Het loont om de betonconstructie van te slopen kantoorgebouwen te hergebruiken in nieuwe woningen. Zo is de milieulast van 'tweedehands' 75% lager dan die van nieuwe onderdelen. Ook is hergebruik 5 tot 10% goedkoper. Dat blijkt uit afstudeeronderzoek van ir. Alexandros Glias aan de TU Delft. Hij analyseerde de haalbaarheid van het donorskelet, het concept dat IMd Raadgevende Ingenieurs in 2013 introduceerde.
Kantoorgebouwen in Nederland staan massaal leeg. In principe zijn er twee oplossingen: sloop of transformatie/hergebruik. Een derde optie is het donorskelet: de constructie demonteren en de onderdelen daarvan gebruiken bij de bouw van nieuwe woningen. De levensduur van kolommen, wanden en vloeren is namelijk veel langer dan die van een gebouw. Een gebouw wordt zelden langer dan 50 jaar gebruikt (vaak veel korter), terwijl betonnen onderdelen gemakkelijk 200 jaar kunnen meegaan.
Ir. Alexandros Glias vergeleek voor de bouw van dertig nieuwbouwwoningen in detail de milieubelasting en kosten van nieuwe prefab betonnen wanden en vloeren, met die van hergebruikte onderdelen uit twee leegstaande kantoorgebouwen op Amstel III. Dat is een Amsterdams bedrijventerrein met ruim een kwart leegstand. Het bleek dat zo’n 64% van alle onderdelen technisch kon worden hergebruikt. Dit percentage wordt bepaald door de oorspronkelijke constructie, de nieuwe constructie en de mogelijkheid om de elementen op maat te zagen.
Glias onderscheidt in het donorproces zeven stappen: inventarisatie van het te slopen gebouw, kwaliteitscontrole van de onderdelen, demontage, aanpassing voor nieuw gebruik, opslag, transport en de uiteindelijke toepassing bij bouw van de nieuwe woningen. Zelfs met al deze stappen is hergebruik niet duurder, maar 5 tot 10% goedkoper dan nieuwe onderdelen. Voorwaarde daarvoor is wel dat het te slopen gebouw zelf geen waarde meer vertegenwoordigt.
Veel groter dan het financiële voordeel is de milieuwinst. Uit een gedetailleerde levenscyclusanalyse blijkt dat de milieubelasting van de donoronderdelen 75% lager is dan die van nieuwe elementen. Dit is zelfs zo als deze van 100% gerecycled materiaal zijn gemaakt. De CO2-reductie bedraagt 81%. De grootste winst zit uiteraard in de besparing op grondstoffen zoals kalksteen, klei en silica. Ook wordt er aanzienlijk op transport bespaard. Daarbij geldt dat hoe korter de afstand is tussen ‘donor’ en ‘ontvanger’, hoe groter de winst.
De bedenker van het concept, ir. Pim Peters van IMd, is blij met het onderzoek: “Het is goed dat we nu een wetenschappelijke, cijfermatige onderbouwing van het donorconcept hebben. Lang niet alle slooppanden komen in aanmerking. En de gebruiker zal moeten accepteren dat de onderdelen niet dezelfde uitstraling hebben als ‘nieuw’. Maar voor wie daadwerkelijk duurzamer wil bouwen, blijkt dit wel degelijk een technisch haalbare en profijtelijke oplossing. Zeker wat de milieubelasting betreft.”
Reacties