Een monolietvloer is een betonvloer waarvan het oppervlak, direct aansluitend aan het storten, in één arbeidsgang glad wordt afgewerkt door mechanisch afspanen (vlinderen). Bij de totstandkoming zijn veel partijen betrokken, zoals de constructeur, de aannemer, de stortploeg en de betoncentrale. Voor een optimaal resultaat is samenwerking tussen die partijen enorm belangrijk. Dit was een van de conclusies tijdens het webinar over monolietvloeren dat eerder dit jaar door Betonhuis en Betoniek werd georganiseerd.
WEBINAR
MONOLIET VLOEREN
BEVESTIGT BEL ANG
SAMENWERKINGWEBINAR
MONOLIET VLOEREN
BEVESTIGT BEL ANG
SAMENWERKING Een goede
monolietvloer
maak je samen
28 VAKBL AD 2 2021
Auteur Remco Kerkhoven, Betonhuis ? Jurjen Talsma, Kwaliteitsdienst Beton ? Ron Boonders, Vloertechniek
BV2-2021_4. monolietvloeren.indd 28BV2-2021_4. monolietvloeren.indd 28 05-07-21 13:4605-07-21 13:46
Een monolietvloer is een betonvloer waarvan het oppervlak, direct
aansluitend aan het storten, in één arbeidsgang glad wordt afgewerkt
door mechanisch afspanen (vlinderen). Bij de totstandkoming zijn
veel partijen betrokken, zoals de constructeur, de aannemer, de
stortploeg en de betoncentrale. Voor een optimaal resultaat is
samenwerking tussen die partijen enorm belangrijk. Dit was een van
de conclusies tijdens het webinar over monolietvloeren dat eerder dit
jaar door Betonhuis en Betoniek werd georganiseerd.
Een goede
monolietvloer
maak je samen
B
ij een monolietvloer wordt geen afwerk-
laag of dekvloer toegepast. De beton-
vloer en het vloeropper vlak vormen zo
één geheel. De vloeren noemt men in het jar-
gon monoliet of monolithisch afgewerkte vloe-
ren of, kortweg, 'monolietvloeren'. Er komt
veel kijken bij het maken van een kwalitatief
goede monolietvloer. Het begint bij een goed
ontwerp en de juiste hoeveelheid wapening.
Maar ook uitvoering en betonsamenstelling zijn erg belangrijk. Op die twee laatste aspec-
ten werd ingegaan tijdens het webinar Mono-
lietvloeren (zie kader).
ONTWERPCRITERIA
De criteria die een rol spelen bij het ontwerpen
van een monolietvloer worden onderscheiden
naar criteria die betrekking hebben op de con-
structieve functie en op criteria die betrekking
hebben op de gebruiksfunctie. Functies zijn
WEBINAR DUURZAME TRENDS IN BETONMORTEL
Op 18 februari 2021 organiseerden Betonhuis en Betoniek voor leden en lezers een webinar waarin
aandachtspunten werden besproken voor de uitvoering en de betonsamenstelling voor monolietvloe-
ren. Presentaties werden gegeven door Jurjen Talsma (Betonhuis / Kwaliteitsdienst Beton) en Ron
Boonders (Vloertechniek). Deze presentaties en het volledige webinar zijn terug te zien in het artikel
'Aandachtspunten monolietvloeren voor uitvoering en betonmengsel' op www.betoniek.nl.
1 Belasting uit stellingen
op een monolietvloer
2 Voor de betonvloer in het ijsstadion Thialf was vlakheid
van groot belang
29 VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_4. monolietvloeren.indd 29BV2-2021_4. monolietvloeren.indd 29 05-07-21 13:4605-07-21 13:46
bijvoorbeeld dat palletwagens vlot moeten
kunnen worden verreden en dat de vloer een-
voudig kan worden schoongemaakt. In de
praktijk wordt voor een betonnen vloer samen
met de opdrachtgever een programma van
eisen opgesteld. Hierin komen onder meer de
volgende punten aan de orde:
Constructieve functies
?
gebruiksbelastingen/toelaatbare tempera-
turen;
?
beper king scheurwijdte (NEN 1992-1);
?
dr aagvermogen van de ondergrond, beton-
samenstelling.
Gebruiksfuncties
?
g ewenste vlakheid (toelaatbare onvlakheid,
conform NEN 2747-01);
?
sli jtvastheid, ruwheid en stroefheid van de
toplaag (instrooilaag);
?
c hemische bestendigheid en vloeistofdicht -
heid;
?
af schot en afwatering;
?
elektrische isolatie.
BEL ASTING
Bij het ontwerp van een monolietvloer kunnen
twee soorten belastingen worden onderschei-
den, namelijk belastingen die betrekking heb-
ben op het gebruik, zoals transport en opslag,
en de opgelegde ver vormingen ten gevolge
van zakkingsverschil, krimp en temperatuur.
Gebruiksbelasting
De gebruiksbelasting wordt uiteraard bepaald
door het gebruik van de ruimte. Het kan bij-
voorbeeld gaan om een veelheid aan voertui-
gen die over de vloer heen rijden of om materi-
alen opgeslagen in bulk, stellingen (foto 1) of
containers. Lastig is dat in de ontwerpfase niet
altijd duidelijk is welke toepassing een
bedrijfshal zal krijgen.
Opgelegde ver vormingen
Naast gebruiksbelastingen kunnen opgelegde
ver vormingen ten gevolge van krimp, kruip en
temperatuur als belasting worden beschouwd.
Bij beton is sprake van meerdere vormen van
krimp, zoals plastische krimp, hydratatie -
krimp, thermische krimp en uitdrogingskrimp (zie voor een toelichting het BetonLexicon).
Het beheersen van de scheur vorming als
gevolg van het krimpgedrag is veelal bepalend
voor de keuze van een vloerconcept. Met name
bij het constructief ontwerp van de monoliet
-
vloer moet aan het krimpgedrag de nodige
aandacht worden geschonken, alsmede aan de
manier waarop de scheur vorming die het
gevolg hier van is, kan worden beperkt.
DR A AGVERMOGEN VAN DE ONDERGROND
Het draagvermogen van de (natuurlijke)
ondergrond is van belang bij de keuze of op
staal gefundeerd kan worden, of dat de belas -
ting met een grondverbetering of met palen
naar een diepergelegen draagkrachtige laag
wordt afgedragen. Voor het vaststellen van het
draagvermogen en zettingsgedrag van de
ondergrond is grondonderzoek noodzakelijk.
Dat kan door het uitvoeren van enkele borin-
gen, sonderingen en/of plaatproeven. Ter ver -
krijging van een goede ondergrond voor de
betonvloer wordt de toplaag van teelaarde
veelal ver vangen door een grondverbetering
van 200 à 500 mm verdicht zandbed. Dit pakket
compenseert onregelmatigheden in de dicht -
heid van de aanwezige natuurlijke ondergrond.
Soms is het nodig een dikker pakket te verwij-
deren en wordt een grondverbetering in de
vorm van ongebonden, gestabiliseerde of
lichtgebonden granulaten van diverse her -
komst toegepast. Ook schuimbeton komt hier -
voor in aanmerking.
A ANDACHTSPUNTEN IN DE UIT VOERING
Om een betonvloer te krijgen die uiteindelijk
aan de eisen en wensen voldoet, moet in de
uitvoering met veel zaken rekening worden
gehouden. In het navolgende worden er een
aantal beschreven.
A ANDACHTSPUNTEN SCHEURVORMING
Aandachtspunten om scheurvorming te voorkomen of te beperken:
?
s torten op een vlakke ondervloer (zandbed)
?
s torten op een folie ter beperking van de verhinderde vervorming
?
aanbr engen dilatatie- en/of krimpvoegen (schijnvoegen)
?
v loeren los houden van randbalken, poeren en kolommen
?
g een obstakels in ondergrond zoals balken, putten en kolomvoeten
?
t oepassing van voorspanning ter beperking van trekspanningen
?
t oepassing van wapening of staal-/kunststofvezels voor het beheersen van de scheurvorming
?
be tonmengsel zodanig samenstellen dat de krimpmaat zo laag mogelijk is
?
g oede uitvoeringstechniek met betrekking tot verdichten en nabehandelen
3 Het s
torten met een betonpomp
30 VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_4. monolietvloeren.indd 30BV2-2021_4. monolietvloeren.indd 30 05-07-21 13:4605-07-21 13:46
Wapening
Een licht bovennet geplaatst op supportliggers
die op (te) grote afstand van elkaar liggen, kan
bij het belopen door een stortploeg snel ver-
vormen met als gevolg onvoldoende en/of te
veel dekking. Bovendien kan het hierdoor
voorkomen dat het wapeningsnet niet meer
volledig door beton is omsloten. Beide aspec -
ten geven mogelijk problemen met de levens -
duur en het draagvermogen van de vloer en
kunnen leiden tot extra scheur vorming.
Ver vuiling
Tijdens het stortgereed maken van de beton-
vloer treedt er soms ver vuiling op met lichte
objecten die op de werkvloer terechtkomen.
Denk hierbij aan de filters van sigaretten, tem-
pex bolletjes, resten purschuim, plastic beker -
tjes en vallende bladeren. Deze objecten
komen tijdens het maken van de betonvloer
bovendrijven en geven een verstoring van de kwaliteit van de toplaag van de betonvloer,
soms met de noodzaak tot reparatie als gevolg.
Het is dus belangrijk de werkvloer voor de stort
goed na te lopen op ver vuilingen.
Weersomstandigheden
Bij
sterk drogende omstandigheden met wind,
zon en lage relatieve vochtigheid ontstaat een
extra risico op schade. Water dat aan het
opper vlak verdampt, geeft volumeverkleining
en daardoor krimp, wat kan leiden tot scheur -
vorming. Ook is extra aandacht nodig bij grote
verschiltemperatuur tussen dag en nacht.
Betonspecie met een temperatuur van bijvoor -
beeld 20 °C die tijdens de verharding oploopt
tot wel 40 °C, waarbij ver vorming wordt ver -
hinderd door het verhardende beton, is niet in
staat om lage ochtendtemperaturen van rond
het vriespunt op te vangen. Ook deze afkoeling
kan leiden tot scheur vorming. Over dit soort
zaken is o verleg met de betontechnoloog nodig. Hierbij moeten maatregelen worden
besproken, zoals het afdekken van de vloer
met isolatiedekens of het vooraf aanbrengen
van dilataties in plaats van die achteraf te
zagen.
Om de invloed van de weersomstandigheden
te beperken, heeft het de voorkeur in binnen-
condities te storten. Daarmee wordt onder
meer een te snelle uitdroging van de toplaag
voorkomen. Er komt geen tocht over de vloer,
er is weinig verschil tussen maximale en mini-
male etmaaltemperatuur, er is geen kans op
neerslag op de vloer, geen plaatselijke zonin-
straling op de vloer (let wel op raampartijen),
geen kans op vorstschade en een gecontro-
leerde nabehandeling is mogelijk.
Natuurlijk is binnen storten niet altijd mogelijk.
Maar vaak genoeg wordt een vloer buiten
gestort, terwijl er kort daarna een hal overeen
wordt aangebracht. En dat is zonde. En mocht
het echt niet mogelijk zijn, voorkom dan in
4
Het s
torten en verdichten van een betonvloer
31 VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_4. monolietvloeren.indd 31BV2-2021_4. monolietvloeren.indd 31 05-07-21 13:4605-07-21 13:46
ieder geval dat je in de regen moet storten. Stel
bij extreem weer de stort desnoods één of
meer dagen uit.
Aanvoer
De betonmortel wordt aangevoerd met een
kubel, betonpomp of betondumper. Voor een
kubel is een kraan nodig die voldoende ruimte
krijgt om te manoeuvreren, terwijl een beton-
dumper zonder belemmeringen over een ste-
vige ondergrond moet kunnen rijden waarbij
geen spoor vorming ontstaat. Dit is alleen
mogelijk bij vloeren in ongewapend beton of
beton met staal-/kunststofvezels. Bij het stor -
ten met een betonpomp moet het mengsel van
de betonmortel worden afgestemd op de
lengte van de aansluitende leidingen en de dia-
meter van de leiding of slang. In alle gevallen
moet een doordacht stortplan worden opge -
steld.
Tijdens de gehele periode van aanvoer van
betonmortel is het van belang dat deze aan-
voer goed gedoseerd en continu plaatsvindt.
5 Door het v erdichten ontstaat enig transport van water en fijne delen naar het opper vlak
6
V lindermachine met twee rotors
32 VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_4. monolietvloeren.indd 32BV2-2021_4. monolietvloeren.indd 32 05-07-21 13:4605-07-21 13:46
Hiermee worden stortnaden voorkomen.
Speciale aandacht moet uitgaan naar de kwali-
teit van de consistentie van de sluitvracht,
omdat de deze vaak wordt aangebracht ter
plaatse van deuropeningen.
Verdichten
Betonmortel lijkt vaak 'zelfverdichtend' maar is
dat zelden en moet wel degelijk worden ver-
dicht. Uiteraard is het type trilnaald afhankelijk
van de consistentie en het gebruik van rond of
gebroken toeslagmateriaal. Waar het om gaat,
is dat tijdens het afwerken (vlinderen) er geen
water/lucht meer omhoogkomt en onder het
dichtgeschuurde/gevlinderde opper vlak blijft
hangen.
Bleeding
Bleeding is een vorm van ontmenging waarbij
water uit de betonmortel omhoogkomt. Na het
storten en verdichten van betonmortel kan
enige waterafscheiding optreden (fig. 5). In
plaats van waterafscheiding wordt meestal de
term 'bleeding' gebruikt. Wanneer dat in
beperkte mate gebeurt, is het absoluut niet
schadelijk. In veel gevallen voorkomt een lichte
mate van bleeding zelfs voortijdige uitdroging
van het betonopper vlak. Overmatige wateraf -
scheiding wijst op een instabiele betonmortel.
In verticale bekistingsopper vlakken kan over -
matige waterafscheiding de oorzaak zijn van
zogenoemde zandlopers en/of waterblazen.
Overmatig bleedingwater op het gevlakte
opper vlak moet voor het vlinderen worden
verwijderd.
Afwerken
Na het storten en verdichten moet de vloer
worden afgewerkt. Dit kan handmatig, bijvoor -
beeld met een houten schuurblok of stalen
spaan. Voor grote opper vlakken wordt een
machine ingezet. Dit noemen we vlinderen. De
vlindermachine heeft een rotor waarop een
schijf of spanen zijn gemonteerd met een dia-
meter variërend van 500 tot 1200 mm. De rotor
draait langzaam rond, waardoor de spanen
over het beton wrijven. Naast deze vlinderma-
chine met enkele rotor bestaan er ook machi-
nes met twee en zelfs met drie rotors. Bij deze
typen zit de afwerker op de machine.
De wijze van afwerking wordt bepaald door het
vloerenbedrijf op basis van de eisen van de
opdrachtgever. De wensen en verwachtingen
over het moment waarop de afwerking kan starten, bijvoorbeeld x
uur na aanvang van het
stort, moet vooraf, bij opdracht, besproken
worden tussen vloerenbedrijf en betonmortel-
leverancier.
Door te vroeg starten met afwerken, bijvoor -
beeld door uitdroging van de toplaag (korst -
vorming), kan delaminatie ontstaan. Ook het
aanbrengen van een instrooilaag kan leiden tot
een korst waarop men in feite te vroeg begint
met vlinderen. Door de werking van de vlinder -
machines worden niet-verwijderde luchtin-
sluitingen alsnog naar boven gewerkt, maar
kan de korst niet meer doorkomen en blijft
daaronder als een luchtkussen hangen.
Nabehandeling
Direct aansluitend aan het vlinderen moet het
vloeropper vlak verder worden nabehandeld.
Dit is noodzakelijk om te voorkomen dat water,
onmisbaar voor de binding in de toplaag, ver -
dampt door temperatuur en/of tocht (fig. 7).
Nabehandelen kan met curing compound (foto
8). Er moet daarbij een watergedragen curing
worden gebruikt. Een curing op basis van
paraffine is hier voor ongeschikt. Andere
methoden zijn de vloer nathouden met bijvoor -
beeld een nevelgordijn boven het vloeropper-
vlak , afdekken met folie of curingvilt. Belang-
rijk is dat de nabehandeling over het volledige
opper vlak (overlappend) wordt aangebracht.
TOESL AGMATERIA AL ZONDER OERHOUT
Als een opdrachtgever geen risico's wil en
geen reparaties die door oerhout zijn ont -
staan, is er een alternatief. In plaats van grind
kan dan gebroken toeslagmateriaal zoals gra-
niet of kalksteen worden gebruikt. Dit materi-
aal is op de betoncentrale niet standaard op
voorraad. Informeer vooraf naar de mogelijk -
heden in verband met de levertijden.
Normaal gebeurt nabehandelen pas nadat de
vlindermachines klaar zijn. Maar tussen het
verdichten van het beton en de start van het
vlinderen, zit vaak behoorlijk wat tijd. Een peri-
ode waarin de kwaliteit van de toplaag al
behoorlijk achteruit kan gaan. Daarom kan ook
een zogenoemde intermediate curing worden
toegepast, een curing die wordt aangebracht
direct na het storten en dus voordat wordt
gevlinderd. Dat vergt wat aanpassingen in het
proces. Over het geschikte middel kan advies
worden ingewonnen bij de leverancier.
Snelheid
Om het verhardingsproces van een betonmeng-
sel in de plastische fase te versnellen, wordt,
zeker bij koud weer, nog wel eens een deel van
het cement ver vangen door een sneller reage -
7 Een juiste
nabehandeling van het
beton zal uitdroging
voorkomen en
plastische krimp tot een
minimum beperken
33 VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_4. monolietvloeren.indd 33BV2-2021_4. monolietvloeren.indd 33 05-07-21 13:4605-07-21 13:46
rend cement. Het toepassen van versnellers in
de betonmortel heeft een gelijk effect. In dat
laatste geval is het belangrijk dat de technoloog
het product goed kent en een juist advies kan
geven over de verhardende fase, want er is nog
niet overal evenveel er varing mee.
Toepassing van snelreagerende cementen
komt het CO
2-profiel van het mengsel niet ten
goede. Maar aan de andere kant moet je niet te
veel concessies doen om het milieu te sparen,
althans niet op korte termijn. Hoewel het
terugdringen van CO
2 heel belangrijk is, is dat
bij monolietvloeren niet altijd verstandig. Een
echt duurzame vloer, is een vloer die lang mee -
gaat en als het proces te veel wordt verstoord
kan die kwaliteit worden ondermijnd. Soms
kan het dus beter zijn een wat robuuster meng-
sel toe te passen. Een alternatief is meer tijd te
nemen tijdens de uitvoering, zodat het beton
voldoende tijd heeft om te verharden.
A ANDACHTSPUNTEN
BETONSAMENSTELLING
Naast de uitvoering, moet er ook aan de beton-
samenstelling veel aandacht worden besteed.
Sterkte
Bij betonsamenstellingen met een water-bind-
middelfactor (wbf) ? 0,50, zal de sterkte in het
werk vaak hoger zijn dan bijvoorbeeld een
bestelde sterkteklasse C20/25 of C30/37 doet
vermoeden. Hierdoor bestaat de kans dat de op
die sterkteklasse(n) berekende wapenings -
hoeveelheid ontoereikend is en extra scheur -
vorming kan optreden.
Toeslagmaterialen
In het algemeen zijn de gebruikelijke natuur -
lijke toeslagmaterialen zand en grind goed
toepasbaar. Keuze voor de korrelgrootte is
belangrijk. Een kleine korrel is gunstig bij een
dicht wapeningsnet en wordt ook vaak toege -
past voor de verpompbaarheid. Het is echter
nadelig voor de waterbehoefte. Een dicht
wapeningsnet is gunstig ten aanzien van
scheurbeheersing, maar een lage waterbe -
hoefte ook. Hier moet een goede balans in
worden gevonden.
Een belangrijk aandachtspunt bij natuurlijke
toeslagmaterialen is de mogelijke verontreini-
ging met oerhout. Houtdeeltjes en versteend
hout uit het toeslagmateriaal kunnen na ver -
loop van tijd aan het opper vlak zichtbaar wor -
den en putjes in het opper vlak veroorzaken. Zelfs hoeveelheden die ver beneden de toege
-
stane verontreiniging liggen, kunnen tot onge -
wenste putvorming leiden. Het verdient
daarom aanbeveling zowel potentieel verdacht
toeslagmateriaal (een lading met veel oer -
hout) als betongranulaten alleen als grondstof
voor monolietvloeren te gebruiken als deze
voldoende vrij zijn van lichte bestanddelen.
Afstemming betonmortelsamenstelling
Vanuit de vele mogelijkheden en diversiteit van
grondstoffen zoals toeslagmaterialen, cement -
soorten, hulpstoffen en vulstoffen is het niet
mogelijk een eenduidige aanbeveling te geven
over de betonsamenstelling voor monolietvloe -
ren. Het is daarom van groot belang de diverse
prestatie-eisen van de bedrijfsvloer vast te leg-
gen en de betontechnoloog in de voorberei-
dingsfase hierbij te betrekken. Houd bij opgave
consistentieklasse rekening met de wijze van
transport op de bouwplaats. Als dit met een
betonpomp plaatsvindt, moet er rekening wor -
den gehouden met aspecten als 'uit de giek' en
'op leiding'. Ook bij het verpompen van beton-
mortel moet zoals gezegd rekening worden
gehouden met de lengte van de leidingstraat, de
doorsnede van de leiding en het aantal bochten
in deze leidingstraat.
VAKMANSCHAP
Het realiseren van een kwalitatief goede
monolietvloer is vakwerk. Het begint bij een
goed ontwerp met voldoende wapening. Ook
de juiste mengselkeuze en een deugdelijke uit -
voering, met bijvoorbeeld genoeg aandacht
voor nabehandeling, zijn van belang. Een
goede vloer maak je dus samen. Goede com-
municatie is dus essentieel.
8 N
abehandelen met curing compound
34 VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_4. monolietvloeren.indd 34BV2-2021_4. monolietvloeren.indd 34 05-07-21 13:4605-07-21 13:46
Webinar Monolietvloeren
Op 18 februari 2021 organiseerden Betonhuis en Betoniek voor leden en lezers een webinar waarin aandachtspunten werden besproken voor de uitvoering en de betonsamenstelling voor monolietvloeren. Presentaties werden gegeven door Jurjen Talsma (Betonhuis / Kwaliteitsdienst Beton) en Ron Boonders (Vloertechniek). Deze presentaties en het volledige webinar zijn terug te zien in het artikel ‘Aandachtspunten monolietvloeren voor uitvoering en betonmengsel’.
Reacties