De instorting van het dak van de Grolsch Veste in 2011 gebeurde doordat essentiële onderdelen ontbraken. Deze gevaarlijke situatie is door niemand herkend. Dit is onder meer te wijten aan de hoge tijdsdruk en gebrek aan controle. Dat blijkt uit het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, dat op 3 juli is gepubliceerd. Bij het ongeval vielen twee doden en negen gewonden, waarvan enkelen ernstig gewond raakten.
Bij het voetbalstadion werd in de zomer van 2011 een uitbreiding van de tribune gebouwd. Het ontwerp van deze uitbreiding was gebaseerd op de eerdere, gelijke uitbreiding en werd door dezelfde bedrijven uitgevoerd. Deze bedrijven vertrouwden op hun ervaring met het eerdere bouwproject in plaats van de nieuwe bouwconstructie tijdens de bouw te blijven controleren. De hoofdaannemer had een coördinatie- en controleverplichting, maar nam geen maatregelen om de stabiliteit van de bouwconstructie te waarborgen terwijl er zichtbaar onderdelen ontbraken. Bovendien besloot de hoofdaannemer onder druk van de opleverdatum de oorspronkelijke planning los te laten en de afbouw van de tribune parallel te laten uitvoeren met de opbouw van constructie.
Op de dag van het ongeval ontbraken alle koppelstaven aan de achterzijde in het rechte deel van de primaire constructie. Deze koppelstaven waren weggelaten vanwege het uitgelopen werk aan de trappenhuizen. Om de afbouw met dakplaten te vergemakkelijken, was op het dak ook een aantal stabiliteitsverbanden weggelaten. Om dit te ondervangen, waren weliswaar enkele tijdelijke voorzieningen aangebracht in de vorm van staalkabels, maar in de ochtend van 7 juli werd één van deze kabels weer verwijderd om het werk van de nettenbouwers te vergemakkelijken. Hierdoor werd spant 8 van de constructie niet langer gestabiliseerd. Instabiliteit is de hoofdoorzaak van het ongeval geweest. Uit het onderzoek blijkt bovendien dat de verschillende onderdelen van de constructie niet goed op elkaar pasten. Desondanks is de bouw voortgezet, waardoor de stalen onderdelen met kracht gemonteerd moesten worden en vervormd raakten. Hierdoor is de belastbaarheid van de gehele constructie afgenomen.
Hoewel essentiële onderdelen ontbraken, werd de staalconstructie van het dak in aanbouw al wel belast. Aan de constructie hingen twee hangbruggen (samen circa 3.000 kilo). Op het dak lagen dakplaten (35.000 kilo). De videowall die werd opgehangen, weegt ruim 8.000 kilo. Daarnaast werd het dak belast met het gewicht van de tien werknemers die aan de afbouw werkten. Rond het middaguur stortte op 7 juli het dak in. Op dat moment waren twaalf mensen aan het werk op of onder het dak. Twee medewerkers zijn omgekomen en negen raakten gewond, waarvan enkele ernstig. Eén persoon liep geen lichamelijk letsel op.
Lees ook het bericht Veiligheidsbesef bouwsector moet omhoog
Reacties