De uitbreiding van de centrale, waar al sinds 2009 aan wordt gewerkt, omvat een nieuw inlaatgedeelte en een machinegebouw. De enorme omvang van de bouwdelen resulteert in hoge belastingen op de bekistingen en steigers. Bij de bouw worden verschillende systemen ingezet van Nederlandse producent PERI, allemaal optimaal aangepast aan zowel de geometrie als de belasting.

Voor de noordwand van het machinegebouw wordt Trio paneelbekisting ingezet, evenals voor de pijlerwanden van de zes inlaten waarachter twee turbines liggen. De paneelbekisting wordt ondersteund door CB 240 klimconsoles. De hoge belastbaarheid van de consoles maakt grote console-afstanden mogelijk. Hierdoor kunnen grote klimbekistingselementen worden gebruikt terwijl tegelijkertijd de zware belastingen kunnen worden gedragen.

Voor de meer dan 30 m hoge zuidwand van het machinegebouw, maakt aannemer Walsh Construction gebruik van CB 240 klimunits. De buitenwanden van het gebouw worden tegen een rotswand gestort, waarbij Vario GT 24 wandbekisting wordt toegepast in combinatie met een SKS klimsteigersysteem. Deze steiger wordt ingezet voor eenzijdig klimmen en draagt de betonbelastingen, door middel van regels en drukspindels via de console, over op de verankering die in de voorgaande stort aangebracht is. Het gebruik van centerpennen is bij dit systeem niet nodig.

Bij de bouw van de dekken moeten zeer hoge belastingen worden overgedragen op de inlaatsluizen. Door de dikte van de dekken (tot 4,60 m) en door de grote hoogte (circa 13,20 m), is de inzet van zware ondersteuningssteigers noodzakelijk. De gekozen zwaarlasttorens dragen een maximale pootbelasting van 660 kN over op de ondergrond. In elk van de inlaten worden drie torens achter elkaar opgesteld. De zes- en vierpotige constructies staan op moerbalken, en een bijbehorende wigconstructie overbrugt de 34 procent helling naar de onderste vloer. Voor de hoogteaanpassing aan de bovenkant van de torens worden kopspindels gebruikt, waarmee hydraulisch vijzelen en aflaten met volledige belasting mogelijk is.

Voor het afschoren van de circa 12,20 m hoge ondersteuningstorens met een paneelbreedte van 3,25 m worden SLS zwaarlastspindels ingezet. Dankzij de hoge stijfheid van de torens kan de bouwploeg de units op de grond voor monteren waarna ze met een kraan probleemloos tussen de sluiswanden gezet kunnen worden.

De afzonderlijke elementen van de dekbekistingsunits zijn 5,80 m breed  en worden eveneens op de grond voor gemonteerd. Vervolgens worden ze met de kraan op de juiste plaats gezet. Na het uitharden van het beton wordt de dekbekisting hydraulisch afgelaten. Het volledige ontkistingsproces verloopt via mobiele aggregaten. De bouwploeg laat de torens na de inzet af op tankrollen en trekt ze tot slot uit de inlaatsluizen.