Prof.dr.ir. Joost Walraven stopt officieel per 1 februari 2012 als hoogleraar betonconstructies aan de TU Delft. Op woensdag 14 december hield hij zijn afscheidsrede.
Walraven blikte in zijn rede terug op een indrukwekkende carrière. Hij heeft aan de wieg gestaan van enkele belangwekkende innovaties. Bekend is zijn rol bij de introductie van hogesterktebeton in Nederland. De tweede Stichtse brug, de eerste grote voorgespannen brug in de wereld, kon mede dankzij zijn inzet worden gerealiseerd (1997). Ook zorgde Walraven er persoonlijk voor dat de Japanse technologie voor het vervaardigen van zelfverdichtend beton (Japanse methode) in Nederland kon worden toegepast. De eerste toepassing van het materiaal vond plaats in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag (1998). Hoewel de grote voorsprong die Nederland op dit terrein had inmiddels verleden tijd is, zijn de ontwikkelingen daarna verder gaan. Inmiddels ligt de focus op vezelversterkt ultra-hogesterktebeton. De prijswinnende Gooisebrug in De Meern is een van de recente voorbeelden.
Een belangrijk aandachtspunt van de laatste jaren is bestaande constructies. Met “het meest interessante nieuwe beton is oud beton” onderstreepte Walraven het belang van goed inzicht in bestaande constructies. Inmiddels is er veel meer bekend over de afschuifsterkte van bestaande bruggen. Hierdoor kan een goed oordeel worden gegeven over de restcapaciteit en kunnen kostbare renovatieprojecten worden voorkomen.
Walraven stipte ook de discussie aan over de onzichtbaarheid van civiel ingenieurs. Dat in relatie tot de hoge faalkosten in de bouw. Er moet volgens Walraven meer aandacht worden gevestigd op robuustheid van constructies. Hierdoor moet worden voorkomen dat kleinschalig falen leidt tot grote gevolgen.
Hierbij is een gedegen opleiding van groot belang. Walraven roemde de initiatieven van het constructeursregister, Technology in Sustainable Development' (TiSD) en het ABC meldpunt.
De financiële steun aan universiteiten neemt echter af. “Het kan niet anders dan dat dat negatieve gevolgen heeft voor de kwaliteit van het onderwijs,” aldus een bezorgde Walraven. Het argument dat Nederland met vier universiteiten in de top 100 nog altijd erg goed scoort in de ranglijst van wereldwijde universiteiten vindt hij erg relatief.
Toch zijn er volgens Walraven nog volop kansen: “We moeten creatiever worden in het werven van fondsen. Initiatieven als IS2C van het STW en het speerpuntenprogramma van 3TU zijn mooie voorbeelden van succesvolle fondsenwerving. Met dit soort initiatieven moeten bedrijfsleven, onderzoek en onderwijs dichter bij elkaar komen."
Na de rede van Walraven werd hij in het zonnetje gezet door een aantal collega’s. Bij afwezigheid van Rector Magnificus prof.ir. Karl Luyben nam conrector prof.dr.ir. Peter Wieringa het woord. Hij noemde de vele activiteiten waaronder zijn inzet voor fib en zijn inbreng bij de totstandkoming van betonnormen. De kersverse decaan van de faculteit CiTG prof.dr.ir. Bert Geerken memoreerde het afschuifdraagvermogen van beton dat als een rode draad door Walravens carrière loopt. Collega en vriend prof.dr.ir. Luc Taerwe van de Universiteit Gent hield een persoonlijke toespraak en dr.ir. Cees Blom ten slotte, kon putten uit zijn ervaringen als promovendus.
De komende periode zal Walraven wel nog actief blijven, onder meer voor zijn nog zeven lopende promotieonderzoeken.
- Interview Joost Walraven in Cement 2008/8
Reacties