Band
Uitgave
STANDAARD voor technologie en uitvoering van beton
November
2018
26 16
De tijd aan zijn zijde Over de toename
van betonsterkte
in de tijd
Betoniek 16-26.indd 1 05-11-18 12:47
2 November 2018 STANDAARD 16 I 26
De tijd aan
zijn zijde
Als we het hebben over de druksterkte van beton
bedoelen we vaak de druksterkte die wordt bepaald na
28 dagen verharding. Voor het gemak wordt dat ook
wel de eindsterkte van het beton genoemd. Maar is dat
wel juist? Is het werkelijk zo dat de druksterkte na 28
dagen verharding niet verder toeneemt? Het antwoord
is kort: de druksterkteontwikkeling stopt niet na 28
dagen, maar kan afhankelijk van betonsamenstelling
en omstandigheden nog jarenlang doorgaan. Niet
meer zo snel als in het begin, maar wel geleidelijk aan.
Beton heeft hier dus in positieve zin de tijd aan zijn
zijde en niet louter als opponent (verwering, degenera -
tie). Deze Betoniek beschrijft de invloed die het
verstrijken van de tijd heeft op de sterkte en de dicht -
heid van beton en benoemt de voordelen en de risico's.
Druksterkte
Beton is een constructief bouwmateriaal met
veel goede eigenschappen. Het materiaal is
sterk en is in staat decennialang probleemloos
te functioneren. In die zin is het ook een
duurzaam bouwmateriaal, vanwege de
beperkte onderhoudsbehoefte en het ontbre -
ken van de noodzaak tot tussentijdse vervan -
ging. De belangrijkste eigenschap is echter de
hoge druksterkte. Beton wordt in NEN-EN 206
onderverdeeld in 16 verschillende sterkteklas -
sen. De sterkteklasse betreft de druksterkte
van beton en wordt gedefinieerd als een
karakteristieke waarde die normaliter wordt
berekend uit de uitkomsten van drukproeven
op betonkubussen na 28 dagen verharding.
Deze moeten tot het moment van beproeving
onder gecontroleerde omstandigheden zijn
bewaard. Het voordeel van deze genormeerde bewaar- en beproevingswijze is dat het moge
-
lijk is uitkomsten van druksterkteproeven
onderling te vergelijken. Het aanhouden van
de verhardingstermijn van 28 dagen kan soms
ook belemmerend zijn. Als een constructie
niet na 28 dagen volledig wordt belast, kan
het aantrekkelijk zijn het beproevingstijdstip
te verschuiven naar 56 dagen verharding of
nog later. We maken dan gebruik van de
eigenschap dat de druksterkte na 28 dagen
verharding nog significant toeneemt. Het
rekenen met een 56-daagse of 91-daagse
druksterkte heeft als voordeel dat het beton
na 28 dagen verharding minder sterk hoeft te
zijn. Daardoor is er mogelijk minder cement
nodig. Dit is goed voor het milieu omdat het
cement in beton de grootste bijdrage levert
aan de CO
2-footprint van beton. Om te kun -
nen begrijpen hoe de sterkteontwikkeling in
?
Foto: Jurjen Talsma
Betoniek 16-26.indd 2 05-11-18 12:47
3 November 2018 STANDAARD 16 I 26
de tijd verloopt, moeten we kennis hebben
van het mechanisme dat voor de druksterkte-
ontwikkeling verantwoordelijk is: de hydrata-
tie van cement met water.
Hydratatie
Het verharden van beton berust op de che-
misch fysische reactie van cement en water.
Dit wordt hydratatie genoemd. Cement rea-
geert met water en het reactieproduct slaat
vervolgens neer op het resterende cement.
De reactiesnelheid neemt af naarmate de
laagdikte van neergeslagen hydratatie pro-
ducten toeneemt.
Het verloop van het
hydratatieproces is visueel beperkt waar-
neembaar. Het eerst nog plastische mengsel
van cement en water zal langzaamaan ver-
starren in een uiteindelijk steenachtige massa,
de cementsteen. Deze geleidelijke verande-
1
Betonconstructie
in Málaga, foto:
Javier Gonzalez
2
Schematische weergave hydratatie van cement, bron: Mortel en Beton
reactie cementkorrel met water
maar in het begin sneller
water wordt steeds meer gebonden
gaat langzaam
als daarna
in een eindeloos proces
Betoniek 16-26.indd 3 05-11-18 12:47
4 November 2018 STANDAARD 16 I 26
ring wordt veroorzaakt door een toenemende
afzetting van hydratatieproducten, waardoor
zich een steeds dichtere structuur vormt (fig.
2). Het proces van hydratatie gaat in principe
door zolang er nog water beschikbaar is dat
bij nog niet-gereageerd cement kan komen.
Met het voortschrijden van het hydratatiepro-
ces nemen de druksterkte en de dichtheid van
de gevormde cementsteen toe. De cement-
steen vormt in beton de lijm waarmee de
toeslagmaterialen stevig aan elkaar worden
gekit. Hoe sterker en dichter de lijm, des te
sterker het beton en hoe langer de levensduur.
Zoals gezegd zal de hydratatie van cement met water in het begin relatief snel verlopen
en geleidelijk aan afzwakken. Dit afnemen van
de reactiesnelheid is goed waar te nemen
door het volgen van de druksterkteontwikke-
ling. Op 7 dagen ouderdom heeft beton al
minstens 60% van de 28-daagse druksterkte
bereikt. Voor de resterende 40% heeft het
beton vervolgens driemaal zoveel tijd nodig,
21 dagen (fig. 5). Het hydratatieproces stopt
echter niet na 28 dagen maar kan nog vele
jaren voortduren, zolang er cement en water
in het beton aanwezig zijn die elkaar weten te
vinden. Om te kunnen duiden hoeveel
cement met water heeft gereageerd,
hanteren we de term hydratatiegraad.
Hydratatiegraad
Onder hydratiegraad wordt verstaan de mate
waarin de oorspronkelijke cementmassa heeft
gereageerd met het beschikbare water. Indien
alle cement met water heeft gereageerd, is de
hydratatiegraad 1 (of 100%) (fig. 3). Indien
de hydratatiegraad 1 is, is er geen vrij cement
meer om te reageren. Om dit te bereiken,
moet er voldoende water beschikbaar zijn om
met al het cement te reageren en mag er door
externe invloeden zoals verdamping geen
water verloren gaan.
In de praktijk probeert men verdamping te
voorkomen door beton na te behandelen. Het
kan zijn dat de hoeveelheid beschikbaar water
ten opzichte van de cementmassa op voorhand
al onvoldoende is om volledig met cement te
reageren, zoals bij een zeer lage water-
cementfactor (wcf) (fig. 4). Geschat wordt dat
de gemiddelde hydratatiegraad in de praktijk
na een jaar circa 80% is. Dat de hydratatiegraad
zelden 100% is, kan worden waargenomen bij
het recyclen van beton. De fijne fractie die
vrijkomt bij het breekproces vormt vaste kluiten
zodra er contact is met water. Het niet-gehy-
drateerde cement is hiervoor verantwoordelijk.
1,00
0,9
0,8
0,7
0,6
0,5
0,4
0,3
0,2
0,1
0,0 0 0,2 0,4 0,6 0,8 1
volumefractie
hydratatiegraad
vrij water
fysisch
gebonden water
C-S-H matrix
(chemisch gebonden water, de-H)
C-S-H matrix
(het C-S-deel)
ongereageerd
cement
poriën
1,00
0,9
0,8
0,7
0,6
0,5
0,4
0,3
0,2
0,1
0,0 0 0,2 0,4 0,6 0,8 1
volumefractie
hydratatie-
graad
vrij water
fysisch
gebonden water
C-S-H matrix
(chemisch gebonden water, de-H)
C-S-H matrix
(het C-S-deel)
ongereageerd
cement
poriën
max.
hydratatie
3
Hydratatiegraad = 1
voor beton met
wcf = 0,60
4
Hydratatiegraad < 1
voor beton met
wcf = 0,30
Betoniek 16-26.indd 4 05-11-18 12:47
5 November 2018 STANDAARD 16 I 26
Ontwikkeling van de druksterkte
Uit het voorgaande kunnen we afleiden dat
de ontwikkeling van de druksterkte afhankelijk
is van de voortgaande hydratatie van cement
met water. Hoe snel die verloopt, en hoe
volledig die uiteindelijk zal zijn, hangt af van
de betonsamenstelling, het toegepaste
cement en de temperatuur.
We kunnen de invloedsfactoren op ontwikke-
ling van betondruksterkte als volgt indelen:
1 betonsamenstelling
? cement(type)
? water-cementfactor
2 verhardingsomstandigheden
? temperatuur
? vocht / RV (minder van belang bij
massabeton)
? nabehandelen
3 tijd
Deze factoren kunnen niet los van elkaar
worden gezien en grijpen op elkaar in.
Betonsamenstelling
Cementtype
De snelheid van de sterkteontwikkeling kan
worden beïnvloed door de keuze voor een
cementtype en cementsterkteklasse. Gebrui-
ken we bijvoorbeeld CEM I of CEM III? Door
het relatief lage klinkeraandeel zal een CEM III
minder warmte ontwikkelen, maar daardoor
ook een tragere reactie geven. Positief is dat
deze reactie langer doorloopt dan die van CEM
I. Kiezen we voor een cement met sterkteklasse
42,5 met een normale aanvangssterkte (N) of
een sterkteklasse 52,5 met een hoge aanvangs-
sterkte (R)? Cement met sterkteklasse 52,5 R
reageert veel sneller doordat deze veel fijner is
gemalen en er daardoor in tijd makkelijker
meer cement kan reageren. Gevolg is echter
ook dat na 28 dagen de sterktetoename in de
tijd bij een snel cement relatief achterblijft ten
opzichte van een trager cement. Er heeft bij
een snel cement immers al meer cement gereageerd na 28 dagen. Het type en soort
cement zijn dus zeer bepalend voor de hydra-
tatiesnelheid. Figuur 6 laat zien dat bijvoor-
beeld CEM I 52,5 R na 91 dagen bijna geen
druksterkte meer ontwikkelt. CEM III/B 42,5
N echter vertoont tot zelfs na een jaar nog
een gestage groei van de druksterkte en pas-
seert zelfs de in aanvang zo snelle CEM I 52,5
R. Bij de keuze voor het cement kunnen we
ons niet alleen laten leiden door de druksterk-
teontwikkeling. Ook aspecten als levensduur
in relatie tot de vereiste milieuklasse(n) vragen
vanzelfsprekend aandacht.
60,0
52,5
45,0
37,5
30,0
22,5
15,0
7,5
1 3 7 14 28
druksterkte [N/mm
2]
aantal dagen verharding
0.40
0.500.600.70
wcf
100
90
80
70
60
50
40
30
20
100 0 100 200 300 400
aantal dagen verharding
druktesterkte [N/mm
2]
CEM I 42,5 NCEM I 52,5 R CEM III/B 42,5 NCEM II/B-V 42,5 N
5
Sterkteontwikkeling
van beton bij ver-
schillende water-
cementfactoren
6
Sterkteontwikkeling
van verschillende
vaak gebruikte
cementen
Betoniek 16-26.indd 5 05-11-18 12:47
6 November 2018 STANDAARD 16 I 26
Water-cementfactor
Naast de keuze voor het cement is ook de
hoeveelheid water van belang. We hebben
eerder gezien dat er voldoende water aanwezig
moet zijn om cement te laten hydrateren
(fig. 3 en 4). De benodigde hoeveelheid water
in een betonsamenstelling hangt af van de
gewenste verwerkbaarheid, waterbehoefte van
de grondstoffen (cement, eventuele vulstof en toeslagmateriaal) en of er plastificerende hulp-
stoffen worden gebruikt. De hoeveelheid
cement die hierbij nodig is, hangt af van de
maatgevende wcf. De wcf is weer afhankelijk
van de van toepassing verklaarde milieuklasse(n)
en de vereiste karakteristieke druksterkte. Elke
milieuklasse kent haar eigen maximale wcf en
minimale cementgehalte. Afhankelijk van de
milieuklasse ligt de maximale wcf volgens NEN-
EN 206/NEN 8005 tussen 0,45 en 0,70. Hierbij
is in theorie 100% hydratatiegraad nog te rea-
liseren. Bij water-cementfactoren lager dan 0,40
is er al op voorhand niet voldoende water meer
om dat te bereiken.
Een lagere wcf geeft een snellere druksterkte-
ontwikkeling in de tijd. De druksterkte na 28
dagen zal bij een lagere wcf ook hoger zijn
(fig. 5).
Niet alleen de druksterkte en de druksterkte-
ontwikkeling worden door een lage wcf posi-
tief beïnvloed, maar ook de levensduur neemt
toe. Een lage wcf vormt een cementsteen met
een dichte structuur en is beter bestand tegen
aantastingsmechanismen (fig. 7).
Specietemperatuur
De specietemperatuur bij aanmaak heeft
invloed op de snelheid waarmee de reactie
verloopt. Hoge specietemperaturen in de
zomer zorgen ervoor dat de reactie snel ver-
loopt. In de winter, bij lage temperaturen ver-
loopt deze veel trager. Minder bekend is dat
hogere specietemperaturen invloed hebben op
de kubusdruksterkte na 28 dagen verharding.
Hoge specietemperaturen geven in de regel
een lagere 28-daagse druksterkte. Dit kan
aanzienlijk zijn (fig. 8). Betonproducenten
houden hier rekening mee en compenseren het
te verwachte druksterkteverlies bij stijgende
specietemperaturen. Dit kan door verlaging
van de wcf en/of door (een deel van) het toe te
passen cement te vervangen door een cement
met een hogere sterkteklasse.
7
Verschil dichtheid
cementsteen bij
hoge(links) en lage
wcf (rechts), bron:
Mortel en Beton
0
25 50 75
100
bij aanmaak [°C]
relatieve druksterkte [%]
9 14 17 20 23 26 30
8
Afname kubusdruk-
sterkte bij stijgende
specietemperaturen,
CEM III/B 42,5 N
meer water
meer holten
minder sterkte
minder water
minder holten
meer sterkte
Betoniek 16-26.indd 6 05-11-18 12:47
7 November 2018 STANDAARD 16 I 26
Verhardingsomstandigheden
Temperatuur
Ook tijdens het verharden kan de temperatuur
van beton veranderen. Deze temperatuur kan
toenemen door de inbreng van warmte. Deze
warmte kan afkomstig zijn van een externe
bron (zon of kachel) en ook vanuit het verhar-
dende beton zelf. Vergelijkbaar als bij specie-
temperaturen heeft opwarmen van verhar-
dend beton negatieve gevolgen voor de
druksterkte na 28 dagen verharding.
Temperatuurverhoging vanuit het beton
Bij de reactie van cement en water komt
warmte vrij. Omdat deze warmte het gevolg
is van de hydratatie van cement met water
heet dit hydratatiewarmte. Deze hydratatie
-
warmte zal voor een deel wegvloeien naar de
omgeving en voor een deel het verhardende
beton zelf opwarmen met een temperatuur -
toename als gevolg. In de scheikunde han -
teert men de vuistregel dat 10 °C tempera -
tuurverhoging een verdubbeling van de
r
eactiesnelheid oplevert. Dus door dit interne
opwarmen neemt de reactiesnelheid, en
daarmee de druksterkteontwikkeling in de
tijd, toe. De hoeveelheid warmte en de snel -
heid waarmee deze warmteontwikkeling
gepaard gaat, is per cementtype en -soort
verschillend. Wanneer de betontemperatuur
door de hydratatiewarmte oploopt, kan de
uiteindelijke kubusdruksterkte achterblijven.
Uit praktijkonderzoek is gebleken dat een
30
°C betontemperatuurtoename in een
verhardende constructie tot een 20% lagere
druksterkte kan leiden.
Temperatuurverhoging door externe bron
Het verwarmen van beton is een algemeen
aanvaard principe om de sterkteontwikke -
ling van beton te versnellen. Dit principe
van ver
warmen van beton wordt zowel in de
prefab industrie als ook in de gietbouw vrij algemeen toegepast. Betonnen casco's voor
woning-/appartementenbouw worden vaak
uitgevoerd volgens het principe 'warme'
gietbouw. In de praktijk betekent dit dat de
betonspecie na storten, verdichten en
afwerken in korte tijd (< 8 à 10 uur) fors in
temperatuur wordt verhoogd tot wel 65 °C.
Hierdoor wordt weliswaar een zeer snelle
vroege sterkteontwikkeling verkregen, maar
zal het verlies aan druksterkte na 28 dagen
zeer aanzienlijk zijn en vaak meer dan 20%
bedragen.
Relatieve vochtigheid
Ook de relatieve vochtigheid heeft invloed op
de verharding van beton. Niet zozeer op de
snelheid van de hydratatie, als wel op de te
bereiken hydratatiegraad. Die invloed is er
vooral in combinatie met hoge temperaturen.
Dan bestaat het gevaar dat het verhardende
beton voortijdig uitdroogt en de aanvanke-
lijke snelle sterkteontwikkeling abrupt tot
stilstand komt. Dit gaat ten koste van de uit-
eindelijke druksterkte en is een bedreiging
voor de beoogde levensduur. In de praktijk
probeert men voortijdig uitdrogen te voorko-
men door beton goed na te behandelen.
Dit fenomeen raakt overigens alleen de
randzone van een constructie en niet de kern
van het beton.
Nabehandelen
Onder nabehandelen wordt verstaan het
treffen van maatregelen aan het betonop-
pervlak om uitdroging en/of temperatuur-
schokken te voorkomen. Dit kan door het
beton af te dekken met dampdichte en/of
isolerende materialen als folies, of het beton-
oppervlak te vernevelen met een damprem-
mende vloeistof (curing compound).
En zoals eerder in deze Betoniek aangegeven:
het hydratatieproces stopt op het moment
dat er geen water meer voorhanden is dat
met het aanwezige cement kan reageren.
Betoniek 16-26.indd 7 05-11-18 12:47
8 November 2018 STANDAARD 16 I 26
En als de reactie stopt, stopt ook de
sterkte -
ontwikkeling en het dichtgroeien van de
cementsteen. Dit risico beperkt zich tot de
randzones (dekking) van de betonconstructie.
Regelgeving over toepassing van
langetermijneigenschappen
Druksterkte en milieuklasse
Zowel de constructeur als de betontechno-
loog richt zich in het ontwerp in eerste
instantie op de druksterkte. Een constructeur
begint in de ontwerpfase met het vaststellen
van de minimaal vereiste druksterkteklasse
waaruit de afmetingen en wapeningshoeveel-
heid van de constructie worden afgeleid. Op
basis van NEN-EN 206 worden vervolgens de
relevante milieuklassen gekozen. Hierbij
wordt niet altijd onderkend dat er een relatie
is tussen de te realiseren sterkteklasse en de
maatgevende milieuklasse. Indien voor een
milieuklasse wordt gekozen met een lage wcf
kan de druksterkte mogelijk hoger uitkomen
dan de minimaal vereiste druksterkteklasse.
De betontechnoloog krijgt, meestal via de
aannemer, een sterkteklasse en milieuklassen
door. De maatgevende milieuklasse vormt de
basis voor cementkeuze, maximale wcf en
minimale cementgehalte. In combinatie met
het gekozen cement wordt de wcf berekend
waarmee de gevraagde karakteristieke beton
-
druksterkte kan worden bereikt. De laagste wcf
wordt vervolgens toegepast om tot een
mengselontwerp te komen. Het kan dus zijn
dat deze wcf door een maatgevende milieu -
klasse lager is dan voor de druksterkte is vereist.
De betonsamenstelling is dan mogelijk op het
gebied van druksterkte overgedimensioneerd.
Druksterkte na 28 dagen
De druksterkte van beton, gemeten na 28
dagen verharding onder geconditioneerde
omstandigheden, wordt van oudsher als
maatgevend gezien. Dit geldt ook voor andere,
vaak van de druksterkte afgeleide, mechanische
eigenschappen zoals E-modulus en splijttrek
-
sterkte. Het is lastig te achterhalen waarom dit
zo is. Enerzijds wordt deze termijn als redelijk
Betoniek 16-26.indd 8 05-11-18 12:47
9 November 2018 STANDAARD 16 I 26
arbitrair gezien, anderzijds zijn er ook goede
redenen voor aan te voeren. Zoals eerder in
deze Betoniek omschreven, verloopt de sterkte
-
ontwikkeling van beton in de eerste drie weken
vrij progressief en vlakt daarna sterk af (fig. 5).
Uit praktisch oogpunt moet omwille van de
voortgang van het bouwproces ook op enig
moment worden vastgesteld of de druksterkte
van het beton voldoet of niet.
In situaties waarin een constructie pas op een
veel later tijdstip constructief wordt belast,
zou kunnen worden uitgegaan van een ver-
eiste druksterkte op dit latere tijdstip. Er zou
dan voor een lagere druksterkteklasse-eis
kunnen worden gekozen op 28 dagen. De
voordelen van het ontwerpen met druksterkte
op langere termijn liggen vooral op het
gebied van milieukosten (duurzaamheid),
uitvoering (eenvoudiger, risicobeperking) en
economie (kosten). Het rekenen met de
druksterkte op langere termijn is alleen moge-
lijk indien de berekende wcf voor de druk-
sterkte lager is dan de maximale wcf voor de
maatgevende milieuklasse. Eurocode
Eurocode 2 biedt de mogelijkheid in bepaalde
situaties de druksterkte van beton vast te
stellen op een later tijdstip en/of bewaard
onder andere condities. Consequentie is dan
wel dat er op de gemeten druksterkte, indien
beproefd na meer dan 28 dagen verharding,
een reductiefactor K
t = 0,85 van toepassing is.
Dat betekent dat de gemeten druksterkte
direct met 15% moet worden afgewaardeerd.
Het maakt hierbij niet uit of er in dat geval na
29 dagen verharding wordt beproefd, 91
dagen of later! Uit inventarisatie van beschik -
bare gegevens blijkt dat voor het in
Nederland veelvuldig toegepaste beton met
CEM III/B 42,5 N LH SR de sterktetoename
tussen 28 dagen en 91 gemiddeld 17%
bedraagt. Dit is praktisch gelijk aan de ver-
plichte reductie van 15% zodra er wordt
gemeten na 28 dagen verharding. Rekenen
met druksterkten gemeten tussen 28 en 91
dagen is in de meeste gevallen volgens de
geldende regelgeving dus niet interessant.
9
Beton met ouder-
domssporen
Betoniek 16-26.indd 9 05-11-18 12:47
10 November 2018 STANDAARD 16 I 26
Onderzoeksresultaten
Er heeft veel en uitgebreid onderzoek plaats-
gevonden naar de ontwikkeling van beton-
eigenschappen in de tijd. Veel van het
onderzoek is internationaal en gebaseerd op
CEM I-cementen. Maar ook in Nederland is
onderzoek uitgevoerd naar de ontwikkeling
van betoneigenschappen op lange termijn.
Dit onder andere met CEM III/B 42,5 N LH SR
als bindmiddel.
In een uitgebreid onderzoek is gekeken naar
de druksterkteontwikkeling van 7 dagen tot
en met 91 dagen van drie betonsamenstel-
lingen met elk een andere wcf (tabel 1).
Van deze samenstellingen zijn proefkubussen
vervaardigd die respectievelijk na 7, 28, 56 en
91 dagen werden beproefd (fig. 10). Gedu-
rende de verhardingstijd zijn de proefstukken
onder dezelfde geconditioneerde omstandig- heden bewaard. In grafieken 10 t/m 13 is te
zien dat er weliswaar verschil is in absolute
druksterkte, afhankelijk van de wcf (fig. 10),
maar dat dit onderlinge verschil beperkt is
indien we de druksterkteontwikkeling in de
tijd presenteren als relatieve waarde ten
opzichte van de 28-daagse druksterkte
(fig. 11).
Ook de standaardafwijking is vergeleken. De
standaardafwijking neemt in absolute zin toe
omdat de druksterkte als gevolg van later
beproeven hoger wordt (fig. 12). Maar de
toename van de standaardafwijking is hoger
dan je zou verwachten. Dit wordt goed
zichtbaar indien je de toename van de stan-
daardafwijking presenteert als relatieve
waarde ten opzichte van de waarde na 28
dagen (fig. 13). Voor het berekenen van de
karakteristieke druksterkte op latere tijdstip-
pen is dit een belangrijk gegeven.
Tabel 1 Overzicht onderzochte mengsels
cement wcf
365 kg CEM III/B 42,5 N LH SR 0,45
345 kg CEM III/B 42,5 N LH SR 0,50
290 kg CEM III/B 42,5 N LH SR 0,60
kubusdruksterkte [N/mm
2]
0
15 30
45
60
aantal dagen verharding
0 7 28 56 91
wcf 0,60wcf 0,50wcf 0,45
relatieve kubusdruksterkte [%]
0
35 70
105
140
aantal dagen verharding
0 7 28 56 91
wcf 0,60
wcf 0,50
wcf 0,45
10
Ontwikkeling
druksterkte
11
Relatieve kubus-
druksterkteontwik-
keling (28 dagen =
100%)
Betoniek 16-26.indd 10 05-11-18 12:47
11 November 2018 STANDAARD 16 I 26
Voordelen van gebruik
betondruksterkteontwikkeling op
langere termijn
Sustainable ontwerpen
Indien een constructie later dan na 28 dagen
definitief wordt belast, zou voor een lagere
betonsterkteklasse op 28 dagen kunnen
worden gekozen. En dit kan leiden tot een
lager cementgehalte, ander cementtype en in
sommige gevallen, een lager minimaal wape-
ningspercentage. Dit kan leiden tot een
lagere CO
2-footprint, een steeds belangrijker
criterium in de ontwerpfase van bouwprojec-
ten (bijvoorbeeld in de EMVI-score).
Uitvoeringstechnisch
In de uitvoering kan er voordeel worden
behaald met het rekenen met uitgestelde
sterkte, doordat er minder warmteontwikke-
ling optreedt door beperking van het cement-
gehalte. Dit is met name bij constructies met
een grote doorsnede het geval (massabeton).
Scheurvorming tijdens de fase van afkoeling
kan worden beperkt door een minder hoge
temperatuurgradiënt, waardoor complexe
koeling mogelijk kan worden vermeden of
beperkt.
Economisch voordeel
Als door het rekenen met late sterkte de koe-
ling achterwege kan blijven, leidt dit ook tot
kostenvoordeel. Het voordeel wordt echter
beperkt door extra kosten voor een extra
meetmoment en extra bewaarcapaciteit voor
meer proefstukken. Naast de gebruikelijke
meting na 28 dagen verharding onder con-
troleproefomstandigheden, komen er ook
metingen voor de langere termijn bij (56, 91,
182 dagen, enz.).
standaardafwijking [N/mm
2]
0
1,5 3
4,5 6
aantal dagen verharding
0 7 28 56 91
wcf 0,60wcf 0,50wcf 0,45
relatiev
e standaardafwijking [N/mm
2]
0%
45% 90%
135%
180%
aantal dagen verharding
0 7 28 56 91
wcf 0,60
wcf 0,50
wcf 0,45
12
Toename stan-
daardafwijking
absoluut 13
Toename relatieve
standaardafwijking
(28 dagen = 100%)
Betoniek 16-26.indd 11 05-11-18 12:47
12 November 2018 STANDAARD 16 I 26
Tot slot
Hoewel de doorgaande sterkteontwikkeling
op lange termijn zeker kansen biedt om te
komen tot een meer economisch en duur-
zaam ontwerp, kleven er ook bezwaren aan.
Zo zullen de resultaten op langere termijn,
zeker ook in de constructie, meer spreiding
vertonen. Bestaande regelgeving maakt het
op dit moment nog niet aantrekkelijk het
keuringsmoment tussen 28 en 91 dagen
verharding te leggen, omdat sterktewinst en
opgelegde sterktereductie min of meer met
elkaar in evenwicht zijn. Nadrukkelijk wordt
nogmaals gewezen op het feit dat bij het
rekenen met druksterkte op langere termijn
een goede nabehandeling en nabehande-
lingsduur belangrijke randvoorwaarden zijn.
Doordat in de meeste gevallen de sterkteont-
wikkeling zal afnemen (trager wordt), is het
van wezenlijk belang de nabehandeling lan-
ger door te zetten. We moeten ons ook reali- seren dat we bij het rekenen met druksterkte
op termijn een voorschot nemen op de toe-
komst. Mocht er onverhoopt iets misgaan, is
de normale (reddende) overwaarde van
beton in principe verbruikt door het verschui-
ven van de benodigde sterkte van 28 dagen
naar 56, 91 of 182 dagen. Het eventuele
tekort aan sterkte wordt dan niet meer op
korte termijn ingelopen.
Literatuur
? Rooij, M. de, Cementsteen ? Basis voor
beton. Aeneas Media 2009
? Betoniek 5-3, Druksterkte op lange termijn.
? Betoniek 12-29, Sterkte op termijn.
? Stufib-rapport 20, Beton vs. Duurzaam- heid.
? CUR-Aanbeveling 122, Ontwerpen en vervaardigen van betonconstructies met
gebruikmaking van de doorgaande sterk-
teontwikkeling van beton.
Betoniek = Standaard + Vakblad
Onderdeel van het Betoniek-lidmaatschap is naast Betoniek Standaard ook
Betoniek Vakblad. Dit is een magazine op groot formaat met artikelen over onder
meer projecten, ontwikkelingen, onderzoek, regelgeving en onderwijs. Deze
artikelen worden geschreven door de lezers van Betoniek zelf. Daarin wijkt Betoniek
Vakblad dus af van Betoniek Standaard, dat volledig door een deskundige redactie
wordt geschreven. Betoniek Vakblad verschijnt vier keer per jaar. Alle artikelen zijn
te raadplegen op www.betoniek.nl. Voor leden van Betoniek is dat gratis! voor technologie en uitvoering van beton 3 2018
Stempelraam
van beton
Bekisting voor rond Depot Prefab wapening landtunnel Circulair betonP01_Cover.indd 1 05-10-18 16:04
Uitgave
Aeneas Media bv
Ruimte 4121
Veemarktkade 8
5222 AE 's-Hertogenbosch Website
www.betoniek.nl
Lezersservice
T: 073 205 10 10, E: lezersservice@aeneas.nlVormgeving
Inpladi bv, Cuijk
Redactie
T: 073 2051027, E: betoniek@aeneas.nl
Advertentieverkoop
Stefan Terpstra,
E: s.terpstra@aeneas.nl, T: 073 2051023
Lidmaatschap 2018
Jaarlidmaatschap: 4x Betoniek Standaard,
4x
Betoniek Vakblad en toegang tot het
online archief: ? 138,- (excl. btw).
Buiten Nederland geldt een toeslag voor
extra porto. Lidmaatschappen lopen per
jaar en kunnen elk gewenst moment
ingaan. Opzeggen moet telefonisch
gebeuren, uiterlijk twee maanden voor
vervaldatum. Kijk voor de mogelijkheden
van online Lidmaatschappen op
www.betoniek.nl. Betoniek wordt tevens elektronisch opge-
slagen en geëxploiteerd. Alle auteurs van
tekstbijdragen in de vorm van artikelen
of ingezonden brieven en/of makers van
beeldmateriaal worden geacht daarvan op
de hoogte te zijn en daarmee in te stemmen,
e.e.a. overeenkomstig de publicatie- en/of
inkoopvoorwaarden. Deze liggen bij de
redactie ter inzage en zijn op te vragen.
Hoewel de grootst mogelijke zorg wordt
besteed aan de inhoud van het blad, zijn
redactie en uitgever van Betoniek niet aan-
sprakelijk voor de gevolgen, van welke aard
ook, van handelingen en/of beslissingen
gebaseerd op de informatie in deze uitgave.
Niet altijd kunnen rechthebbenden van
gebruikt beeldmateriaal worden achter-
haald. Belanghebbenden kunnen contact
opnemen met de uitgever.
© Aeneas Media bv 2018
ISSN: 2352-1090
Betoniek Standaard is onderdeel van Betoniek Platform, hét kennisplatform over technologie en
uitvoering van beton. Betoniek Standaard verschijnt 4x per jaar en is een uitgave van Aeneas
Media bv, in opdracht van het Cement&BetonCentrum. In de redactie zijn vertegenw\
oordigd:
BAM Infraconsult, BTE Nederland, ENCI, Mebin, SKG-IKOB, Spanbeton en TNO\
.
Betoniek 16-26.indd 12 05-11-18 12:47
Reacties