Theo Salet behaalde zijn ingenieursdiploma op de TU/e in 1986. Zijn promotieonderzoek richtte zich op het constructieve gedrag van sandwichconstructies met geschuimde betonkernen. Na zijn promotie in 1990 begon Salet zijn carrière bij SGS Intron in Sittard. In 1998 ging hij werken bij Witteveen + Bos. Als projectleider, senior adviseur en contractmanager was hij verantwoordelijk voor het ontwerp en beheer van grote infrastructuurprojecten (onder meer Noord/Zuidlijn) en gebouwen. In 2012 werd Salet benoemd tot deeltijdhoogleraar aan de TU/e. Verder is Salet momenteel onder meer voorzitter van Stufib, lid van het bestuur van de Betonvereniging en lid van de redactieraad van Cement.

Als decaan neemt hij het stokje over van prof. Elphi Nelissen. Na haar tweede termijn als decaan, zal zij de leerstoel Building Performance overnemen van prof. Jan Hensen, die later dit jaar met pensioen gaat.

Rector Magnificus Frank Baaijens: "De TU/e kan trots zijn op deze benoeming. Theo Salet is iemand die hier is opgeleid, een schat aan ervaring heeft in de branche en een uitstekende staat van dienst op het gebied van academisch onderzoek."

Theo Salet is vereerd door zijn benoeming tot decaan. “Onze faculteit wordt gewaardeerd om de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek. De veelheid van disciplines – architectuur, bouwfysica, constructief ontwerp en stedenbouw – onder één dak is uniek.” Salet heeft ambitie in zijn rol als decaan. Hij wil de faculteit verder brengen en een prominente rol geven in ontwikkeling en innovatie binnen de sector.

“Onze gebouwde omgeving staat de komende decennia voor grote uitdagingen”, zegt Salet. “Verstedelijking vraagt om meer betaalbare en duurzame huisvesting en veel van de huidige infrastructuur is aan het einde van zijn ontwerp-levensduur. Voeg daarbij nieuwe vormen van mobiliteit en de Internet of Things-gerelateerde vragen van onze gebouwde omgeving. He tis een grote en complexe uitdaging.” Salet ziet het als zijn missie binnen de faculteit Bouwkunde om ingenieurs op te leiden die zullen werken aan complexe systemen, zoals een stad, een gebouw of een civiele structuur. “Ik zie in de nabije toekomst drie prioriteiten: meer academisch onderzoek, verkenning van nieuwe onderzoeksgebieden en onderwijsvernieuwing. Deze universiteit en deze faculteit moeten tot de top van de academische wereld gaan behoren, met een multidisciplinaire visie en aanpak in samenwerking met de industrie.