Het was een paar jaar na het behalen van mijn ir-titel als constructief ontwerper aan de TU/e. Ik werkte als Sales Engineer en verkocht (bouwkundige) CAE-software. Er komt een telefoontje binnen dat door de receptie naar mij wordt doorgezet, de afdeling Sales. De man aan de andere kant reageert teleurgesteld als hij een vrouw aan de lijn krijgt en zegt "oh, ik had toch echt gevraagd naar iemand die iets van de techniek weet". Ik vertel dat ik constructeur ben, wellicht dus wel kan helpen bij de technische vraag. Het valt stil, daarna biedt hij wat ongemakkelijk zijn excuus aan.
Deze column heeft de titel "Mevrouw, waar kan ik mijn jas ophangen?". Het is illustratief voor de vele situaties waarin ik in een mannelijk gezelschap werd gezien als degene die een ondersteunende, facilitaire of administratieve rol had. Het leidde veelal tot hilarische situaties, want ik leerde al snel dat ik er met een goede grap mijn voordeel mee kon doen. Want als vrouw in een mannenwereld word je niet snel vergeten. Dus na 0-1 kom je al snel op 3-1 voor.
Nu, ruim twintig jaar later, kan ik nog tal van vergelijkbare situaties benoemen; het gebeurt nog steeds met regelmaat. Het is allemaal vrij onschuldig natuurlijk, kwestie van verkeerde inschatting. Maar er zijn natuurlijk ook situaties die wel bepalend kunnen zijn voor de kansen die zich voordoen, vanuit beide kanten bekeken.
Na een jaar lang columns te hebben geschreven over de verduurzaming van beton, schrijf ik deze keer over het benutten van diversiteit in onze sector. Een compleet ander onderwerp? Nee. Het is een belangrijk instrument om te innoveren en daarmee ook van belang bij het behalen van onze klimaatdoelstellingen. Diversiteit heeft onze sector nodig om mee te bewegen in de uitdagingen waar we voor gesteld staan. Je zult begrijpen dat diversiteit voor mij veel verder gaat dan genderdiversiteit. We bouwen voor de maatschappij en daarmee zouden de bedenkers en bouwers idealiter een goede weerspiegeling moeten zijn van onze maatschappij. Leeftijd, culturele achtergrond, gender, opleiding, persoonlijkheid, een mooie mix van talenten hebben we nodig om grote stappen te kunnen zetten. Dat vraagt om leiders die dat faciliteren. Om leiders die ervoor zorgen dat de diversiteit aan gedachten en ideeën op tafel komt. Om leiders die in discussies en gesprekken eenieder de ruimte geeft om gehoord te worden.
Maar is het nu niet vaak zo dat degene die het woord steeds neemt ook de ruimte krijgt? Hoe krijgen we dan al die kennis uit de organisatie op tafel?
Ik herinner me nog haarscherp de situatie waarin ik samen met een afdelingshoofd twee kandidaten sprak voor een beschikbare positie als werkvoorbereider. Beide kandidaten kwamen net van een vergelijkbare HBO-opleiding en hadden beiden geen relevante werkervaring. De mannelijke kandidaat zegt: "Geen probleem, ik kan dit". De vrouwelijke kandidaat zegt: "Ik denk wel dat ik het kan, maar ik heb het nog nooit gedaan". Het mannelijke afdelingshoofd concludeert; we gaan voor de man, de vrouw twijfelt te veel aan zichzelf. Grappig genoeg luisterde ik heel anders en hoorde ik een eerlijke reflectie van de vrouw en vond ik de man een beetje arrogant overkomen. Hoe kan hij immers weten dat hij het kan? Dit illustreert hoe waardevol het is om de selectiecommissies divers te laten zijn. Het afdelingshoofd koos trouwens uiteindelijk voor de vrouwelijke kandidaat, ons gesprek had hem aan het denken gezet. Ze bleek een uitstekende werkvoorbereider te zijn.
Er komen ook momenten dat je zelf solliciteert naar een nieuwe rol, in dit geval binnen de organisatie waar ik toen werkzaam was. Ik was ook eerlijk, vertelde over mijn ervaring met een aantal relevante zaken, maar vertelde ook dat ik in een bepaald aspect van de rol nog geen ervaring had en me daarin nog wat moest verdiepen. Ik kreeg de functie niet. Later bleek omdat ik zelf gezegd zou hebben dat ik nog niet genoeg ervaring had. Ik dacht dat het goed was ook eerlijk en volledig te zijn. Een van de topvrouwen van het concern gaf me gelukkig eerlijke feedback: "Wil je dat nooit meer doen, tijdens een sollicitatiegesprek gaan vertellen wat je niet kunt. Zorg dat je het leert, lees een boek, los het op maar ga het niet zeggen in je sollicitatiegesprek". Ergens ben ik het er nog steeds niet mee eens, maar ik heb wel geleerd dat het zo werkt. En zo pas je in de loop der jaren toch je gedrag wat aan.
Het leerde me dat we allemaal anders luisteren naar dezelfde woorden. En juist als je wilt innoveren, dan is het belangrijk dat je goed luistert en de andere perspectieven juist hoort. Dan laat je het oordeel los en verken je, verdiep je, leer je en ontdek je.
Stel je voor hoe inspirerend het zou zijn als alle professionals in onze betonketen zich uitgenodigd voelen om al hun ideeën te delen, gehoord te worden, bevraagd te worden, erkend te worden. Jong én oud, bescheiden én zelfverzekerd, vrouw én man, betonstorter én wetenschapper. Dat werkt bovendien als een magneet voor een brede groep talenten die we nog niet aan boord hebben. We hebben immers alle innovatiekracht nodig om in 2050 CO2-neutraal te worden.
Dorien Staal is opgeleid als constructief ontwerper (TU/e) en heeft ruim 20 jaar werkervaring in de bouw. Ze vervulde commerciële en mens- en organisatiegerichte rollen in de bouw o.a. bij BAM en TBI. Sinds 2016 is Dorien statutair directeur van betonfabriek Voorbij Prefab (Voorbij). Daarnaast vervult ze twee bestuursfuncties. Bij het Netwerk Conceptueel Bouwen richt ze zich vanuit een bestuurdersrol op het haalbaar maken van duurzaam en betaalbaar wonen. Als voorzitter van de Betonvereniging draagt ze bij aan het platform gericht op kennisdeling.
Samen met Sander den Blanken, managing director van BAM Infraconsult en statutair directeur van BAM Infra Assetmanagement, beiden onderdeel van BAM Infra Nederland, neemt Dorien Staal gedurende twee jaar de column in Cement voor haar rekening.
Reacties