Een consortium (oa. ABT en TU/e) is bezig met een grootschalige beproeving van hybride gewapend beton. De proeven zijn opgezet voor een bredere toepasbaarheid van de rekenregels. Hierbij is het de bedoeling om te komen tot een regelgeving op Europees niveau.
Hybride gewapend beton combineert de sterke punten van staalvezels en traditionele wapening. In het laboratorium aan de TU Eindhoven worden 60 balken getest: de ene helft met een lengte van 6,2 m, de andere helft 3,4 m. Voor alle balken geldt een breedte van 300 mm en een hoogte van 300 of 600 mm. Op de balken van 6,2 m lengte worden een driepuntsbuigproef uitgevoerd, op de balken van 3,4 m dwarskrachtproeven.
Momenteel zijn er beperkte normregels voor hybride gewapend beton. ABT heeft de afgelopen jaren een rekenmodel ontwikkeld en getoetst, wat heeft geleid tot het verschijnen van de CUR-Aanbeveling 111: Staalvezelbeton bedrijfsvloeren op palen. Deze aanbeveling is echter bestemd voor een smalle toepassing. De grootschalige proeven die momenteel worden uitgevoerd zijn opgezet voor een bredere toepasbaarheid van de rekenregels. Hierbij is het de bedoeling om te komen tot een regelgeving op Europees niveau.
De testen zijn eind september van start gegaan en duren ongeveer 3 maanden. Hybride gewapende constructies zijn nog niet breed geaccepteerd door gemeenten, betoncentrales en aannemers. Doordat er specialistisch wordt ontworpen, is het voor gemeenten niet eenvoudig te controleren of de constructies voldoen aan de normeringen en wetgevingen. Bij betoncentrales ontbreekt soms de bekendheid met vezels en het materieel om vezels met beton te kunnen mengen. Daarnaast zijn ook weinig aannemers bekend met staalvezels. De projectpartners M2i (Materials innovation institute), Mertens Bouwbedrijf B.V. uit Weert, Metalproducts BV uit Horst, Schipper vloeren uit Apeldoorn, Bruil uit Ede, de Technische Universiteit Eindhoven en ABT willen hier verandering in brengen.
Bekijk meer over: ABT
Reacties