Walraven ontving de onderscheiding uit handen van Gordon Clark, de president van fib. Hij roemde Walravens bijdragen op het gebied van dwarskracht, scheurwijdte, krimp en kruip, rotatiecapaciteit en het gedrag van prefab beton. Ook zijn inspanningen voor nieuwe betonsoorten zoals hogesterktebeton, zelfverdichtend beton en UHPC zijn van niet te onderschatten waarde geweest.

In fib-verband (en voorganger CEB) was Walraven zeer actief. Zo was hij lid van diverse commissies en werkgroepen en in dat verband verantwoordelijk voor een aantal belangrijke fib-bulletins. Van 2000 tot 2002 was hij president. Bijzonder is ook de belangrijke stempel die hij heeft gedrukt op de Model Code 2010.

Ook bij CEN, het Europese Normalisatie Instituut, heeft hij zijn sporen verdiend. Zo was hij van 1998 tot 2002 voorzitter van het projectteam Eurocode 2 en van 1994 tot 2000 voorzitter van de Technische commisie kanaalplaatvloeren (TC299).

De Freyssinet Medal wordt eens in de vier jaar uitgereikt. Het is de vierde keer dat dit gebeurt. Walravens voorgangers zijn:

2002      John E. Breen (VS) en Gert König (Duitsland)2006      Heinz Isler (1926-2009, Zwitzerland) en Michel Virlogeux (Frankrijk)2010      Nigel Priestley (Nieuw Zeeland) en Jiri Strasky (Tsjechië)

Opvolger van Walraven als hoogleraar Betonconstructies aan de TU Delft en hoofredacteur van Cement prof.dr.ir. Dick Hordijk, was getuige van de uitreiking. Hij onderstreept het belang dat Walraven heeft gehad voor het materiaal beton.