Voorbij Prefab heeft als eerste prefab-betonfabriek het KOMO-certificaat BRL 2800 'Montage van constructieve prefab betonelementen' behaald. Met het procescertificaat toont het bedrijf aan dat het montageproces van woningcasco's op de bouwplaats volledig onder controle en geborgd is. De beoordelingsrichtlijn is afgestemd op de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb).
Het eerste certificaat werd door Jeroen Pos van KIWA overhandigd aan Alexander van Tintelen, directeur van Voorbij Prefab, en Edwin Boom van BT Consul, die als KAM-coördinator bij Voorbij Prefab het hele certificeringsproces heeft begeleid.
De BRL 2800 toetst op alle belangrijke momenten in het uitvoeringsproces: bij de opdrachtvorming, bij de werkvoorbereiding en het maken van het montageplan en tenslotte bij de daadwerkelijke uitvoering van de montage. Bij de uitvoering wordt gelet op onder meer het gebruik van mortels voor het aangieten en of ondersabelen van de constructie, de stelblokjes, bekistingen en hulpconstructies, wapening en achteraf aan te brengen ankers. Ook worden er eisen gesteld aan het kwaliteitssysteem, waaronder de interne kwaliteitsbewaking, de contractbeoordeling, de inkoop, documentatie en de kwalificaties van personeel.
De Wet Kwaliteitsborging is per 1 januari gefaseerd 2024 ingevoerd en geldt al direct voor de bouw van grondgebonden woningen. Het doel is het verbeteren van de bouwkwaliteit van gebouwen en verminderen van bouwfouten en gebreken, zoals constructiefouten, brandonveilige situaties, onvoldoende isolatie of een slecht functionerende ventilatie.
Door de BRL 2800 mogen private kwaliteitsborgers gebruikmaken van de resultaten uit het borgingssysteem van de bouwer. Hierdoor kan de kwaliteitsborger volstaan met een minder uitgebreid toezicht. Het is een belangrijke stap naar een snellere, hoogwaardige woningbouwproductie, en daarmee de betaalbaarheid van kwalitatieve woningen.
Reacties