Betoniek114|07 Betoniek september 2007B A N D U I T G AV E14 07september 2007 V A K B L A D V O O R B O U W E N M E T B E T O NZo goed als nieuwDat beton lang meegaat weten we. Het gaat zelfs zo lang mee dat het gebruiknog wel eens verandert en totaal anders is dan we ooit jaren geleden hebbenbedacht. Pakhuizen worden omgebouwd tot appartementen en bruggen krij-gen er een rijstrook bij. Maar kan dat ook zomaar? Het antwoord, hij ging al 50jaar mee en hij zal dat dus nog wel 50 jaar doen is niet goed genoeg. Er zal eenonderbouwd antwoord moeten komen waarin ook moet worden aangetoonddat het beton het nog aankan. In deze Betoniek maken we kennis met eenmethode om te bepalen of een constructie sterk genoeg is voor toekomstiggebruik.2 14|07 Betoniek september 2007eerste indruk geeft je direct een indicatie of de con-structie er goed bij staat.Om er vervolgens achter te komen of de constructieook daadwerkelijk sterk genoeg is, moeten we vast-stellen wat de betondruksterkte van de constructieop dit moment is en deze vergelijken met de sterk-teklasse volgens de NEN-EN 206-1 die de construc-teur nodig heeft voor het toekomstige gebruik.De betondruksterkte van de constructie wordt optwee manieren bepaald. Als eerste op basis vanhistorische gegevens uit het ontwerp en de bouwvan de constructie (archief) en mocht er reden zijntot nader onderzoek kan als tweede op basis vanmetingen aan de constructie ook de druksterkteworden bepaald.Kijken en inspecterenVoordat we met sterktemetingen aan de slag gaan,zullen we de staat van de constructie moeten vast-leggen. In de CUR-Aanbevelingen 72 en 74 is aange-geven hoe dit onderzoek en inspectie aan een con-structie uitgevoerd moeten worden. Dezedocumenten zijn vooral gericht op de inventarisatievan schade, terwijl het uitgangspunt dat we nuhebben niet de schade is, maar het nieuwe gebruikvan de constructie. Ook nu is een inspectie vanbelang om te controleren of de conditie van de con-structie niet is aangetast door schade en of het goedzit met de duurzaamheid van de constructie. Detwee CUR-Aanbevelingen zijn hierbij goede hulp-middelen.We verbouwen regelmatig constructies om ze weerte laten voldoen aan de wensen van vandaag. Zokrijgen gebouwen extra verdiepingen en krijgenbruggen een mooi geluidsscherm. Een belangrijkevraag is wat je van het beton in de constructie moetweten om aan te tonen dat het bij een nieuw ge-bruik toch nog voor jaren voldoet. Dat is ook devraag die we in deze uitgave van Betoniek hebbenuitgewerkt. We hebben ons hierbij vooral gerichtop de sterktevraag. Hoe bepaal ik de huidige druk-sterkte en hoe bepaal ik of de constructie sterkgenoeg is voor het toekomstige gebruik?Om deze vraag te beantwoorden kun je natuurlijkdirect beginnen met het zoeken van gegevens, tes-ten en het uitvoeren van berekeningen. Maar daar-mee krijg je geen beeld van de constructie. Eerstmoeten we bij een constructie gaan kijken. DezeLinks de Beneluxtunnel in 1967 en rechts de Schipholtunnel nu.BeeldbankVenW.nl,RijkswaterstaatHet inspecteren van een betonconstructie314|07 Betoniek september 2007Het huisDe toekomstplannenOns voorbeeldAan de hand van een voorbeeld leggen we de bepa-ling van de betondruksterkte uit. We kennen hetwel van ons eigen huis: op een gegeven moment ishet te klein. Dan heb je twee mogelijkheden: eennieuw huis kopen of het oude verbouwen. In ditvoorbeeld hebben we een eenvoudig gebouw uit1967 met een vloer en een dak dat rust op vier ko-lommen. Er is voor gekozen het huidige gebouw teverbouwen en er een verdieping bovenop te plaat-sen. Voor de kolommen betekent dit dat ze behoor-lijk wat extra gewicht moeten dragen. Of dit ookdaadwerkelijk kan, is afhankelijk van het draagver-mogen van de kolommen. Voordat we nu aan hetrekenen gaan, gaan we eerst eens naar het gebouwtoe om te kijken hoe het erbij staat. Deze eersteblik op het `oude beton' geeft vaak al een goedeindruk van de mogelijkheden. Eventueel nemen wenog een wapeningsdetector mee om ook nog een`kijkje in het beton' te kunnen nemen.Bepalen van de sterkteklasse op basis vanhistorische gegevensTijdens de bouw van constructies wordt heel watafgetekend en doorgerekend. Deze papieren gaanhet archief in en kunnen zeer bruikbaar zijn als weeen aanpassing doen en we willen weten wat voorbeton we eigenlijk in huis hebben. Nuttige archief-gegevens zijn:? Het bestek;? Bestek- en revisietekeningen;? Werktekeningen en revisiewerktekeningen;? Berekeningen van de constructie en mengselge-gevens;? Schademeldingen;? Inspectierapporten;? De in het werk gemeten geometrie van de con-structie.Het archief blijkt in de praktijk echter lang nietaltijd goed gevuld te zijn. Een constructie verandertnog wel eens van eigenaar en een archief verhuistnog wel eens of gaat verloren. Als we echter zogelukkig mogen zijn om toch de gegevens boventafel te krijgen, dan wacht ons vaak nog een verras-sing: geheimtaal.De introductie van een nieuwe norm wordt nog weleens vergeleken met het leren van een nieuwe taal.Als een constructie echter 50 of zelfs 100 jaar oud is,dan zijn we dus een aantal normen verder en heb-ben we dus een behoorlijke taalachterstand. Wemoeten de `oude taal' opnieuw leren om de vertalingnaar de taal van vandaag te kunnen maken. Daar-naast moeten we weten dat er met de invoering vande VB74 twee grote wijzigingen zijn doorgevoerd.Ten eerste een gewijzigde uitvoering van de druk-proef en als tweede heeft de statistiek zijn intredegedaan en zijn we gaan werken met karakteristiekewaarden in plaats van gemiddelde waarden.Oude en nieuwe beproevingsmethode kubusdruk-sterkteDe manier waarop de sterkte van beton op eendrukbank wordt bepaald lijkt eenduidig, maar tochis er in de loop van de jaren het een en ander veran-derd in de manier waarop dit gebeurt. Zo werdvanaf de voorschriften uit 1940 tot de introductievan de Voorschriften Beton in 1974 gewerkt metFiguur 1: Ons Voorbeeld4 14|07 Betoniek september 2007kubussen van 200 x 200 x 200 mm3. Verder werd erbij het beproeven onder de drukpers gewerkt metkarton aan de boven- en onderzijde van de kubus.Tegenwoordig zijn de kubussen 150 x 150 x 150mm3 groot en wordt er geen karton meer gebruikt.Om van de oude naar de huidige waarden te ko-men, moeten twee stappen worden genomen. Wemoeten de oude K-waarden (de notatie voor sterktein kgf/cm2 die in 1962 in de Gewapend-Betonvoor-schriften gebruikt werd om betonkwaliteiten vanelkaar te onderscheiden) met 1,16 vermenigvuldi-gen. Dit voornamelijk vanwege het formaat van dekubussen. Vervolgens moet deze waarde door tienworden gedeeld om van kgf/cm2 naar N/mm2 tekomen en op de sterkte uit te komen die we tegen-woordig gebruiken. In formulevorm wordt dat:fck,cube = 1,16 x (K-waarde) x 0,1 in N/mm2Overgang van gemiddelde waarde naar karakte-ristieke waardeVanaf de introductie van de betonnormen in 1912werd de sterkte bepaald uit de gemiddelde waardevan de uitgevoerde kubusdrukproeven. Vanaf 1974deed de statistiek zijn intrede in de betonnormenen hebben we het over een karakteristieke waarde.In dit geval een waarde met een vijf procent onder-schrijdingskans. De gemiddelde waarden van voor1974 zijn om te rekenen met een eenvoudige for-mule: fck,cube = fcm,cube- (1,64 x )Hierin is:fck,cube : karakteristieke druksterkte;fcm,cube : gemiddelde kubusdruksterkte; : standaardafwijking volgens de Voor-schriften Beton Constructies 1974.Zo zijn de oude normen om te rekenen naar denieuwe normen. In tabel 1 is aangegeven hoe deontwerpsterkten van de GBV 1962 omgerekendkunnen worden naar de sterkteklasse van de NEN-EN 206-1. Dit zijn echter wel de materiaaleigen-schappen die bij het ontwerp horen. In de praktijkkan het beton wel eens veel sterker zijn geworden.Ons voorbeeldIn de archieven hebben we veel gegevens over deconstructie gevonden. Zo vonden we in het bestekvan ons gebouw de gebruikte betonkwaliteit: K225.Aan de hand van tabel 1 kunnen we dus meteen dete verwachten sterkte inschatten. In ons gevalkomtdat neer op minimaal 16 N/mm2. Dit komt overeenBetonstorten zoals dat vroeger gebeurdeTabel 1: Vertalen van betonsterkte uit de norm in 1962 naar nuGewapendBeton Voor-schriften 1962Gemiddeldedruksterkte in1962 a)Gemiddeldedruksterkte in2007 b)Standaardaf-wijking vol-gens de Voor-schriftenBeton Con-structies 1974Karakteris-tieke sterktevolgens NEN-EN 206-1Uitgangspun-ten voor deberekening in2007 volgensNEN-EN 206-1(zie tabel 3)Betonkwaliteit K-waarde fc k,cube SterkteklasseK160 160 kgf/cm2 18,6 N/mm2 4,6 N/mm2 11 N/mm2 C8/10K225 225 kgf/cm2 26,1 N/mm2 6,1 N/mm2 16 N/mm2 C12/15K300 300 kgf/cm2 34,8 N/mm2 7,6 N/mm2 22 N/mm2 C16/20a): Gemeten op een kubus 200 x 200 x 200 mm3 met karton.b): Gemeten op een kubus 150 x 150 x 150 mm3 zonder karton.514|07 Betoniek september 2007druksterkte(N/mm2)0510152025303540455010 20 30 40tijd (jaren)minimaal te verwachten toename van de sterktemaximaal te verwachten toename van de sterktesterkte volgens het archiefte verwachten sterkte vanuit de betonsamenstelling28 dagenmet een sterkteklasse van C12/15 uit de NEN-EN206-1.Deze gegevens kunnen we vergelijken met de beno-digde betondruksterkte die de constructeur aan-geeft nodig te hebben voor de extra verdieping opons huis. Bij ons huis blijkt dat de benodigde sterk-teklasse C25/30 moet zijn. De op basis van het histo-rische onderzoek gevonden sterkteklasse vanC12/15 is niet toereikend.Bepalen van de sterkteklasse op basis vanmetingen aan de constructieEr kunnen twee redenen zijn om de betonsterkte inde praktijk daadwerkelijk te gaan meten. De eersteis omdat we geen gegevens hebben uit het archief ende tweede is dat uit een eerste berekening volgt datwe meer informatie nodig hebben dan we op papierhebben teruggevonden. Op papier kan het beton uitde jaren `50 volgens de huidige aanduidingen eenC8/10 zijn. Dit betekent dat er bij de berekeningenvan een kubusdruksterkte van 10 N/mm2 uitgegaanwordt.We weten ook dat het beton in de loop der tijd ster-ker is geworden. De vraag is echter hoeveel dezedruksterkte nu is en of dat voldoende is.De extra sterkte ten opzichte van de ontwerpuit-gangspunten is vanuit een aantal punten te verkla-ren. Ten eerste maakte men vaak beter beton dande gemiddelde waarde aangeeft om te voorkomendat beton werd afgekeurd. Ten tweede, als we naarde eisen van een betonsamenstelling uit 1962 kij-ken, dan zien we dat minimaal 325 kg cement perkubieke meter voorgeschreven is en de waterce-mentfactor niet hoger mag zijn dan 0,6. Vanuitonze huidige kennis weten we dat 325 kg cementper kubieke meter en een watercementfactor van0,6 al een karakteristieke sterkte van 30 N/mm2kan opleveren. Verder neemt de sterkte in de tijd,vooral in de eerste jaren, nog sterk toe, zoals ook telezen is in Betoniek 12/29 `Sterkte op termijn'. Ditkan bij een sterkte van 30 N/mm2 na 28 dagen oplo-pen tot 35 of wel 42 N/mm2 na enkele jaren. Dit isten opzichte van de 16 N/mm2 uit ons voorbeeldgebaseerd op het archief toch een interessante toe-name. Of deze toename ook echt aanwezig is, isonder andere afhankelijk van hoe er destijds ge-bouwd is, hoe de verdere samenstelling van hetbeton is (het cement van vroeger was toch andersdan het cement van nu) en of er nog schadelijkemechanismen zijn opgetreden. De verondersteldesterktewinst zal dus gecontroleerd moeten wordenmet metingen aan de constructie.Meten van betondruksterkte in de praktijkDe daadwerkelijke sterkte van beton kan gemetenFiguur 2: Voorbeeld van de te verwachten toename van de karakteristieke betondruksterkte in de tijd voor een K225.6 14|07 Betoniek september 2007Bedoelde gebruikvan de NEN-EN13791Conformiteit van dein situ sterktebijvoorbeeld voorgeprefabriceerdecomponentenEvaluatieconformiteitvolgens 8.3.5Benadering B met 3tot en met 14 kernenBenadering A met 15kernen of meerKalibreren indirectemeetmethode metalternatief 1 (8.1.2)of 2 (8.1.3)Verder onderzoekmet de vastge-stelde relatie enevalueren met8.3.5Ja: beton wordtgeaccepteerdNee: Verder onder-zoek naar de con-structie en bepalenvan verantwoorde-lijkhedenMet kernen kalibreren indirectemeetmethodeOnderzoek aan oudeconstructies dieaangepast of her-ontworpen wordenof beschadigd zijnTwijfel over de beton-kwaliteit, de confor-miteit of de kwaliteitvan de uitvoering innieuwe constructiesBepaal of deconstructievoldoende sterkteheeft volgenshoofdstuk 9Kalibreren indirectemeetmethode metalternatief 1 (8.1.2)of 2 (8.1.3)worden door kernen te boren uit een constructie.Als deze kernen sterker zijn dan de ontwerpsterkte,kan deze winst direct gebruikt worden. Nadeel vandeze methode is wel dat de constructie enigszinsbeschadigd wordt. Het boorwerk kan beperkt wor-den door gebruik te maken van niet destructievemeetmethoden. Hierbij moet opgemerkt wordendat de apparatuur die hiervoor wordt gebruikt al-tijd goed gekalibreerd moet zijn. De in februari2007 uitgebrachte norm NEN-EN 13791: `Beoorde-ling van de druksterkte van beton in constructiesen vooraf vervaardigde betonelementen', geeft onseen handige handreiking om tot de sterkte in deconstructie te komen. Deze Engelstalige norm geeftachtereenvolgens aan:? Wat de relatie is tussen de in de constructie ge-meten sterkte en de sterkte die in de berekeninggebruikt moet worden;? Hoe de sterkte bepaald wordt uit geboorde kernen;? Hoe indirecte methoden zoals de terugslaghamer,ultrasoon meten en pull-out proeven gebruiktkunnen worden.Boren van kernenBij het boren van kernen is de keuze van de locatieook van belang. Denk bij het boren van de kernenaan de volgende punten:? De locaties moeten representatief zijn voor dehele constructie of voor het onderdeel dat beoor-deeld wordt;? Voorkom onnodige schade in kritieke gebieden;? De locaties moeten bereikbaar zijn;? Voorkom het doorboren van betonstaal en voor-spanning;? De lengte/diameter-verhouding van de geboordekern bepaalt op welke wijze je de meetresultatenmoet interpreteren volgens tabel 3. Bij een leng-te/diameter-verhouding van twee, de meetresulta-taen beschouwen als cilinders. Bij een lengte/diameter-verhouding van ??n, de meetresultatenbeschouwen als kubussen.Kader 1: Het gebruik van de NEN-EN 13791De NEN-EN 13791 is een norm voor het bepalen vande druksterkte in constructies. De norm maakt geenonderscheid tussen nieuw en oud beton. Bij nieuwbeton kan deze methode gebruikt worden om deconformiteit bij bijvoorbeeld prefab elementen vastte stellen. Verder kan bij nieuw beton de methodegebruikt worden om de sterkte te bepalen als daartwijfel over is ontstaan. Bij oud beton wordt de normgebruikt als een oude constructie aangepast wordtof als er schade is ontstaan. In onderstaand schemais met rood aangegeven waar wij de norm in dezeBetoniek voor hebben gebruikt.714|07 Betoniek september 2007Bepaling karakteristieke druksterkte op basis vande boorkernenAls de kernen geboord en beproefd zijn, komt devolgende stap. Vanuit de druproefresultaten moetde karakteristieke sterkte in het werk bepaald wor-den. Hoe we dit doen is afhankelijk van het aantaldruksterkteresultaten (zie tabel 2). Bij minimaal 15meetresultaten kunnen we benadering A toepassen.Bij 3 tot en met 14 meetresultaten kunnen we be-nadering B toepassen.We beginnen met benadering A. Bij deze benaderinghebben we minimaal 15 druksterkteresultaten no-dig. We berekenen de karakteristieke sterkte in hetwerk (fck,is) op twee manieren. Als eerste op basisvan het gemiddelde en de standaard afwijking vande meetresultaten (fck,is = fm(n),is - 1,48 s ). Als tweedeop basis van de laagste meetwaarde (fck,is = fis,lowest +4). De laagste berekende waarde van de twee is maat-gevend voor de karakteristieke sterkte in het werk.Als er minder kernen geboord zijn, wordt benaderingB gebruikt. Bij deze benadering zijn drie tot en metveertien druksterkteresultaten nodig. Het verschilmet benadering A is dat niet de gemeten standaardaf-wijking maar een vaste (hogere) waarde gebruiktwordt voor de bepaling van de karakteristieke waarde.Door de beperkte reeks te gebruiken komen we bijbenadering B lager uit dan bij benadering A. Even-tueel is het mogelijk de gegevens aan te vullen metgegevens van de terugslaghamer, ultrasone metin-gen of pull-out proeven. Hoe hier mee om te gaanwordt ook beschreven in de NEN-EN 13791.www.ciiid.nlWestraven voor en na de verbouwingBenadering A Benadering BFormule 1: fck,is = fm(n),is ? k2 x s Formule 1: fck,is = fm(n),is ? kFormule 2: fck,is = fis,lowest + 4 Formule 2: fck,is = fis,lowest + 4fck,is = de karakteristieke sterkte in het werk (in situ)fm(n), is = de gemiddelde druksterkte in het werk (in situ)fis,lowest = de laagst gemeten druksterkte in het werk(in situ)k2 = 1,48s is de standaard afwijking van de serie, met alsminimum 2 N/mm2fck,is = de karakteristieke sterkte in het werk (in situ)fm(n), is = de gemiddelde druksterkte in het werk (in situ)fis,lowest = de laagst gemeten druksterkte in het werk(in situ)k hangt af van het aantal druksterkteresultaten vol-gens de volgende tabel:n10 tot en met 147 tot en met 93 tot en met 6k567Tabel 2: Formules waarmee de karakteristieke sterkte in het werk kan worden berekend.8 14|07 Betoniek september 2007Bepaling van de sterkteklasse op basis van demeetresultatenNu we de fck,is weten, kunnen we ook een uitspaakdoen over de te gebruiken sterkteklasse in de bere-keningen van de constructeur. In tabel 3 is dezerelatie weergegeven. Wat opvalt is dat de waardenlager zijn dan we gewend zijn uit de NEN-EN 206-1.De reden hiervoor is dat een aantal onzekerheden(bijvoorbeeld veroorzaakt door de verwerking) nureeds in de meetwaarden zit. Zo hoort bij een sterk-te van 39 N/mm2, die in de constructie gemeten isaan een cilinder, de sterkteklasse C45/55.Ons voorbeeldTerug naar ons voorbeeld huisje. Op basis van histo-risch onderzoek is de sterkteklasse onvoldoende.We hebben ervoor gekozen kernen te gaan boren.Omdat dit een voorbeeld is volgen we zowel bena-dering A als B van tabel 2. We gebruiken hiervoorkernen met een lengte/diameter-verhouding van??n (100 x 100 mm) en interpreteren de meetresul-taten als kubussen in tabel 3.Benadering AUit ons gebouw hebben we 15 boorkernen genomenmet de volgende fictieve reeks met meetresultaten:Sterkteklasse volgensNEN-EN 206-1Minimale karakteristieke druksterkte gemeten aan deconstructie.fck,is,cyl [N/mm2] fck,is,cube [N/mm2]Cilinders KubussenC8/10 7 9C12/15 10 13C16/20 14 17C20/25 17 21C25/30 21 26C30/37 26 31C35/45 30 38C40/50 34 43C45/55 38 47C50/60 43 51C55/67 47 57C60/75 51 64C70/85 60 72C80/95 68 81C90/105 77 89C100/115 85 98Opmerking: De gegeven waarden voor de cilinder en de kubsudruksterkte horen bij een in NEN-EN 13791 gegeven proefstuk afmeting.Voor afwijkende afmetingen dient nog een correctie op de meetresultaten toegepast te worden (gegeven in NEN-EN 13791).Tabel 3: Het bepalen van de sterkteklasse aan de hand van de druksterkte die gemeten is in de constructie volgens de NEN-EN 13791Het boren van kernen914|07 Betoniek september 200729, 33, 38, 39, 35, 34, 31, 39, 32, 34, 37, 36, 34, 30,36 N/mm2.Voor de eerste formule hebben we het gemiddeldeen de standaard afwijking nodig. Het gemiddelde is34,5 N/mm2 en de standaardafwijking s = 3,1 N/mm2. De fck,is = 34,5 - ( 1,48 x 3,1) = 29,9 N/mm2.Voor de tweede formule hebben we de laagste meet-waarde nodig. fis,lowest = 29. De fck,is = 29 + 4 = 33 N/mm2. De laagste berekende fck,is is maatgevend indit geval is dat 29,9 N/mm2. Deze waarde nemenwe mee naar tabel 3. Hieruit blijkt dat het betonvoor de berekeningen is ingedeeld in sterkteklasseC25/30. Voor de extra verdieping op ons huis is ookeen C25/30 nodig, het beton levert je dus geen proble-men op.Benadering BStel we hebben uit ons gebouw nu maar drie boor-kernen genomen met de volgende drie meetwaar-den: 29, 31, 37 N/mm2. Voor de eerste formule heb-ben we alleen het gemiddelde nodig. Hetgemiddelde is 32,3 N/mm2. De factor k is 7 omdater drie druksterkteresultaten zijn (zie tabel 2). Defck,is = 32,3 - 7 = 25,3 N/mm2. Voor de tweede for-mule hebben we de laagste meetwaarde nodig.fis,lowest = 29. De fck,is = 29 + 4 = 33 N/mm2. De laag-ste berekende fck,is is maatgevend in dit geval is dat25,3 N/mm2. Deze waarde nemen we mee naartabel 3. Hieruit blijkt dat het beton voor de bereke-ningen is ingedeeld in sterkteklasse C20/25. Voor deextra verdieping op ons huis is een C25/30 nodig.Op basis van deze meetresultaten is dit dus nietmogelijk. Gezien het geringe aantal meetwaarden iser veel veiligheid ingebouwd. Het is nu te overwe-gen om aanvullende metingen, al dan niet destruc-tief, uit te voeren om een nauwkeuriger beeld teverkrijgen.Meer dan druksterkte alleenTot zover de beoordeling van de constructie opbasis van druksterkte, de betondruksterkte wel teverstaan. Er is natuurlijk meer dan de betondruk-sterkte alleen die bepaalt of een bestaande con-structie een nieuwe toepassing kan krijgen. Denkbijvoorbeeld aan de duurzaamheid van het betonof aan alle andere materialen die in de constructiezijn verwerkt.ConclusieDat beton lang meegaat en zeer robuust is, blijkt alwel uit het feit dat vele oude betonnen constructiesnog steeds goed functioneren en vaak zonder veelaanpassingen een tweede leven krijgen. Om vast testellen of het beton dit tweede leven aankan, zijn erverschillende manieren. In de normen is al aange-geven wat de mogelijkheden zijn; enerzijds voorhet bepalen van materiaalgrootheden in de praktijken anderzijds hoe deze te gebruiken zijn bij de be-rekeningen. En dat het herberekenen tot succesleidt, blijkt wel uit de vele betonconstructies die inNederland een tweede leven krijgen.Voorbeeld van goed gebruik van oud beton: het kraanspoor aan deOost-werf in Amsterdam wordt omgevormd tot appartementencomplex.OTHOntwerpgroepTrudeHooykaasbv10 14|07 Betoniek september 2007Abonnementsprijzen 2007:Nederland 42 (incl. 6% btw)Belgi? 44 (excl. 6% btw)Overige landen 58 (excl. 6% btw)Aanmeldingen/opzeggingen:Abonnementen kunnen op iedergewenst moment ingaan en wordenautomatisch voor een jaar verlengd,tenzij twee maanden voor de verval-datum schriftelijk wordt opgezegd.Overname van artikelen en illustra-ties (met uitzondering van foto's) istoegestaan onder voorwaarde vanbronvermelding.ISSN 0166-137xRedactie en uitgever stellen dezeuitgave zorgvuldig en naar besteweten samen. Zij aanvaarden ech-ter geen enkele aansprakelijkheidvoor schade, van welke aard ook,die het gevolg is van handelingenen/of beslissingen gebaseerd op deinformatie in deze uitgave. Niet altijdkunnen alle rechthebbenden vangebruikt beeldmateriaal worden ach-terhaald. Belanghebbenden kunnencontact opnemen met de uitgever.ColofonBetoniek is een praktijkgerichtvoorlichtingsblad op het gebied vande betontechnologie en verschijnt10 keer per jaar. Betoniek wordtuitgegeven in opdracht van hetCement&BetonCentrum. In de redactiezijn vertegenwoordigd: ENCI, MEBIN,CUR Bouw & Infra, BAM Civiel en deBouwdienst Rijkswaterstaat.Uitgave:Uitgeverij ?neasPostbus 101, 5280 AC, BoxtelTel: 0411 - 650085Fax: 0411 ? 650080Email: info@aeneas.nlRedactie:0411 ? 650089E-mail: betoniek@ aeneas.nlVormgeving en productie:Twin Design bvAbonnementen/adreswijzigingen:Uitgeverij ?neasPostbus 101, 5280 AC, BoxtelTel: 0411 - 650085Fax: 0411 ? 650080Email: info@aeneas.nlIn onze volgende uitgaveLiteratuur? CUR-Aanbeveling 72 `Inspectie en onderzoek vanbetonconstructies';? CUR-Aanbeveling 74 `Onderzoek aan de beton-constructie';? NEN-EN 13791 `Assessment of concrete compres-sive strength in structures or in structural ele-ments';? NEN-EN 12504-1 `Beproeving van beton in con-structies - Deel 1: Boorkernen - Monsterneming,onderzoek en bepaling van de druksterkte';? NEN-EN 12390-3 `Beproeving van verhard beton -Deel 3: Druksterkte van proefstukken';? NEN-EN 206-1 `Beton - Deel 1: Specificatie, eigen-schappen, vervaardiging en conformiteit';? Gewapend Beton Voorschriften 1962;? NEN 6720 `Voorschriften Beton - TGB 1990 - Con-structieve eisen en rekenmethoden (VBC 1995)';? Voorschriften Beton 1974;? Betoniek 12/29, Sterkte op termijn, oktober 2003.? Herberekenen oude kunstwerken, gemakkelijkergezegd dan gedaan, G. Dieteren, Cement nr1, 2003.DankwoordDe redactie van Betoniek bedankt Gerrie Dieterenvan TNO Bouw en Ondergrond voor het inbrengenvan zijn kennis en expertise bij de totstandkomingvan dit nummer.Heet gebakkenBakkers draaien er hun hand niet meer voorom: elke ochtend opnieuw geurende warmebolletjes en ovenverse broodjes. In eenbroodetend land als Nederland kan iedereendaarover meepraten, maar zou het een bakkerook nog lukken als de ingredi?nten iedere dageen beetje wisselden van samenstelling? En alsbovendien zijn oven niet gestookt wordt dooreen centrale gasstroom uit Slochteren, maarop allerlei alternatieve brandstoffen? Kan datzomaar? Zou ons brood dan nog iedere daghetzelfde smaken? Dit zijn slechts een paar vande zaken waar cementklinkerovens dagelijksmee te maken hebben. En toch zijn ze in staatde kwaliteit van ons cement goed in de hand tehouden. In het volgende nummer van Betoniekvolgen we het bakproces van het halffabrikaatPortlandklinker. De klinker vormt het basisma-teriaal voor bijna al onze cementen.Foto pagina 1: WFA / Erald van der Aa (huidige situatie);BeeldbankVenW.nl, Rijkswaterstaat (oude situatie)betere doorstroming op het viaduct dankzij een spitsstrook op de A28bij Zwolle1114|07 Betoniek september 2007nieuwsagendaTrefwoordenregisterAanmaakwater, aanvangsonder-zoek, aardvochtig, absorptiewa-ter, adiabatisch... Het trefwoor-denregister (lexicon) op de sitevan het Cement&BetonCentrumbevat woorden/begrippen die inde wereld van cement en betongangbaar zijn. Ze zijn voorzienvan een definitie en een uitvoe-rige beschrijving. Verder wordtin het lexicon bij elke term ver-wezen naar normen, aanbevelin-gen en literatuur. De afgelopenmaanden is het trefwoordenre-gister verder uitgebreid. Het be-vat nu meer dan 160 begrippen.Heeft u meer suggesties voorwoorden die u in het lexicon willaten opnemen kunt u mailennaar info@cementenbeton.nl.Nieuwe directeur VOBNSinds 1 september jongstleden isdr. ir. Ton van Beek de nieuwedirecteur van de VOBN. Van Beek(36) is afgestudeerd in de CivieleTechniek aan de TU Delft, waarhij later ook gepromoveerd is ophet onderwerp niet destructievesterktemetingen van beton. Hij isbij Intron werkzaam geweest alsadviseur en heeft daarna diversefuncties bekleed binnen Rijkswa-terstaat. Voorts neemt hij deelaan commissies als CUR, Stutechen Stufib.Praktische betonkennisVanaf nu kunt u uw kennis vanbeton online testen op de site vanhet Cement&BetonCentrum. Opdeze site vindt u namelijk eentest bestaande uit vier vragen diezijn gebaseerd op het nieuweboek in de Cement&Betonreeks,CB5 Praktische Betonkennis. Devragen worden regelmatig ver-verst.Het leerboek CB5 brengt de driebelangrijke werkvelden (ontwerp,uitvoering en betontechnologie)in de betonbouw bij elkaar. Hetboek zal binnen het onderwijs deplaats innemen van de standaard-werken CB1 Betontechnologie enCB19 Uitvoering van Betoncon-structies. In de bouwpraktijk kanhet boek als vraagbaak en naslag-werk een nuttige functie vervul-len. Het boek is een goede aan-vulling op de reeds bestaandeconstructieve leerboeken CB2,CB3 en CB4. CB5 Praktische Be-tonkennis kunt u bestellen viawww.cementenbeton.nl.18 september 2007Funderingsdag 2007. Beton inFunderingenMeer informatie:www.betonvereniging.nl19 september 2007Stutech excursieMeer informatie: www.stutech.nl27 september 2007Inleiding EurocodesMeer informatie:www.betonvereniging.nl4 oktober 2007GeotechniekdagMeer informatie:www.geotechniekdag.nl19 oktober 2007Nieuwe Betonsoorten, Voort-schrijdend InzichtMeer informatie:www.betonvereniging.nl23 oktober 2007Nacht van Beton 2007Meer informatie:www.cementenbeton.nl24 oktober 2007Stutech ledenvergaderingMeer informatie: www.stutech.nl15 november 2007Betondag 2007, de 50ste editieMeer informatie:www.betonvereniging.nl14 07B A N D U I T G AV Eseptember 2 0 0 7'Als Hoofd Kwaliteitsdienstbij Dycore versterk je onzemarktpositie'Met een MBO++ denk- en werkniveau in bouwkundeof weg- en waterbouw kun je ver komen bij Dycore, demarktleider in betonnen systeemvloeren. Die positiehebben wij bereikt door kwaliteit in proces en productde allerhoogste prioriteit te geven. Daar kun jij eenessenti?le bijdrage aan leveren door als Hoofd Kwali-teitsdienst in onze vestiging te Hasselt (bij Zwolle)je team goed te leiden en het kwaliteitssysteem tebeheren en te registreren.Deze functie houdt voorts onder meer in:? Contact onderhouden met leidinggevenden in deproductie en met de kwaliteitsco?rdinator;? Initiatieven ontwikkelen voor de bewaking en deverbetering van de kwaliteit van het productie-proces;? Ontwikkeling en onderhoud van systeem voor kwa-liteitsregistraties, hetgeen resulteert in handhavingvan de KOMO-certificering;? Instellen en bewaken van procedures en instruc-ties;? Informeren en adviseren over het gebruik vangrondstoffen;? Zorgen voor de beschikbaarheid van grondstoffen;? Leiden en registreren van controles;? Rapporteren, voorstellen, overleggen.Voor deze verantwoordelijke en uitdagende functieheb je nodig:? MBO++, bouwkunde of weg- en waterbouw;? Bij voorkeur ook het diploma betontechnoloog;? 5 jaar relevante ervaring;? Bereid om opleidingen te volgen;? Bekend met kwaliteitssystemen;? Kennis van normen en regels;? Bekend met audit-teams of bereid om hiervoor op-leidingen te volgen.Verder ben je resultaatgericht, pro-actief en rijk aaninitiatieven. Kun je snel en goed beslissen en zie je nietop tegen veranderingen?Bel dan voor meer informatie met Henk van de Weg,Hoofd Kwaliteitsdienst, telefoon 06 22424514.Solliciteren?Mail je c.v en ambitie naar m.de.jonge@dycore.nl ofschrijf een brief naar Dycore, t.a.v. Marri?t de Jonge,P&O-adviseur, Postbus 51, 8060 AB Hasselt. Je kuntook kijken op www.dycore.nl voor meer informatieover ons bedrijf.DYCORE MAAKT ONDERDEEL UIT VAN DE CRH GROEPD Y C O R E . P R A K T I J K A L S I N S P I R A T I E B R O N .Acquisitie naar aanleiding van deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.
Reacties