Het ontwerp, de Cranefree Gravity foundation, is gebaseerd op ervaringen van de Noren in de offshore olie- en gasindustrie. Het onderzeese deel van een windmolen, de fundering, bestaat uit een holle betonnen voet en een stalen opbouw voor de pyloon en de turbine. Een sleepboot brengt de kolos naar de plaats van bestemming. Ter plekke vult de constructie zich langzaam met zeewater en zinkt rechtop naar de zeebodem. De voet graaft zichzelf in met behulp van stalen platen. Een betonlaag zorgt voor stevige fixatie.

“De verwachte kostenbesparing bij een groot project van 80 tot 90 stuks is ongeveer 25%”, zegt Niels Brix, hoofd communicatie bij Seatower. In de commerciële fase wil het bedrijf de fabricage van de betonnen delen uitbesteden aan lokale partijen en verwacht enkele honderden fundamenten per jaar te kunnen leveren.

De werkwijze is ook milieuvriendelijker doordat er niet hoeft te worden geheid en er dus geen lawaai en trillingen worden veroorzaakt. Heiwerkzaamheden in de Noordzee zijn aan strenge milieuregels gebonden, om het zeeleven niet te verstoren.

De nieuwe methode is niet geschikt voor ondiepe wateren. Op rotsachtige bodems is een extra laag beton nodig waarin de voet zich na het afzinken kan vastzetten.

In een demonstratieproject in het Kanaal voor de kust van Normandië volgt de vuurdoop. Begin 2015 begint circa 13 km uit de kust de bouw van het zeewindpark Fécamp. Dit is de laatste fase voordat de fundering definitief op de markt komt.