Het winnen van grondstoffen voor beton heeft eerder een positieve dan een negatieve uitwerking op de biodiversiteit. Dit blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Wageningen, gepresenteerd op het symposium 'Beton voor een duurzame toekomst van Nederland', georganiseerd door het Betonhuis.
In opdracht van Cascade, de branchevereniging van zand- en grindproducenten, onderzocht Alterra (Wageningen Environmental Research, een onderzoeksinstituut dat onderdeel is van Wageningen Universiteit en Researchcentrum) wat de bijdrage van delfstofwinning aan de biodiversiteit is. Ook de gevolgen voor rivierverruiming en waterveiligheid werden daarbij meegenomen.
Er werden 24 gebieden onderzocht. Daarbij werd gekeken naar de biodiversiteit 5 jaar vóór en 5 jaar ná winning. Hierbij werd gekeken naar het aantal dier- en plantsoorten in het gebied. Dat leidde voor elk gebied tot een score. De meest zeldzame soorten kregen daarbij een hogere wegingsfactor mee dan minder zeldzame soorten.
Bijna alle gebieden scoorde hoger na winning. De toename in biodiversiteit trad gemiddeld op 3 jaar na de winning. Er werd geen relatie gevonden met de grootte van de gebieden. Het verschil gold voor nagenoeg alle dier- en plantsoorten (dagvlinders, libellen, vaatplanten, vogels, zoogdieren). Alleen voor vissen nam het aantal soorten af. Verder bleek dat algemene soorten sterker toenemen dan zeldzame.
De algemene conclusie is dat zand- en grindwinprojecten tal van nieuwe natuurgebieden in het rivierengebied realiseren en dat de biodiversiteit na de winning hoger is dan voor de winning. Met name de natte natuur profiteert.
Ook ten aanzien van de waterveiligheid blijken de gevolgen van grondstofwinning positief. In totaal werd bij 28 onderzochten projecten 370 cm verlaging van de waterstand gemeten. Wat hiervan is toe te schrijven aan de winningsprojecten en wat aan Ruimte voor Rivier projecten van RWS, is echter lastig te zeggen. Experts schatten in dat het fifty-fifty is.
Het symposium Beton voor een duurzame toekomst van Nederland van het Betonhuis vond plaats op 25 juni in Vianen. Naast lezingen van Friso van der Zee Wageningen Environmental Research waren er ook bijdragen van Dorine Helmer van PWC, over de effecten van CO2-beprijzing, van advocate Alexandra Jurgens – Boot over de juridische uitdagingen in een circulaire economie, over het Beleid van RWS door Evert Schut en tot slot over de kans van slagen van het Betonakkoord door Mantijn van Leeuwen van Nibe.
Voor meer informatie zie www.betonhuis.nl.
Reacties