In Europees verband wordt druk gewerkt aan een nieuw systeem voor het ontwerpen van betonconstructies op levensduur. Belangrijke plek wordt daarin ingenomen door de zogenoemde Exposure Resistance Classes. Daarbij wordt uitgegaan van een prestatiegerichte benadering in plaats van de huidige receptmatige aanpak. Dit alles heeft verstrekkende gevolgen voor het vaststellen van onder meer de dikte van de betondekking, het cementgehalte en de cementsoort. Joost Gulikers van Rijkswaterstaat gaf tijdens een Stufib/Stutech-avond op 2 november een toelichting op de ontwikkelingen.
Binnen CEN zijn momenteel diverse werkgroepen actief die zich bezighouden met aanpassingen van zowel NEN-EN 1992-1-1 (CEN TC250) als EN 206 (CEN TC104). Nieuwe versies van deze normen zijn voorzien rond 2021. Bij deze ontwikkeling wordt voortgeborduurd op de fib Model Code 2010. Een van de doelen is het zo veel mogelijk terugdringen van het aantal NDP’s (Nationally Determined Parameters). Er moet ook een einde komen aan de grote verschillen tussen de diverse landen in eisen aan water-cementfactor in relatie tot de dekking. Ook moet het onderscheid in eigenschappen tussen de verschillende cementsoorten beter tot uiting komen.
De introductie van de Exposure Resistance Classes (weerstandsklassen) houdt in dat in de toekomst iedere betonsamenstelling niet alleen gekarakteriseerd zal worden door een consistentieklasse en een sterkteklasse, maar ook door meerdere weerstandsklassen. Iedere weerstandklasse is gekoppeld aan een specifiek degradatiemechanisme: carbonatatie, chloride-indringing, vorst-dooi en chemische aantasting. In tegenstelling tot de huidige ‘deemed-to-satisfy’ benadering, die resulteert in een eenduidige dikte van de benodigde betondekking, ontstaat in de nieuwe systematiek meer keuzevrijheid. Zo kan in de toekomst een keuze worden gemaakt in drie diktes van de betondekking, waarbij een hogere betonkwaliteit wordt vereist, naarmate een lagere dekking wordt gekozen. Dit heeft weer aanzienlijke consequenties voor de daartoe benodigde betonsamenstelling. In de voorlopige versie gaat gemiddeld genomen ook de betondekking omhoog.
Het huidige systeem van milieuklassen blijft overigens gehandhaafd.
Behalve de vastgestelde waarden ten aanzien van betonsamenstelling in een tabel, komt er ook een mogelijkheid om de prestaties van een beton op het gebied van levensduur aan te tonen met gestandaardiseerde laboratoriumproeven, bijvoorbeeld een diffusieproef voor de bepaling van de weerstand tegen chloride-indringing van een specifiek betonmengsel. In dat laatste geval is de betontechnoloog niet meer gebonden aan strikte eisen ten aanzien van maximum wcf en minimum cementgehalte.
De introductie van Exposure Resistance Classes heeft voor zowel de ontwerper als de betontechnoloog grote gevolgen. Daarom is inmiddels een Stutech-werkgroep ingesteld die de betontechnologische aspecten beschouwt.
Reacties