De orderportefeuille in de burgerlijke en utiliteitsbouw (b&u) is in september met 0,1 maand toegenomen ten opzichte van augustus. De werkvoorraad steeg naar respectievelijk 6,7 en 6,8 maanden. Dit blijkt uit een conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van oktober 2014, uitgevoerd door het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB).
Voor de sector grond-, water- en wegenbouw is de orderportefeuille in september gedaald met 0,1 maand naar exact 6 maanden. Binnen de gww liepen de ontwikkelingen uiteen. Voor de wegenbouw steeg de werkvoorraad met 0,3 maand terwijl deze in de grond- en waterbouw afnam met 0,4 maand. De orderportefeuille voor wegenbouw komt nu uit op 5,6 maanden, die voor grond- en waterbouw 6,5 maanden.
In de gehele bouwsector is de orderportefeuille per saldo toegenomen met 0,1 maand en staat nu op 6,6 maanden. Van de bouwbedrijven geeft ruim de helft aan geen stagnatie in onderhanden werk te ondervinden en een derde ervaart stagnatie als gevolg van onvoldoende orders. De helft van de bedrijven beoordeelt zijn huidige orderpositie als normaal, terwijl ruim een derde deze klein vindt (figuur 1).
De conjunctuurmeting in de bouwnijverheid wordt door het EIB uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ruim 400 hoofdaannemersbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.
Reacties