Gr
oene sterkte, het verschijnsel dat fijnge -
malen en vochtige mineralen aan elkaar
plakken.
?
K
leideeltjes zorgen voor extra samenhang,
die sterker wordt bij droging.
?
P
ortlandiet kan carbonateren, een reactie
die bijvoorbeeld in kalkmortels zorgt voor de
binding.
Het is dus niet zo dat het optreden van binding
genoeg bewijs is voor de hydratatie van
cement. Om er zeker van te zijn dat er een
hydratatiereactie heeft plaatsgevonden, moet
deze worden aangetoond. Dat kan met ver -
schillende analysemethoden:
?
XR
D-analyse (X-Ray Diffractometry): aanto-
nen dat aliet en beliet verdwijnen.
?
Met
en van warmteontwikkeling tijdens de
reactie.
?
Met
en van de hoeveelheid chemisch gebon-
den water van het reactieproduct (met TGA,
Thermogravimetrische Analyse).
Omdat het percentage
ongehydrateerd cement
in de fijne fractie vaak laag is,
is de bijdrage aan de sterkte
gering
Informatie over de mate waarin fijne fractie
hydrateert is van belang om in te schatten wat
de bijdrage is aan de technische duurzaamheid (milieuklasse) van het beton. Ofwel hoeveel je
mag meetellen voor de water-cementfactor of
de water-bindmiddelfactor.
TWEEDE ONDERZOEKSVR A AG
Nu gaan we in op de tweede vraag: hoe kan
meer cement of cementver vanger uit de fijne
fractie worden geproduceerd? Hierbij kijken
we naar een aantal mogelijke bindmiddelfunc
-
ties in de fijne fractie, eerst zonder bijzondere
behandeling en ver volgens na een thermische
behandeling.
Fijne fractie
De fijne fractie kan bij de productie van
cementklinker worden ingezet. Hierdoor kan een deel van de kalksteen worden ver vangen.
Hoeveel dat is, hangt af van de samenstelling
van de fijne fractie en die kan nogal variëren.
Verder moet rekening worden gehouden met het
vrijkomen van zwaveloxiden, afkomstig van de
componenten AFm/AFt (gevormd uit de bind-
tijdregelaar, calciumsulfaat).
CSH-gel als versneller
De CSH-gel uit de fijne fractie kan door toevoe
-
ging aan cement de hydratatie van deze cement
versnellen. Een verklaring hier voor is dat CSH
als een substraat of kiem werkt voor de nieuw -
gevormde cementsteen. Er zijn ook aanwijzin-
gen dat de uiteindelijke hydratatiegraad in de
nieuwe cementsteen wordt verhoogd. Veel ver -
snellers zorgen voor versnelde en wat slordiger
hydratatie. Daardoor wordt de vroege sterkte
verhoogd, maar ten koste van de latere sterkte.
Dat laatste is bij CSH-gel niet het geval.
Activeren van slak of vliegas
Net als ongehydrateerd cement kunnen ook
ongereageerde hoogovenslak en vliegas na
drogen en malen van de fijne fractie beschik -
baar komen voor hydratatie. Ook de hoeveel
heden v
an deze reactieve slak en vliegas zijn
echter beperkt.
Theoretisch kan de portlandiet in de fijne fractie
een activator zijn voor slak en vliegas. In
cementsteen met weinig puzzolanen is relatief
veel portlandiet aanwezig. Op dit gebied zijn nog
geen publicaties gevonden.
aluminoferriet-monosulfaat AFm ettringiet, trisulfaat AFt
uur
0%
100%
dag week maand jaar5 jaar
hydratatieduur (niet lineair)
ongehydrateerde klinker
calciumsilicaathydraat CSH
portlandiet CH
beliet ?-C
2S
aliet C
2S
aluminaten C
3A, C 4AF
gips
% in cementsteen
4 Hydratatie van mineralen in portlandcement (globale hoeveelheden, water niet meegerekend)
5
Om
zettingen in cementsteen als functie van de verhittingstemperatuur
31 VAKBL AD 3 2020
BV-2020-1_BetonGranulaat.indd 31 21-09-20 12:30
Gecarbonateerde cementsteen
Cementsteen carbonateert langzaam; niet
alleen de portlandiet, maar ook de CSH-gel. Bij
vergaande carbonatatie van de CSH-gel ont-
staat een silicagel. Deze kan met klinker of
portlandiet of met andere alkaliën worden
geactiveerd. Hij kan dus als puzzolaan functio-
neren in cementbeton, en als bindmiddel (pre-
cursor) voor geopolymeerbeton.
THERMISCHE BEHANDELING
Bij een aantal innovatieve recyclingsmethoden
wordt de (zeer) fi jne fractie verhit om te dro-
gen en te activeren. Er zijn talloze onderzoeken
uitgevoerd naar de thermische omzetting in
cementsteen en in beton. De waargenomen
reacties zijn uiteenlopend en verschillen per
onderzoek. Een aantal mogelijke reacties zijn
interessant met betrekking tot de bindmiddel-
werking van de fi jne fractie.
1 Hydratatie van ongehydrateerde cement,
voornamelijk bij relatief jong beton met vrij
water, tot circa 100 °C.
2 Verdamping van vrij water/poriewater, tot
120 °C.
3 Dehydratatie van CSH-gel tot calciumsili-
caat, van 200 tot 400 °C.
4 Dehydratatie van portlandiet tot (onge-
bluste) kalk, van 400 tot 500 °C.
5 Carbonatatie van portlandiet tot calciet,
snelle reactie bij 500 tot 600 °C.
6 Decarbonatatie van calciet tot kalk, van 700
tot 800 °C. 7 Vorming van cementmineraal beliet vanaf
500 °C [4].
8 Vorming van cementmineraal aliet vanaf 800 °C [5] of 900 °C [6].
In fi guur 5 staat een grafi sche weergave van
deze reacties.
Hoeveel bindmiddel kan worden verkregen?
Bij verhitting ontstaan er theoretisch een paar
mogelijke bindmiddelen:
? Kalk gevormd uit calciet bij 700 °C tot 800 °C.
Ook kalksteen als vulstof of fi jn toeslagmate-
riaal kan decarbonateren en kalk vormen. In
contact met water ontstaat portlandiet of cal-
ciumhydroxideoplossing, die slak of vliegas
kan activeren.
? De cementmineralen beliet vanaf 500 °C en
aliet vanaf 800 °C.
In een onderzoek is bevestigd dat er C
2S
wordt gevormd, dezelfde als in klinker. De
hoeveelheid gevormde beliet uit CSH-gel is
maximaal bij temperaturen rond 800 °C, maar
nog steeds beperkt in vergelijking met de
oorspronkelijke hoeveelheid in cement. Er is
ook aangetoond dat de C:S-verhouding van
de CSH-gel invloed heeft op de hoeveelheid
gevormde beliet. CSH-gel van cementklinker
met een hoge C:S-verhouding (CEM I) levert
meer beliet op dan van klinker-slakcombina-
ties (CEM III).
Beliet en aliet kunnen theoretisch weer
hydrateren tot CSH-gel. Dit is niet in alle
onderzoeken vastgesteld, waarschijnlijk omdat de hoeveelheden gering zijn. Ze moe-
ten in contact kunnen komen met water en
voldoende reactief zijn.
Beliet reageert langzaam en is minder inte-
ressant als bindmiddel dan aliet, dat snel
hydrateert.
De toepassingsroutes van de gedroogde en van
de verhitte fi jne fractie in klinker, cement en
beton zijn schematisch weergegeven in fi guur 6.
NA AR DE PR AK TIJK
In theorie en volgens sommige wetenschappe-
lijke onderzoeken zijn thermische omzettingen
mogelijk om bindmiddel uit de fi jne fractie te
winnen. Of dit in de praktijk ook lukt, hangt van
veel factoren af. Een paar daar van zijn:
? De fi jne fractie van betongranulaat is een
complex mengsel van cementsoorten en
andere fi jne bestanddelen vanuit beton met
uiteenlopende betonsterkten en leeftijden.
Dit heeft invloed op de hoeveelheden van
winbare bindmiddelcomponenten en op de
reacties bij een thermische behandeling.
? De temperatuur voor een thermische omzet-
ting moet voldoende lang worden aange-
houden om de reacties te laten verlopen.
? Verhitten kost veel energie, die meestal
wordt geleverd door fossiele brandstoff en.
Dit heeft een eff ect op de CO
2-balans, met
aan de ene kant de CO
2-besparing door
teruggewonnen cement(ver vanger) en aan
de andere kant de emissie door verbranding
en decarbonatatie. Deze balans kan worden
jne fractie
klinker cement beton
puin
granulaat
drogen verhitten
breken
zeven
malen
mengen
storten
6 Recyclingsopties voor
de fi jne fractie van
betongranulaat
32 VAKBL AD 3 2020
BV-2020-1_BetonGranulaat.indd 32 21-09-20 12:30
berekend, maar nog beter kan een LCA wor-
den uitgevoerd met daarin alle betrokken
milieueff ecten.
? Om materiaal te drogen worden vaak ver-
brandingsgassen in direct contact toegepast
(bijvoorbeeld bij ? ash drying). Hier moet
worden bedacht dat deze verbrandingsgas-
sen veel waterdamp en CO
2 bevatten, die
componenten uit de fi jne fractie kunnen
hydrateren, respectievelijk carbonateren.
Nu zijn we bij de daadwerkelijke beantwoor-
ding van de tweede vraag gekomen: hoe kan
meer cement of cementver vanger uit de fi jne
fractie worden geproduceerd?
Kleine hoeveelheden van de cementmineralen
kunnen worden geproduceerd bij temperatu-
ren vanaf 500 °C (beliet) of 800 °C (aliet). Een
groot aandeel CSH kan in een nieuw beton-
mengsel ? via cement of rechtstreeks in beton
? de hydratatie van cement bevorderen. Er is
een aanzienlijke hoeveelheid portlandiet aan-
wezig, die kan helpen bij de hydratatie van
aanwezige of toegevoegde slak en vliegas.
Door vergaande carbonatatie van portlandiet
en CSH-gel kan een puzzolane grondstof voor
cementbeton of een bindmiddel voor geopoly-
meerbeton worden verkregen.
Bij verhitten tot boven 700 °C kan kalk worden
gevormd uit calciet en fi jne kalksteen. Hiermee
kan slak of vliegas worden geactiveerd.
CONCLUSIES
Zoals gezegd kan betongranulaat een klein deel
ongehydrateerde cement bevatten. Ook ongere-
ageerde slak en vliegas kunnen aanwezig zijn.
Deze bestanddelen kunnen met de juiste behan- deling theoretisch in nieuw beton hydrateren.
Verder kan de relatief grote hoeveelheid CSH in
de fi jne fractie als 'cementverbeteraar ' worden
ingezet. Ook een aanzienlijke hoeveelheid port-
landiet kan theoretisch als activator in nieuw
beton dienen. Wanneer CSH-gel carbonateert,
wordt een puzzolaan materiaal gevormd.
Bij sterke verhitting kunnen kleine hoeveelhe-
den cementmineralen beliet en aliet worden
geproduceerd. Ook kunnen calciumcarbona-
ten (calciet of kalksteen) worden omgezet in
kalk, dat kan dienen als een activator voor slak
of puzzolanen. Of dit rendabel is, wordt mede
bepaald door de CO
2-balans of de LCA van het
proces.
TOT SLOT
Willen we beton meer circulair maken, dan kan
het interessant zijn om maximaal bindmiddel
uit de fi jne fractie te produceren. Dit is voor een
groot deel gebaseerd op de theorie en weten-
schappelijke experimenten. Om de haalbaar-
heid aan te tonen zijn praktijkproeven nodig.
Om de recyclingsprocessen rendabel te maken
zijn waarschijnlijk verdere innovaties nodig op
het gebied van (thermische) behandeling en
scheidingstechnieken. Het is dus terecht om te
zeggen: wordt ver volgd.
Bij een aantal innovatieve
recyclingsmethoden wordt de
(zeer) fi jne fractie verhit om het
te drogen en te activeren
Literatuur
1 Wegen, G. van der, Een overzicht van innovatieve recyclingsmethoden, Betoniek Vakblad 2020/1.
2 Oksri-Nelfi a et al., Reuse of recycled crushed concrete fi nes as mineral addition in cementitious materials,
Materials and Structures, October 2015.
3 Betoniek Standaard 14/08 ? Heet gebakken.
4 Zhang & Ye, Quantitative analysis of phase transition of heated Portland cement paste, Journal of Thermal
Analysis and Calorimetr y 112, 2013.
5 Stepkowska et al, Phase transformation on heating of an aged cement paste, Thermochimica Acta 420, 2004.
6 Araújo et al, Hydration and dehydration of high initial strength Portland cement type CP V-ARI, Materials
Science Forum vol. 869, 2016
7 Betoniek 16/26 - De tijd aan zijn zijde
Voor de geïnteresseerde is deze en meer
literatuur verkrijgbaar bij de auteur.
7 Betongranulaat, foto: Betonhuis
8 Sloop van een gebouw, foto: Pxhere
33 VAKBL AD 3 2020
BV-2020-1_BetonGranulaat.indd 33 21-09-20 12:30
Materiaalstromen circulair maken wordt steeds belangrijker. Dit gebeurt om grondstoffen te sparen, economische waarde te behouden en minder afhankelijk te zijn van import. We kunnen bijna alles recyclen (foto 1) en ook beton is circulair in te zetten in de vorm van granulaat als zand- en grindvervanger (foto 7). Door innovatieve technieken wordt de kwaliteit van het granulaat beter (zie het artikel ‘Een overzicht van innovatieve recyclingsmethoden’ uit Betoniek Vakblad 2020/1 [1]). Met deze technieken wordt betonpuin steeds beter gescheiden in schoon toeslagmateriaal en een fijne fractie die rijk is aan cementsteen. Deze fijne fractie bevat ook ongehydrateerd cement, dat bij hergebruik eventueel alsnog kan hydrateren. Maar ook de overige bestanddelen zouden nuttig kunnen zijn bij de productie van cement of cementvervanger.
"Met innovatieve technieken wordt betonpuin gescheiden in schoon toeslagmateriaal en een fijne fractie die rijk is aan cementsteen
De vraag in hoeverre de fijne fractie als bindmiddel kan worden ingezet in twee vragen:
• Hoeveel ongehydrateerd cement in de fijne fractie kan hydraulisch werken?
• Hoe kan meer cement of cementvervanger uit de fijne fractie worden geproduceerd?
Om deze vragen te kunnen beantwoorden, is eerst een korte uitleg over de componenten en de chemie van cementhydratatie nodig.
Portlandcement
Portlandcementklinker wordt geproduceerd door kalksteen (calciumcarbonaat) met de juiste toevoegingen (silica, alumina, ijzeroxide) te calcineren en te smelten (zie ook Betoniek 14/08 – ‘Heet gebakken’ [2]). Portlandcementklinker is opgebouwd uit verschillende mineralen (combinaties van oxiden, tabel 1). Vooral aliet en beliet zijn belangrijk voor de vorming van cementsteen. Ze moeten in de juiste verhouding aanwezig zijn, maar ook de juiste kristalgrootte bezitten en in de juiste configuratie/omgeving (beschikbaar voor hydratatie) zijn. Dit wordt bereikt door de juiste grondstoffen in de juiste samenstelling tot de juiste temperatuur voldoende lang te verhitten, maar ook weer met de juiste snelheid af te koelen. Calciumsulfaat (gips) wordt toegevoegd als als bindtijdregelaar.
Hydratatiereacties van portlandcementklinker
In contact met water lossen de klinkermineralen op en vormen nieuwe verbindingen (zie Betoniek 16/26 – ‘De tijd aan zijn zijde’ [7]). De mineralen aliet en beliet reageren tot calciumsilicaathydraat, ofwel CSH-gel, het hoofdbestanddeel van cementsteen. Ook wordt vrij veel portlandiet gevormd, ofwel calciumhydroxide. Deze hydratatiereacties staan in tabel 2.
Reacties