Jaarlijks wordt er in de Nederlandse utiliteitsbouw bijna 115000 m3 beton in druklagen toegepast, zo blijkt uit onderzoek van Consolis VBI. Vaak blijken die druklagen echter niet nodig. Met het zogenoemde druklaagloos bouwen kan de CO2-footrint omlaag. Kanaalplaten zonder druklaag zijn bovendien makkelijker te hergebruiken.
Er zijn diverse redenen waarom druklagen worden toegepast. Een aantal daarvan zijn valide, zoals lastspreiding of trillingseisen. Vaak wordt ook schijfwerking als motief gebruikt, terwijl een druklaag daarvoor niet noodzakelijk is. De voegen tussen de kanaalplaten kunnen vaak voldoende schuifspanningen opnemen. Een constructeur heeft echter vaak niet de tijd om zo’n druklaagloos alternatief te berekenen.
Druklaagloos bouwen vraagt wel om toepassing van een dikkere kanaalplaatvloer. VBI heeft recent een 500 mm dikke vloer geintroduceerd, die tot 20 m mogelijk maakt. Daarmee kan een kanaalplaatvloer van 400 mm dik in combinatie met een druklaag worden vervangen. Dezelfde aanpak gaat ook op bij dunnere kanaalplaatvloeren (260 en 320 mm).
In Capelle aan den IJssel bouwt Van Wijnen aan de Blinq, vier woongebouwen met in totaal 180 appartementen, onderling verbonden door een eenlaags parkeerdek op beganegrondniveau. De oorspronkelijke kanaalplaatvloer van 400 mm dik, met druklaag bleek niet te voldoen. Op het dek komt een daktuin van minimaal 300 mm met bomen, wat leidt tot een forse belasting. Uiteindelijk is voor de 15 m lange overspanning gekozen voor de 500 mm dikke vloer zonder druklaag. Die druklaag was constructief niet nodig. De schijfwerking is gerealiseerd door extra wapening in te storten in de beukwanden waarop de vloer rust en aan is gekoppeld.
Bron: VBI
Reacties